Interview met Tad Morose

Interview met Tad Morose

Twee jaar terug was er de comeback van de Zweden van Tad Morose en blijkbaar hebben ze hun drive terug gevonden. Hun achtste plaat St. Demonius ligt binnen een paar weken immers in de rekken en dat nodigde toch uit om eens te praten met één van de leden. Gitarist en origineel lid Chris Andersson stond me te woord.

log

Dag Chris, bedankt voor je tijd. Het tweede album van Tad Morose ligt over een paar weken in de winkel, dus dit is een drukke periode voor jullie. Het lijkt er op dat jullie de drive van vroeger terug gevonden hebben. Voelt het ook zo aan in de band?

Ja, absoluut. Vooral omdat het een tijd geleden was dat we eigenlijk nog een vaste line-up hadden. Als je albums wil uitbrengen dan is het echt wel van belang om een vaste line-up te hebben. Dat helpt gewoon en het voelt gewoon ook erg fijn aan. Het is ook leuk om weer het gevoel te hebben dat je een band bent, nadat er gedurende een periode van ongeveer tien jaar amper wat gebeurde.

Hebben jullie dan effectief stilgelegen gedurende die tien jaar tijd?

Nee, eigenlijk zijn we nooit écht weg geweest. We hadden eerst Urban Breed in de band tot 2005 en nadien Joe Comeau, die zong ook in Annihilator en speelde gitaar in Overkill, maar het was echt niet gemakkelijk om de bal aan het rollen te krijgen tussen Zweden en Amerika. Dat was echt frustrerend dus beslisten we om onze eigen weg te gaan. Toen vonden we Ronny en een nieuwe gitarist en daarmee probeerden we dan alles terug op de weg te trekken. Het leek in het verleden wel alsof iemand altijd uit de band moest stappen toen alles weer wat begon te rollen. Persoonlijk vond ik dat echt een frustrerende periode. Daarnaast was het merendeel van onze groep ook actief binnen de band Inmoria, waarmee we ook heel wat optredens gedaan hebben de voorbije tien jaar. Natuurlijk heeft die comeback ook wat op zich laten wachten omdat we nu allemaal een volwassen leven hebben, een huis en een gezin. Nu zit het binnen de band echter allemaal wel goed.

log

Revenant was jullie comeback-album twee jaar geleden en die plaat moest er ook voor zorgen dat jullie als band terug op de kaart gezet werden, want uiteraard zijn jullie er op vlak van albums wél een hele tijd tussenuit geweest. Heb je het gevoel dat jullie op basis van de promotie rond dat album er ook in geslaagd zijn om Tad Morose terug op dreef te krijgen?

Ja, ik heb wel het gevoel dat we terug zijn, maar het is wel anders verlopen dan we gedacht hadden. Drie jaar terug hadden we een Zweeds management en die mensen zeiden ons dat we als muzikanten gewoon zo goed mogelijk moesten spelen en dat alles dan wel vanzelf zou komen. Dus toen we dat deden, volgde er van hun kant uit gewoon niets. Ik zou niet zeggen dat die plaat zonde van onze tijd was, het is immers fijn om een album uit te brengen. We hadden echter wel gehoopt dat er meer promotie en tours zouden komen rond die release, maar er gebeurde eigenlijk niets. Dus hadden we afgesproken dat we dit niet meer zouden laten gebeuren met het volgende album en nu hebben we het ook in eigen handen genomen. Als je echt probeert afhankelijk te zijn van andere mensen en je hebt door dat die mensen er niets voor doen, dan merk je pas hoe hard ze in de weg kunnen staan van wat je wil bereiken.

Dus nu is het de bedoeling om wat gas bij te geven met de release van St. Demonius uiteraard. Kan je dan stellen dat je tevredener bent met hoe alles verlopen is tot nu toe? Verliep het opnemen van de plaat ook vlotter?


log

Ja, zeker. Enerzijds ben ik tevreden omdat we nu een tour klaar hebben staan met wat festivals, dus de toekomst ziet er al wat rooskleuriger uit. Anderzijds staan we ook iets positiever tegenover St. Demonius, wat denk ik iets natuurlijks is aangezien het om het tweede album gaat met dezelfde mensen in de band. Alles vlot beter en iedereen kent zijn rol ook in de band, wat ook maakt dat deze plaat naar mijn gevoel wat beter klinkt dan de vorige.

Zijn er dingen die jullie fundamenteel anders aangepakt hebben bij het opnemen, in vergelijking met jullie voorganger?

Nee, het is eigenlijk dezelfde formule, maar ik vind dat we alles wat vlotter aangepakt hebben. Als je wat ouder bent, wordt je ook gelijk wat wijzer. En ik denk dat dat zich niet enkel in het schrijven van nummers uit.

Nu het over deze formule gaat: op Metal Archives staat dat jullie gegroeid zijn van een progressieve metalband naar een power/heavy metalband. Deel jij die mening, of heb je het gevoel dat die progressieve toets er nog steeds is?

Wel, persoonlijk vond ik ons eigenlijk de hele tijd gewoon een heavy metalband, maar het klopt wel dat we sinds de eerste dag een beetje proggy genoemd worden. Ik weet écht niet waar dat vandaan komt. Misschien omdat we soms wat ‘eigenaardige’ zaken spelen en de structuren wat anders zijn dan die van andere bands binnen het genre. Sommige mensen vinden ons proggy, anderen zeggen dat we powermetal brengen en ik heb zelfs al gehoord dat we doomerig klinken en softthrash spelen. Kan je daar aan uit? (lacht) Voor mij is en blijft het gewoon heavy metal, maar natuurlijk klinkt dat oudere materiaal wat anders in vergelijking met deze twee platen. Dat is ook een evidente zaak als je met nieuwe mensen in de band zit, dan komt er uiteraard ook iets nieuw naar voren. Toch vind ik dat al onze platen klinken als materiaal dat van Tad Morose komt. Ik weet niet of dat goed of slecht is?

Ik merk inderdaad ook wel dat jullie de lijn doortrekken met wat jullie in het verleden brachten. Voor de promotie van deze plaat hebben jullie de nummers Your Demise en Forlorn gekozen voor jullie clips. Was die keuze vooraf duidelijk of waren er andere kandidaten?


Integendeel! (lacht) Toen het platenlabel ons zei dat we een clip moesten doorgeven begon de discussie in de band, want welk nummer gingen we doorgeven? Dat doen we altijd, we discussiëren echt over alles. Ik wist ook van in het begin dat dit een probleem zou worden, want er zou geen akkoord zijn, er zouden zelfs geen twee mensen het eens zijn met mekaar. Niet in deze band. Dus hebben we tegen de mensen van het platenlabel maar gezegd dat zij moesten kiezen welke nummers in clipvorm afgeleverd moesten worden.

Dus het platenlabel heeft de nummers gekozen dan?

Ja! (lacht) Het is wel zo dat iedereen een voorkeur heeft natuurlijk. Ik ben de gitarist, dus hou ik ook het meest van de nummers die wat sneller klinken en leuk zijn om te spelen. Maar meestal is het toch zo dat de nummers die wij het beste vinden, niet de beste zijn bij het publiek. Dus laten we de mensen maar meteen zelf kiezen wat ze willen zien in de vorm van een clip, wij hebben geen mening.

Het valt ook wel op dat de clips de focus leggen op de band die de muziek speelt en er geen andere elementen opduiken. Hebben jullie het ooit al gehad over clips die theatraler zijn of waar een duidelijk concept in zit, of is dat niets voor Tad Morose?

Ja absoluut, wij hebben ook grootse plannen hoor, maar dan moet je weer kijken naar dat financiële plaatje. Er is gewoon geen geld meer in deze muziekwereld en we kunnen het zelf maar tot op een zeker niveau aan. Op een manier zijn die clips natuurlijk wat saaier, het gaat om de basic performance. Ik zie dat echter ergens wel als iets positiefs, die nadruk op het spelen zelf, want daar gaat het uiteindelijk ook om. Ergens wat saai dus, maar het somt wel op waar het bij Tad Morose allemaal om draait. Maar we zien wel hoeveel centen we kunnen sparen en dan kunnen we er in de toekomst wel wat van maken.


Conceptclips komen er dus in de nabije toekomst. Nu het over concepten gaat, jullie cover is er weer eentje met spoken en horror en is wel vaker iets dat je als thematiek bij jullie terugvindt. Toch op de hoes, maar ik denk niet in de lyrics. Hebben jullie een bepaald idee waarover jullie schrijven?

Nee absoluut niet. We starten met het schrijven van de muziek die wij goed vinden en dan schrijft Ronny wat lyrics en laten we de zaken op natuurlijke wijze in mekaar vloeien. Hetzelfde met de cover van deze plaat. We zeiden tegen het meisje dat de cover ontwierp, dat ze gewoon moest doen waar ze zich het beste bij voelde en dat deed ze ook. Die hoes is het ook geworden. We laten het dus allemaal wat op ons afkomen en spreken nooit in het begin af wat het precies moet worden. We zeggen nooit dat de muziek zus moet klinken en de lyrics zó moeten gaan, we doen het gewoon en kijken wel wat het wordt.

Het viel me op dat september tourmaand is bij jullie. Waar gaan jullie naartoe en wie nemen jullie mee?

Klopt! Wel, we gaan vooral het vasteland van Europa even rond: Duitsland, Polen, Tsjechië, België en Nederland. Het is dus eigenlijk maar een kleine tour, iets van een negen dagen, maar beter een kleine tour dan geen tour. We headlinen en spelen samen met de Zweedse heavy metalband Silent Call. Ze zijn iets softer en hebben ook een toetsenist mee.

Kan het publiek dan ook rekenen op het oudere materiaal of ligt de focus echt op jullie twee laatste platen? Jullie zijn immers een andere band geworden.

log

We proberen zo neutraal mogelijk te zijn en zowel nieuw als oud materiaal aan te brengen. Het is moeilijk om iedereen tevreden te stellen en daar hebben we het dan ook als band over, want wat moeten we nu precies spelen live? We kijken soms even naar de mening van de journalisten om na te gaan wat we nu moeten spelen. Dus, heb jij soms een idee?

(lacht) Ik heb eigenlijk echt nog geen voorkeur.

Het viel te proberen! (lacht) Neen, uiteraard komt er wel wat materiaal van op Revenant en St. Demonius voorbij, maar na al die jaren voelen we ook wel aan wat iedereen wil horen van het oudere materiaal en dat presenteren we dan wel.

Heb je dan meer het gevoel dat de mensen van vroeger voor je staan, of is het publiek echt helemaal veranderd en zien jullie niets anders dan nieuwe gezichten?

Een beetje tussen de twee, denk ik. Met Revenant een paar jaar terug wisten we écht niet wat we moesten verwachten, maar het was echt fijn dat er nog veel bekende gezichten waren. Als we dan wat oud materiaal spelen en mensen daarop reageren, dan geeft dat echt een heel fijn gevoel.

log

De oude garde is er dus nog steeds, maar om af te sluiten misschien nog een boodschap naar de mensen die jullie nog niet kennen in België en Nederland. Wat zou jij aanraden voor hen? Vormen die twee laatste albums de beste kennismaking met Tad Morose of is het verleden echt belangrijk om jullie te kennen als band?

Wel, ik zou voorstellen om te beginnen met het nieuwe album St. Demonius en als je dat goed vindt, luister dan zeker naar de rest. Ook als je het nieuwe album wat minder vindt, probeer dan het oudere materiaal eens uit en misschien vind je wel wat dat je echt ligt. Maar ik zou echt wel willen voorstellen om ons eens in levende lijve bezig te zien, want daar draait het voor ons gewoon allemaal om. Albums opnemen en uitbrengen is gewoon een excuus voor ons om naar buiten te komen en live shows te doen. Gewoon naar de shows komen dus, laat die ervaring je mening opmaken over deze band en dan kan je nog steeds alle albums gaan opzoeken die je wil horen. Bedankt voor het interview!

Links: