Interview met Moonspell
Tijdens de voorbije editie van Alcatraz kreeg ik de kans om nog eens met Moonspell te praten. Dat was al even geleden, toen ze op tour waren met Pain, en toen viel het reuze mee. Eén van de meest sympathieke bands ooit zo bleek. De standaardvragen met betrekking tot hun nieuwe album Extinct werden meteen overgeslagen, het werd een gesprek over toeren, over de band anno 2015 en muziek in het algemeen. Drummer Miguel Gaspar en gitarist Ricardo Amorim waren de gewillige gesprekspartners.
Zo, hier zitten we dan. Jullie traden zonet op, bedankt om ons meteen te woord te staan. Hoe was het op het podium vandaag, niet te warm?
Nee, de temperatuur viel best mee. Het was best spannend eigenlijk, het was allemaal vrij nipt met onze vlucht vanuit Portugal, daar waren we vrij bezorgd over. Het was allemaal heel erg strak, al van toen we vertrokken van thuis uit om 5 uur deze ochtend, we hadden weinig tijd om ons voor te bereiden of na te denken, maar het viel reuze goed mee uiteindelijk.
Jullie speelden in de vroege namiddag. Velen onder ons in het publiek vonden dat jullie veel te vroeg geprogrammeerd stonden op de bill, wat is jullie mening daarover?
Ja, dat vonden we ook “vreemd”, maar ieder festival is anders, dus daar maken we geen drama van. De meeste bands die hier optreden zijn bands die wij kennen van in onze kindertijd, en dat is ook een aparte ervaring.
Het lijkt wel alsof de plaatsen bepaald zijn door de leeftijd van de groepsleden.
Daar zeg je het, Queensrÿche speelde net na ons, en wij hadden zo iets van “HUH”? Maar kijk, we hebben respect voor de ouderen weet je. Moesten we een klootzak van een manager hebben, dan zouden we wel ambras maken over de plaats op de bill. Dat is zo niet, we doen gewoon ons ding. We hebben er niet over nagedacht eigenlijk, misschien heeft dat met de tijdszone te maken in Portugal, dat we er vanuit gingen later te zullen spelen. En dan nog, we toeren al 20 jaar, de fans staan er altijd, wanneer we ook spelen, dat was nu niet anders. Dit was trouwens al ons 60ste optreden dit jaar …
De gemiddelde leeftijd op Alcatraz van de bezoekers is ook vrij hoog, maar er liepen opvallend veel jongeren rond met Moonspell-shirts. Is dat toevallig?
Dat viel ons ook op ja, en dat doet deugd om te zien. Het is niet makkelijk om een volgende generatie te bereiken, en op de ene of andere manier slagen we daarin. Niet dat dat ons opzet is, maar het is wel mooi meegenomen. Als meisjes met Trivium-shirts een handtekening komen vragen bijvoorbeeld, dan schrik je toch wel even hoor!
Je had het over een bepaalde “opzet” hebben, een doel zeg maar, creëert dat soms ook een competitiviteit naar andere bands toe? Zoals in sport? Ik vraag het maar omdat ik de indruk heb dat veel bands hun muziek maken bedrijven als een soort van sport.
Ja dat klopt, dat denken wij ook. Wij hebben een boodschap, een visie, die we willen delen. Veel bands hebben een echte “show off”-mentaliteit, waarin speelvaardigheid en gimmicks gebruikt worden zonder veel inhoud of achtergrond of visie zelfs.
Bij jullie gaat het meer om de “kunst”, minder om de kunde zeg maar.
Klopt, wij maken ook wel eens een foutje, maar het gaat ons vooral om het gevoel die we leggen in de muziek, in ieder instrument, minder of het nu allemaal precies en correct gespeeld wordt.
Het blijft natuurlijk wel een intensief genre, fysiek gezien. Wat is vermoeiender, gitaar of drums spelen?
Drummen, want daar gebruik je je ganse lichaam, maar dat neemt niet weg dat het vingerwerk indrukwekkend intensief is. En als gitarist heb je ook een asymmetrische houding, dat vraagt specifieke oefeningen, want anders krijg je rugproblemen.
De schrik om oud te worden en het tempo vol te houden, hebben jullie die als muzikanten?
Een beetje wel eigenlijk. Kijk maar naar de bands die hier spelen, de frontman staat er, maar de originele muzikanten zijn vervangen door jongere lui. Dat schrikt wat af, maar voorlopig gaan we nog even door (lachen).
Naast festivals, doen jullie ook intiemere optreden, voor huwelijken of begrafenissen?
Dat hebben we nog niet meegemaakt neen. Een huwelijksaanzoek op het podium, dat wel, recent nog. En die mensen worden dan automatisch familie weet je. Iedere keer als we in een bepaald land komen, dan komen die herinneringen ook weer boven. Dat is één van de mooie dingen aan toeren, je ziet een de Moonspell-familie terug.
Dat valt natuurlijk ook altijd op: het aantal vrouwen en meisjes in het publiek bij Moonspell. Wat is daar de oorzaak van?
Nou, dat valt tegen hoor, je zou de kleedkamer van Death Angel moeten zien! (lacht) Nee, ik weet wat je bedoelt, het heeft te maken met het gothic-gehalte in onze muziek, daar voelen vrouwen zich wellicht meer tot aangetrokken. En de gevoeligheid van de muziek. En misschien omdat we Portugees zijn, wie weet!
Tegenwoordig is Portugal in België en Nederland vooral bekend in de wereldmuziekscene, omwille van de fado-muziek. Zijn jullie daar bekend mee?
Ja absoluut! Iedereen in Portugal krijgt als kind veel fado-muziek te horen. Nu is er inderdaad een revival, veel nieuwe projecten die fado “moderniseren” en een nieuwe schwung geven. Ook Moonspell heeft fado in zich zitten. De melancholische speelwijze, die totaal verschillend is van bijvoorbeeld de Finse staccato manier van spelen, ook op akoestisch vlak. Wel leuk dat je er naar vraagt trouwens!
Graag gedaan. Het is waarschijnlijk niet evident dat je relevante vragen krijgt. Erger je je nooit aan compleet absurde vragen, of interviewers die niet weten waarvoor Moonspell staat?
Nou, dit jaar was er een heel vreemde ervaring. We deden een interview in de tourbus in Amerika, en de interviewer zat achteraan. Ik zat een rij daarvoor, met mijn rug naar hem toe dus, en ik viel telkens in slaap. Op een bepaald moment vroeg hij hoeveel beats per minuut ik maximaal kon spelen. Ik had echt zoiets van “Wat?”, ik dacht zelfs dat het geen vraag over drummen was maar over gitaarwerk en zo, toen vroeg ik me luidop af of het als grap bedoeld was.
Soms zijn mensen ook enthousiast na een show en beginnen ze spontaan te praten zonder dat ze ons kennen. En dan vragen ze of we Moonspell kennen, omdat we er zuiders uitzien. Dan zeggen we dat we buren zijn. Portugese humor is dat.
Tijdens het laatste interview haalde ik de trendy vampieren-toestand aan, de hype rond Twilight bijvoorbeeld, en hoe vervelend dat moet zijn voor echte “kenners” zoals jullie. Fernando haalde toen ook boven dat de volgende Hollywoodtrend over SM zou gaan, vooral betreffende 50 Shades of Grey en aanverwanten. Dat is er inderdaad van gekomen. Hoe kijken jullie daar tegenaan, want daar zijn jullie ook mee vertrouwd, niet in het minst in de muziek van Moonspell.
We hebben de films niet allemaal gezien, enkel een trailer of zo, en ja, dan krab je wel eens in je haar. Dat hele gedoe is totaal niet choquerend, het is tienerspul weet je, daar is niets essentieel SM aan. Weet je, wij kwamen in contact met SM en andere subculturen ten tijde van Wolfheart, in 1995 in Duitsland. Zulke dingen vergeet je niet, excentrieker en extremer hebben we sindsdien niet meer meegemaakt eigenlijk (lachen). Later werden we ook door bands meegenomen naar verschillende clubs, zoals met Rammstein in Berlijn. Wat zich in die plaatsen afspeelt … tja, dat is … zinsverbijsterend. Voor ons zijn dat speciale ervaringen hoor, dat is ook niet voor alle dag, anders is het ook niet meer “speciaal” weet je.
De vorige keer in de Biebob waren jullie zeer te spreken over de behandeling die jullie kregen, is dat altijd en overal zo geweest, zoals in 1995 toen de bekendheid nog relatief klein was?
Oh nee! In België werden we eigenlijk voor het eerst in de watten gelegd, door Bob van de Biebob nota bene. We houden echt van die gast. Ik weet nog dat we eerst in Engeland getoerd hadden toen, en we kregen daar amper eten. Toen we in België kwamen zei Bob meteen, “jullie moeten eten, jullie zien er uitgemergeld uit”. EN direct frieten en vlees. Zalig. We kijken altijd uit naar de Belgische frieten! We zijn trouwens veel meer op eten gericht dan drinken. Dat is ook de reden waarom Scandinavische bands graag met ons op tournee gaan. Na de optredens ruilen we altijd onze sterke drank tegen eten, pure ruilhandel is dat. Hilarisch. We zijn er zelfs voor bekend in het noorden. Meegaan met Moonspell, extra drank verzekerd!
Nu weten de Nederlandstalige bands het ook! Bedankt voor jullie tijd en hopelijk tot een volgende keer!
Zeker weten! Tot later.
Links: