Interview met Satyricon

Anno 2017 is ook Satyricon het progressieve pad ingeslagen met Deep Calleth Upon Deep. Een paar jaar terug sprak ik Satyr, dus nu was het tijd om Frost eens te bellen over het nieuwe werk.

Dag Frost. Een nieuwe plaat, maar dit keer iets anders. Best wel een plaatje waar je even aan moet wennen. Hoe verliep de opname hiervan? 

Ja, we zijn hier echt wel een tijdje mee bezig geweest. De opnames van deze plaat kenden heel wat stadia. De intrigerende en complexere zaken hebben een tijdje moeten rijpen. Het was ook een behoorlijk karwei om met de ritmes en melodieën te werken die we nu voorschotelen, om zo maar even mijn weg op de drums te vinden. Dit is zoals je zegt echt wel iets wat we nog niet gedaan hebben, met name een hoopje progressief materiaal voorschotelen. We zijn zo creatief mogelijk geweest en zo moet dat ook met muziek: je moet af en toe eens met iets anders op de proppen komen en je eigen grenzen voorbij durven gaan. Voorbij je eigen routine en standaard als band.

Met die uitleg lijkt het haast alsof Deep Calleth Upon Deep als titel een extra betekenis meekrijgt. Dat het wat tijd vraagt om te rijpen. 

Zeker. Dit album vraagt niet enkel om tijd, maar ook om een zekere passie. Je moet er echt een aantal keer naar luisteren als je het helemaal wil begrijpen en je moet toelaten dat het diep in je ziel wegzinkt. Dit is het materiaal dat ook van diep uit onszelf komt. Er zit een zekere connectie in tussen de dood, diegene die schept en diegene die leeft.

Die track heeft ook een lyric video meegekregen en daar is ook het gebruik van klassieke instrumenten en zanglijnen weer aanwezig. Is dat iets wat je geleerd hebt uit je ervaring twee jaar terug, toen jullie de opera waren ingedoken? 

Niet echt. Die ervaring die je opnoemt was erg fijn en ook erg belangrijk voor ons, maar deze plaat was wel heel wat anders. Dat was echt volledig gericht op het klassieke, maar deze nieuwe plaat is echt een proces waarin heel wat lagen aan bod kwamen, waarin telkens andere vocalen en melodieën verwerkt werden. Elk van die lagen geeft het een andere dimensie.

Jullie werkten nogmaals met Fraser voor de mix, dat was ook de man voor Now, Diabolical. Waarom de keuze om terug naar hem te stappen? 

We hadden de namen neergeschreven van heel wat mensen, want het is echt belangrijk met wie je in zee gaat. Hij was gewoon de geknipte man, enerzijds omdat het een geweldige kerel is, maar ook omdat hij de juiste ervaring ervoor had. Elke techneut heeft zijn sterktes en zwaktes en het profiel moet gewoon passen bij de plaat die je wil opnemen.

Was het een even makkelijk proces als Now, Diabolical

Dit was een pak moeilijker, vooral door de verschillende lagen op deze plaat. Onze standaard ligt daarnaast ook hoog, dus daar moest hij ook nog eens aan kunnen voldoen.

De Noorse cultuur staat weer hoog aangeschreven, dit keer zelfs met een referentie aan Edvard Munch. Hoe kwamen jullie bij dit artwork terecht? 

Het is een minder bekend werk van hem, maar het levert zo’n krachtig beeld. Daarom vonden we het ook een prima idee om hiermee te werken. We gingen door een catalogus van Munch met schetsen van hem en na een lange zoektocht kwamen we dit tegen, met als naam ‘de kus des doods’ (Dødskyss). We zagen het en de link was meteen gemaakt, eerst op persoonlijk niveau, maar ook meteen met de ziel van het album. Onze cover lag gewoon voor ons. Die voorstelling van leven en dood is erg direct, maar daarnaast is het ook elegant en diep. Niets was beter voor deze plaat.

Ik bezocht het Munch-huis en de collectie in het nationaal museum, maar deze zag ik er niet hangen. 

Neen, niet veel mensen kennen deze afbeelding. Ze dateert uit 1889, bracht wellicht heel wat controverse teweeg toen en werd daarna vergeten.

Zijn jullie eigenlijk kunstfans? Vinden we jullie in musea? In Noorwegen vond ik de Kittelsen-collectie met de trollen geweldig. 

Zelden eigenlijk in mijn geval, ik denk dat Satyr dat wat vaker doet. Ik heb zelf wel wat kunst, en ik wou dat ik vaker kon gaan kijken naar schilderijen. Het gebeurt wel dat ik enorm in vervoering gebracht wordt door wat ik te zien krijg. Oh, Kittelsen is een geweldige schilder, ik vind zijn werk prachtig.

Jullie touren dit najaar met Suicidal Angels, wat een thrash metalband op een ander label is. Hoe zijn jullie bij hen beland? 

Als je op tour gaat dan wil je iemand bij je hebben die je echt goed vindt en ik vind Suicidal Angels erg goed. Het hoeft niet altijd een band te zijn die ook dan net een release doet, of op hetzelfde label zit. Ze lieten weten dat ze echt graag mee op tour gingen en we besloten dat dat goed was voor ons.

Tot slot nog een belangrijke vraag. Zo’n progressieve baan volgen en weer volop gaan touren, vraagt wel wat van een mens. Daarnaast las ik van Satyr dat hij over deze plaat zei dat het gewoon speciaal moest zijn, zeker als het zijn laatste plaat zou zijn. Dat klinkt niet erg hoopvol. Hoe zit het nu precies?

Ik begrijp wat je zegt. Ergens is dat nog steeds het fundament van Satyricon, dat we proberen om verder te bouwen en iets nieuws willen maken. Het wordt moeilijker en moeilijker, maar het leerproces waar we doorgaan maakt het ook beter. Maar we vinden het tegelijk ook erg belangrijk dat Satyriconiet gewoon maar blijft bestaan omdat er niets anders is. De passie waar we mee opstaan en die we gieten in het schrijfproces en de repetities, die moet er zijn, of het gaat niet meer. Het feit dat we er al een heel lange tijd zijn, en met alles wat we hebben meegemaakt, maakt ook dat je over die zaken gaat nadenken. We zorgden ervoor dat dit een kroon was op het werk, maar ikzelf vind dat Satyricon nog heel wat meer te bieden heeft en dat we nog een lange tijd zullen meegaan. Er komt gewoon een moment waarop je in het leven overschakelt van ‘gewoon blijven gaan’ naar ‘wat als dit onze laatste adem zou zijn?’ Dat maakt dat je ook serieuzer gaat zijn over waar je mee bezig bent. Als er niets anders meer komt, zorg dan voor een geweldig eindpunt. Dan zorg je er meteen ook voor dat je het beste van jezelf geeft voor al wat nog kan komen.

Links: