Pagina 3

ZM: Wat zien jullie zelf als grootste inspiratiebron?

Rosan: Madonna. Ik heb alle CD’s van Madonna. Ze heeft een enorme kracht en het is echt een vrouw die doet wat ze zelf wil en dat kan ik enorm waarderen.

Guus: Muziek is iets dat ik echt nodig heb. Ik kan me niet voorstellen daar ooit mee te stoppen. Als ik de trein zit of ik zit te schijten of ik sta onder de douche, ik ben met muziek bezig. Ik denk ook dat Lord of the Rings een enorme inspiratiebron is geweest voor heel veel metal. Het is echt ongelooflijk wat dat heeft gedaan voor muziek en metal in het bijzonder.

[de hieruit volgende discussie over Peter Jackson en het herinneringen ophalen over Bad Taste en Braindead zal ik jullie besparen ;)]

ZM: Op Inside staan 2 nummers die met kleine kinderen te maken hebben (From the cradle to the grave en behold), heeft dit toevallig iets te maken met het feit dat Rosan moeder is geworden?


Rosan:
Nee. Of jawel.

Guus: From the Cradle to the Grave heeft absoluut iets te maken met dat wij een kind kregen. Daar gaat het ook over. En dan vooral over het besef van verantwoordelijkheid over een leven.

Rosan: Behold heeft daar dan weer niets mee te maken. Dat is geschreven voordat ik überhaupt zwanger was. Het kindje dat je op het eind van From the Cradle to the Grave hoort is Jorg, onze oudste zoon en toen hebben we in zijn wiegje een microfoon gehangen. Hij was toen een paar weken oud.

Het nummer Behold gaat over een mythe uit mijn geboortedorp, Bladel. De mythe gaat over een bende die "het kind met de helm" ontvoerd zouden hebben. En dat kind zou geluk brengen. Bij de plaatselijke VVV kun je hier ook van alles over vinden. Er zijn ook geschiedkundige geschriften waar dit verhaal in terugkomt en ik wilde er erg graag iets mee doen.
Sharon speelt in dit nummer de heks die het kind ontvoert en ik ben de moeder die het kind kwijt is. En aan het eind van het nummer komen ze elkaar weer tegen. In het verhaal wordt de bende namelijk opgepakt en alleen de heks ontkomt. Inmiddels is de jongen volwassen en is gewond geraakt en wordt dat verzorgd door zijn eigen moeder zonder dat ze dat weten. Als ze later samen door het bos bij Bladel lopen verschijnt de heks en die schreeuwt uiteindelijk dat hij haar zoon is. En volgens de legende is ze daar ter plekke dood neergevallen en is daar een boom gegroeid die nog altijd de heksenboom heet.

ZM: In jullie teksten komt het thema religie nogal eens direct of indirect voor, hoe kijken jullie hier eigenlijk tegenaan?

Guus: Ik vind de associatie en de sfeer erg gaaf. Ik kan bijvoorbeeld helemaal meegaan in de sfeer van middeleeuwse religiebeleving zoals in "De naam van de roos".
Wij zijn allebei gelovig opgevoed en zijn nu niet meer belijdend gelovig. En als wij als Orphanage al iets uit willen dragen dan is dat respect, dus heb respect voor anderen.

ZM:
Geloven jullie zelf?

Rosan: Dat vind ik een hele moeilijke vraag.

ZM: Maar geloof je in de wederopstanding van Christus?

Rosan: Als je het zo stelt, nee. Maar ik geloof wel. Ik weet alleen niet precies waarin.

Guus: Ik geloof wel in een hogere macht. Maar de invloed van die hogere macht is absoluut niet zo concreet als menigeen hoopt.

Rosan:
Ik geloof niet in Adam en Eva en ik geloof wel in de evolutie. Maar bij mij is er een ommekeer geweest na de geboorte van onze eerste zoon. En het feit dat in je eigen buik een kind groeit doet je enorm nadenken over hoe alle in elkaar zit.

Guus: Het krijgen van een kind raakt je gewoon enorm.

ZM: Jullie treden nog maar heel weinig op, waarom eigenlijk?

Guus: Welnu, dat gaat veranderen. Dat komt omdat we veel tijd kwijt zijn met "leven", gewoon normale dingen en werk en zo. En natuurlijk omdat die plaat er moet komen. Mensen verkijken zich er wel eens op hoeveel werk dat is. Als je je er fulltime mee bezig kan houden dan sluit je jezelf gewoon drie maanden op maar wij moeten dat combineren met werk en studies enzo en een gezin in ons geval. De plaat is nu af dus nu kunnen we weer op gaan treden. In april mei en juni zullen we ook weer veel spelen en ook festivals gaan doen.

Rosan: Het is ook niet dat we niet willen spelen maar juist als je gaat spelen wil je mensen ook iets nieuws kunnen brengen en dat kunnen we nu. En dan kunnen we er zelf ook lekker in duiken.

ZM: Rond 1997 en zeker na jullie optreden op DOA was Orphanage één van de grootste nederlandse metalbands, hoe was deze tijd voor jullie.

Rosan: Hartstikke gaaf!

Guus: Heel hectisch. Omdat je zo bezig bent met de band en de muziek en zorgen dat het allemaal lukt komt het ook wel eens voor dat je er niet genoeg van kan genieten. Ale je aan het optreden bent ben je echt mega geconcentreerd en dan kijk je vanaf dat hoofdpodium naar het publiek en dan denk je echt "Jezus, hoe is dat mogelijk. Zoveel mensen!". En dan opeens klaar na 40 minuten knallen en dan steek je je handen in de lucht en 40-50 duizend mensen steken ook hun handen in de lucht en dat is echt super.

ZM: Het heeft ook heel veel indruk gemaakt op de mensen die in het publiek stonden.

Guus: Op ons ook en ook op iedereen die mee deed. Iedereen schrok zich helemaal lens. We hadden een blazerssectie, een strijk kwartet, een koor, percussionisten en we hadden verteld dat het groot was maar op het moment dat iedereen opliep was iedereen zo verbaasd. Het was echt zó groot.

Rosan: Ik weet nog dat ik met het koor bezig was en dat ze ondanks dat we alles goed hadden geoefend enorm zenuwachtig waren en dat ik zelf helemaal nog niet zo zenuwachtig was. En het eerste nummer dat we speelden daar zing ik niet in en moest ik aan de zijkant wachten. En toen werd ik dus wel verschrikkelijk zenuwachtig.

ZM:
Na deze succesvolle periode zijn jullie eigenlijk een beetje vergeten door een hoop mensen, Hoe kijken jullie hier zelf tegenaan?

Guus: We hebben er eigenlijk te lang op geteerd, daar komt het een beetje op neer. En we hebben heel erg veel opgetreden.

Rosan: Ja want dat is wat mensen verwachten. En daarna konden we ook in Duitsland optreden. En dan ben je er dus in Nederland niet maar je bent wel met de band bezig. En het schrijven schoot er een beetje bij in omdat je de hele tijd aan het optreden bent. Ondertussen kregen veel mensen binnen de band een full time baan waardoor je nog minder tijd hebt. En toen heeft het allemaal erg lang geduurd en het ging gewoon moeizaam.

ZM: konden jullie in die tijd ook van Orphanage leven of moesten jullie gewoon blijven werken?

Guus: We hebben er altijd bij moeten werken. Ook die tijd van By Time Alone. Dat klinkt allemaal erg succesvol zo’n hype maar dat kun je eigenlijk daarna pas gaan uitbuiten. En het album dat je daarna maakt is cruciaal. Het is ook zo dat je als je als Nederlandse band leeft van de muziek je vaak alleen verdient als je optreedt. En om dat te kunnen blijven doen moet je ook weer een album uitbrengen. En dan kun je daar vaak weer niet de tijd aan besteden die je zou willen waardoor ook de nieuwigheid van de muziek eraf gaat.

Rosan: Voor mij is Orphanage zo gaaf omdat ik ook heel veel andere dingen doe die ik ook heel erg belangrijk vind. En die kosten ook tijd. Ik werk als verpleegkundige en pedagoog we hebben een gezin met twee kinderen en dat kost heel veel tijd en juist daardoor ben je je er ook van bewust dat die tijd met de band zo kostbaar is. En dat maakt je meer gedreven (vooral daarom heet de volgende CD ook Driven ) om er iets speciaals van te blijven maken en niet de standaard dingen te blijven doen.

Guus: Dat is ook zo leuk aan de underground.