Interview met Vattnet Viskar
De laatste plaat van de Amerikaanse heren van Vattnet Viskar was een geladen schijfje. Hoewel het om een vrij jonge band gaat, wisten deze Amerikanen al een plekje bij Century Media te versieren. Tijd om even wat vragen te stellen aan deze Amerikanen met Zweedse bandnaam. Gitarist Chris Alfieri gaf antwoord.
Dag Chris. Eerst en vooral, Vattnet Viskar is een Zweedse naam, maar jullie zijn Amerikanen. Zijn er wat Zweedse roots bij jullie aanwezig of van waar komt deze keuze? Het leest natuurlijk wel wat mysterieus, dit ‘fluisterende water’.
We hadden een idee voor een lied waarin een verschijning in het water slachtoffers maakt door ze te lokken en vervolgens te verdrinken. Aangezien we immense fans zijn van Zweedse deathmetal, wilden we ook dat genre wat eren met deze naam. Sinds het ontstaan van de band hebben we heel wat betekenis toegekend aan deze naam; vaak heeft het te maken met de vernieting van het milieu door de mens. Het milieu roept niet letterlijk om alles terug beter te maken, maar op een stille manier worden we er wel constant aan herinnerd.
Na Broken Limbs zijn jullie meteen opgepikt door Century Media. Dit is toch wel een vrij apart iets voor een nieuwe naam binnen de scene. Hoe is dat precies gebeurd?
In het begin hadden we echt niet het gevoel dat deze band echt iets zou worden. We waren ermee begonnen om zelf wat creatieve energie kwijt te kunnen. Nadat de EP uit was waren we wel wat geschrokken. Binnen enkele weken hadden we reeds een mail van Steve Joh van Century Media, en toen begon het allemaal. Ik weet niet goed waarom we in zijn ogen uitverkoren waren boven de rest, maar ik weet wel dat we het iets anders aanpakten dan de atmosferische bands toen. Op basis van onze conversaties had hij ook meteen een goed beeld van de richting die we uit wilden als band. Sindsdien is het echt een geweldige rit geworden.
Was dit, op het moment waarop jullie die creatieve ladingen kwijt moesten, jullie eerste muzikale ervaring? Het lijkt me niet zo makkelijk om met een genremix als deze van start te gaan. Daar moet toch wat ervaring aan vooraf gaan?
Ik speel ongeveer twintig jaar gitaar nu en ben steeds beïnvloed geweest door vele verschillende muziekgenres. Elk van ons luistert naar andere muziek, wat ook doorschemert in onze composities. Met Settler stelden we ons meer open om die invloeden van buitenaf een weg te laten vinden naar onze muziek. We wilden niets maken dat al eens gedaan was. Ons doel is echt om het zo ver mogelijk te drijven, en ik heb ook het gevoel dat dat gelukt is met onze laatste plaat.
Ik vind wel vaker de term ‘Cascadian blackmetal’ terug als het om jullie muziek gaat. Uiteraard is dit niet de regio waar jullie wonen en dekt dit de lading bij jullie niet, maar het geeft wel ergens een zekere richting aan van waar je het moet gaan zoeken. Welk label krijg jij het liefst te horen als het om jullie muziek gaat?
We zijn allemaal metalfans, al sinds we kinderen waren. De bands die we toen goed vonden speelden allemaal gewoon ‘metal’, zonder dat specifiek op die genres werd ingegaan. Ik zou onze stijl omschrijven als ‘atmosferische metal’, wat wel een vrij brede term is. We passen niet echt bij veel andere bands binnen onze scene. Dat gezegd zijnde leggen we ook echt geen limieten of regels op als het neerkomt op het schrijven van onze muziek. Geen vaste lijnen om binnen te blijven kleuren dus.
Maar toch zullen jullie binnen die Amerikaanse atmosferische scene wel wat invloeden opgedaan hebben. Deafheaven en Wolves In The Throneroom hoor ik er zo wel in terug. Welke bands zou je toevoegen aan dat lijstje, die dan tot de metalbands uit je jeugd behoren?
Wolves In The Throne Room was een enorme invloed voor ons toen we van start gingen. Deafheaven startte ongeveer samen met ons, dus die band had geen invloed op onze stijl. We worden eerder beïnvloed door de composities van bepaalde bands dan door de muzikale riffs ervan. Metallica, Deftones, Emperor en Converge waren op die manier grote voorbeelden voor ons. Vooral de manier waarop ze wijzigingen aanbrengen in hun tempo en gevoelens, en hoe ze een bepaalde vibe in een nummer leggen, zijn bij mij voorbeelden van waar schrijftalent. Dat is ook iets waar wij naar streven. We hebben er meer plezier in om stevig uit de hoek te komen gedurende vier minuten dan twaalf minuten wat rond de pot te draaien.
Deze cover past op die manier wel bij jullie visie, want hij is vrij apart voor een blackmetalband. Waar hebben jullie dit idee vandaan?
Het is een herwerkte versie van een trainingfoto van NASA-astronaut/lesgeefster Christa McAuliffe, die samen met haar crew stierf in de Challenger ontploffing in 1986. Het is een van mijn vroegste herinneringen als kind. Christa was afkomstig uit Concord in New Hampshire, de stad waar ik vandaan kom. Het album gaat niet over die specifieke gebeurtenis, maar over het idee dat je dingen kan doen die groots zijn, groter dan jezelf, ook al kan het leiden tot je dood of moet je er alles voor opgeven.
Op dit moment vind ik van dit album wel wat tracks op YouTube die ook wat vormgeving meegekregen hebben. Komt er nog een clip zoals dat met jullie vorige plaat het geval was?
We hebben ondertussen al zes tracks van dit album op YouTube geplaatst. Een video, of ander visueel materiaal, volgt spoedig. Momenteel worden die zaken nog besproken.
En dan zijn jullie optredens er nog. Jullie hebben net een tour met 1349 en Necrophagia achter de rug. Dat zijn zeker niet de minste bands. Komt er ook nog een Europese opvolger?
Ja, die tour in juni was echt een geweldige ervaring en het was verfrissend om te spelen voor een nieuw publiek. In 2016 komen we naar Europa.
Kan je tot slot nog een boodschap meegeven voor de mensen die jullie nog niet gehoord hebben? Waarom zitten jullie op jullie plek bij Century Media en wat is jullie sterkte als band volgens jou?
We mikken op een emotionele reactie bij de luisteraar. Als dat eenmaal lukt bij het luisteren, dan wordt de kracht, of het doel van onze muziek wel duidelijk.
Links: