In gesprek met Panchrysia: ‘vergeef ons die zeven jaar stilte’

Een plaat en een show van de Belgische blackmetalgrootmacht Panchrysia, het is haast om nostalgisch van te worden. Dit jaar verscheen Dogma, zeven jaar na Massa Damnata en ik moest daarom de voorstelling van die nummers eens meemaken in ‘t Wit Paard, een bikercafé in Heist-Goor. Na de voorstelling sprak ik frontman Zahrim.

Fijn om nog eens een optreden van jullie te zien, dat heb ik gemist. Ik wilde wat nummers van Dogma horen, maar het werd meteen de hele CD. Dat heb ik jullie nog nooit zien doen. 

We worstelen daar al lang mee. Normaal spelen we altijd de ‘hits’, met onder andere Angst of Creation of a Mortal Spirit daartussen. Soms ben je dat zelf beu en wil je jezelf eens verrassen. Ook zetten we met de nieuwe plaat een bepaalde sfeer neer die mijlenver af staat van bijvoorbeeld Angst. Het album is krachtig, we geloven erin als zijnde een sterk geheel, dus brengen we die ook op die manier.

Het lijkt niet even een formule voor een cd-presentatie, maar een nieuwe aanpak. Er is wel een link met Massa Damnata. Keren die nummers terug? 

Daar hebben we eigenlijk nog niet over gebabbeld. De flow van deze acht nummers zit erg goed en het komt live goed uit de verf. Je hoort ook van andere mensen dat de set goed zit, dat er dynamiek in zit. Ik denk dat we het even op deze manier gaan houden, tot het goed aanvoelt om er iets anders tussenin te spelen.

Vandaag tref ik jullie in het café om de hoek, vroeger stonden jullie als headliner op OMIT-fest, speelden jullie met Taake en tourden jullie met Marduk. Het lijkt anders vandaag. Wat zijn jullie ambities nog? 

De afgelopen zeven jaar hebben we allemaal wel wat situaties meegemaakt en ik heb ook wel een punt gehad dat ik me afvroeg of het nog moest. Met Jef (gitaar) en Jesse (bas) erbij kwam er nieuw bloed in Panchrysia en ook nieuwe energie. Het plezier om te spelen was er opnieuw en we begonnen weer nummers te schrijven. Daar hebben we lang over gedaan, zo’n vier tot vijf jaar. We willen echt wel goed materiaal schrijven en zijn niet vlug tevreden. Je start eigenlijk met niet zo veel ambitie, maar toch groeit dat wat. Het is niet zo dat we wereldberoemd moeten worden, dat moet je doen als je 25 bent. Carnation, die gasten moeten het waarmaken nu, en dat gevoel hadden we ook vroeger, toen we met Taake of Marduk speelden. Dan denk je ook dat het allemaal gaat gebeuren, en dat gevoel is nu weg. Je behoudt als band wel het streefdoel om de beste podia te bemachigen, maar de grote druk is er af.

De nadruk komt na al die jaren eerder bij de muziek te liggen, en minder bij het veroveren van de wereld? 

Dat is vrij zwart-wit gesteld, ik weet niet of het zo eenvoudig is. Het spelplezier dat we ten tijde van het debuut In Obscure Depths hadden, dat is er wel weer. Het zoeken naar een fijne melodielijn is iets waar we sterk mee bezig zijn.

Het bleek al uit Massa Damnata en die trend zetten jullie verder op Dogma: de Satyricon– en 1349-trekjes zitten er alsmaar minder in. Zoeken jullie meer naar jullie eigen weg vandaag? 

We hebben het er altijd moeilijk mee gehad, met die Satyricon-referenties. Carnation is vandaag eigenlijk Entombed 2.0, maar niemand zegt daar iets van. Het type riffs van Satyricon en Thorns gebruikten we in een bepaalde periode wel. Dat soort van Noorse black metal luisterden we graag en dan sluipt dat er in. Niet dat je riffs gaat overnemen, maar het heeft er wat van weg. Dan krijg je meteen te horen dat het klinkt als Satyricon, maar dat was gewoon de stijl waar we in zaten. De CD waarbij we het meest van die referenties mochten aanhoren, Malecious Parasite, daar hoor ik vandaag gewoon Marduk in. Dat heeft niets met Satyricon te maken, buiten de hoes of Angst. Dan heb je een nummer dat een hit wordt en dat springt er plots uit.

Het klopt wel zo dat we op een gegeven moment bewust alles achterwege gelaten hebben. Je wordt ouder en je krijgt andere invloeden. Ik zou niet zeggen pop, maar je luistert wel andere muziek en dat sluipt er ook in.

Vandaag hoor ik er zelfs wat Secrets of The Moon in. Over het algemeen klinkt het veel persoonlijker wel. 

Het kan zijn dat er wat Secrets of The Moon in zit, zelf haal ik dat er minder uit. We klinken zeker veel persoonlijker en dat is een tendens die ingezet werd met Massa Damnata.

Als je de plaat daarvoor beluistert, Deathcult Salvation, dan merk je ook een ander verschil met de twee laatste platen. De muur van geluid van toen is weg. Is dat een bewuste keuze of heeft dat met het budget te maken? 

Massa Damnata hebben we in de repetitieruimte opgenomen, net als deze nieuwe plaat, omwille van de gitaren. Vroeger trokken we voorbereid de studio in en nu zijn er veel solo’s en extra melodielijnen die we inspelen in de repetitieruimte. De drum was wel al opgenomen in de studio, samen met een basis van gitaren, maar het was zeker nog niet af. We gingen ermee aan de slag en creëerden een zekere ademruimte voor onszelf met de basis die er was en het feit dat we konden afwijken van dat patroon. De platen daarvoor werden strak ingespeeld in de studio, wat minder ruimte liet voor dynamiek. Dat werd anders vanaf Massa Damnata. Het is dus eerder een bewuste keuze, alhoewel het financiële plaatje er ook zeker wat mee te maken heeft.

Je hebt het al even aangehaald, maar in die tijd is de band ook veranderd. Er staat vandaag een nieuwe gitarist en een nieuwe bassist. Vanwaar die keuzes?

Ik schrijf de nummers, samen met Dol (drums) en Web (gitaar). Jef heeft wel hier en daar een riff aangebracht. Joris zat er vroeger bij, maar dat was een verhaal dat op zijn eind was. Hij is vandaag op het optreden en ik heb hem graag, maar op een gegeven moment was de motivatie weg. Wij wilden zeker nog verder en we hebben bewust gezocht naar de twee nieuwe leden. Jef is een jonge kerel die luistert naar nog andere muziek dan wij. Hij luistert bijvoorbeeld ook naar post-metal en zo’n kijk is best wel verfrissend. Het doet je realiseren dat er nog andere muziekgenres bestaan.

Denk je dat dat na verloop van tijd gaat doordringen in Panchrysia, of houden jullie met z’n drieën echt de muziek in handen? 

Neen, zeker niet. Dat mag er zeker mee in zitten. Ik zou dat zelfs graag hebben. Ik merk dat op het werk ook, wat uiteraard wel in een heel andere context is, maar toch… Jonge mensen, die hebben zo veel frisse en nieuwe ideeën. Jesse heeft alle baslijnen ingespeeld, maar de muziek lag al vast. Die heeft zijn zeg dus wat minder gehad voorlopig.

Dogma is niet enkel instrumentaal een doordenker geworden, maar ook tekstueel. Je merkt gewoon aan de titels al dat dit niet gewoon een doordeweeks blackmetalconcept is. Wat was je inspiratie hiervoor? Het doet me in eerste instantie wel denken aan religie met zo’n titel…

Het is wel een beetje zo, maar een dogma hoeft niet altijd met religie te maken te hebben. Het gaat om alles wat dogmatisch kan zijn voor je geest. ‘De zoekende mens’, daar gaat het steeds over, of het nu over religie gaat of bijvoorbeeld het streven naar financieel gewin. Ik zag ook erg graag al die Dogma-film van Lars von Trier. Een prachtige reeks en lekker oud. De hele cd gaat dus over hoe de mens beknot wordt, en over alle angsten die hij heeft. Je moet daar gewoon tegen vechten, tegen alles wat jou probeert te beknotten.

Mythologie vindt zijn weg ook wel naar deze plaat. We komen onder andere Gilgamesh en Kairos tegen. Hoe passen die in het plaatje? 

Op een gegeven moment was ik aan het lezen in  “Absurde overvloed – Waarom het zo moeilijk is om gelukkig te worden” van Michael Foley. Hij legt op een bepaalde manier al die verbanden mooi uit. Je moet maar eens het verhaal van Gilgamesh opzoeken. Dat is het oudste grote, mythologische verhaal en het gaat om de eerste zoekende mens. Het is tof om die zaken te verweven in de plaat. Je kan gewoon een verhaal vertellen, maar het mag toch wel iets diepzinniger zijn.

Vroeger zaten jullie bij Shiver Records, nu bij Satanath Records, een obscure Rus. Een aparte keuze voor een Belgische band die zo lang bestaat. Wat verwacht je van die deal?

Niets, ik wou gewoon zelf die CD niet uitbrengen. Ik wil zelf niet gaan vechten om het allemaal te gaan drukken en verspreiden. We hebben ook met andere labels gesproken, waaronder Immortal Frost Productions. Hans van Shiver Records, die was er niet meer, en het Noorse label Dark Essence bleek dan toch niet zo’n succesverhaal te zijn. Hammerheart was ook wel even geïnteresseerd, maar dat lukte dan weer net niet. Dan heb je de keuze, of je brengt het zelf uit of je kiest voor de obscure Rus. Ik ben wel tevreden over het feit dat hij erg open is naar de digitale wereld toe. Dat was Hans van Shiver niet, die zette echt in het contract dat bands hun platen niet op YouTube mochten zetten. Dat is eigenlijk het eerste wat er moet gebeuren, die muziek moet circuleren. Op dat vlak is Satanath Records helemaal mee en vandaar dat er ook veel meer reactie komt op de muziek. Ik ben er dus wel tevreden van.

De wereld wordt inderdaad alsmaar digitaler. Hoe sta jij daar tegenover?

Ik koop zelf nog steeds CD’s. Ik sta graag voor mijn collectie om er eens een goede oude Death of Kreator uit te selecteren. Ook vind ik het interessant om op die manier CD’s van bands die ik ooit gekocht heb, en die ik compleet vergeten ben, nog eens opnieuw te beluisteren. In de digitale wereld ga je dat minder hebben, dat je binnen tien jaar zegt: “Hey, ken je dit nog?” Ik blijf dus echt wel een liefhebber van verzamelen, ondanks het feit dat ze blijven zeggen dat de wereld digitaal geworden is. Ik ben echter niet dom, uiteraard moet je alles digitaal maken.

De hoes lijkt ook wat in het verlengde te liggen van Massa Damnata. Hoe pakten jullie dit aan? 

We vonden Maarten Jonckheere voor deze hoes. Hoezen zijn altijd een probleem, misschien is het omdat ik zelf stripfan ben, dat het deze stijl geworden is. De vorige was wel een professionele striptekenaar, die had een geweldig exemplaar afgeleverd. Het zorgt altijd wel voor discussie, eigenlijk zou er iemand in de groep moeten zijn die gewoon altijd deze knoop doorhakt. Ik gaf deze tekenaar alles mee: de basislijnen van de CD, de titels en de teksten. Hij stuurde wat schetsen door, wij pasten bij en het goede idee heeft hij verder uitgewerkt. Ik weet niet of het dé hoes is voor ons, ik vind de mooiste nog steeds die van Deathcult Salvation, maar goed… Die was helemaal uit handen gegeven uiteraard, dat liep allemaal via Dark Essence.

Samen met Gilgamesh is Rats nog een van mijn favorieten op deze plaat. Wel apart om zo’n jazzy overgang te horen plots. Hoe kwam je daarbij?

Ik zoek daar echt bewust naar, er moet steeds iets disruptiefs in je muziek schuilen. Ook 28 Steps is zo’n overgang en dat verschilt gewoon met vroeger, met bijvoorbeeld Malicious Parasite. Toen was het vanaf de eerste minuut tot de laatste gewoon in een lijn door gaan. Nu gooien we er ook wat samples tussen van oude films, waar ik best wel fan van ben. Het gaat dus niet enkel om de muziek, maar ook om het idee erachter, wat met die sample mee naar voren komt.

Dat werkt ook best goed op de planken, vind ik. 

Dat moet. Ik vind het jammer dat Wolves In The Throne Room dat bijvoorbeeld niet deed op Graspop. Het was een machtige set, maar erg jammer dat de heren de samples van de laatste plaat niet afspeelden. Als ze dat gedaan hadden, dan had ik echt kippenvel gekregen. Ik heb dit ook zelf in handen nu met een apparaat. Vroeger liep dat via de geluidsman, maar de timing liep soms wat verkeerd. Dat probleem is nu van de baan, ik tel gewoon mee met het ritme.

Het is toevallig dat Ghost ook net een lied uitbracht dat de titel Rats draagt. Ik heb wel het gevoel dat het bij jullie om andere ratten draait. Wat bedoel jij ermee? 

Wij zijn ratten. Eigenlijk komt die tekst uit de ‘Internationale’, een haast communistische lied uit de Industriële Revolutie. Het gaat om mensen die gevangen zitten in het systeem en de tekst is gegoten: “Arise you starvelings from your slumbers“, enzovoorts. Ik vind wel dat de ratten in opstand moeten komen, ook al ben ik totaal geen communist of PVDA-stemmer. Dat gevoel kwam het hardst naar boven toen ik in Brussel werkte. Ik heb dat werk niet lang gedaan, maar een maand of vier/vijf. Elke dag met de trein naar Brussel-Centraal en daar de trein uitstappen, om elke dag hetzelfde te zien. Dat kan je niet volhouden. Je zit werkelijk onder de grond en door gangen baan je je een weg tussen al de rest. Een hatelijk gevoel, ik kan het nog steeds niet vatten. Dan heb je echt het gevoel dat je wil losbreken.

Net zoals Panchrysia opnieuw is losgebroken. Wat kunnen we nu precies van jullie verwachten op korte of middellange termijn? 

Ik zou graag nog eens op een mooi festival spelen en we werken ook samen met booking agent Ann Janssens op dat vlak, dus we zijn er echt wel mee bezig. Een mooi podium is fijn, maar daarnaast geniet ik er ook gewoon van om te spelen. Vorige week was dat in Little Devil in Tilburg, nu is dat hier, maar het is fijn dat de mensen me komen zeggen dat het goed was. Dat vind ik belangrijk. De reviews komen binnen en ze zeggen niet zoals vroeger: het is goed, ‘maar’. Nu lees ik die ‘maar’ zelden nog, het is gewoon goed en/of het heeft persoonlijkheid. Dol is enthousiast en hij vroeg me al om aan nieuwe nummers te beginnen, maar ik wil zeker nog even wachten. Het hoeft daarom geen zeven jaar meer te duren, dat was om familiale redenen. Alles was toen even ver weg, waaronder het maken van muziek. Vergeef ons dus die zeven jaar.

Links: