Interview met Kari Rueslåtten
Iets minder metal, dat mag ook eens. Uiteraard kennen we Kari Rueslåtten van haar metalverleden en -heden, maar ze schittert deze maand vooral omwille van haar nieuw soloalbum. Tijd om haar er even over op te bellen.
Dag Kari, ik moest je gewoon even opbellen. Deze week kreeg ik je promo en ik was er meteen een ganse nacht zoet mee. De vorige plaat was ook knap, maar deze was toch net iets dieper en fragieler. Wat vind jij ervan?
Oh, dankjewel! Wel, ik vind wel dat ik iets bereikt heb op dit album. Iets waar we echt voor gegaan zijn ook. We wisten dat we een goede opvolger nodig hadden voor Time To Tell, dus wou ik enerzijds een album dat eveneens akoestisch was, maar anderzijds ook iets donkerder en met meer ambient en distortiongitaren, en ook iets folkier. Ik denk dat we op deze plaat onze grenzen wat verlegd hebben en dat het een erg fijne plaat geworden is die mooi past in het rijtje na Time To Tell.
Er zit al wel wat verschil tussen dit album en het vorige, dat ook je comebackalbum was vorig jaar. Wanneer je kijkt naar het oudere materiaal, van voor je comeback, dan is er toch wel behoorlijk wat verschil met hetgeen je nu doet. Voelt deze aanpak anders aan voor jou?
Ik zie op een manier nu wel een zekere atmosferische en melancholische toets binnen de muziek, maar ik bekijk elk van de albums die ik gemaakt heb wel als een hoofdstuk in mijn leven. Vroeger waren er een pak meer elektronische elementen aanwezig, maar achteraf bekeken is het zeker een hele trip geweest. Ik denk af en toe wel eens wat er zou gebeurd zijn als ik bij die sound uit de jaren negentig gebleven was, maar dat zou nu gewoon niet goed meer aangevoeld hebben. Ik ben zelf wat geëvolueerd en ben gewoon te nieuwsgierig naar nieuwe manieren om muziek te maken. De geprogrammeerde geluiden die ik vroeger fijn vond, heb ik nu terug opzij geschoven voor wat meer dansmomenten op basis van de drums, de bas en de gitaren.
Wat veel mensen niet weten, ik denk dan aan de jongere generatie Nightwish-fans bijvoorbeeld, is dat je nog een inspiratiebron was voor heel wat belangrijke groepen vandaag zoals Nightwish, maar zeker ook The Gathering. Het materiaal op dit album van jou is natuurlijk erg anders dan wat die bands nu maken, maar heb je het gevoel dat je nog steeds bands inspireert? Wat zijn de reacties van bands als deze? Anneke zie je nog wel vaak neem ik aan?
Ja, zeker. Wel, ik ben zeker ook geïnspireerd door Anneke en Nightwish hoor, dus hopelijk is het allemaal een beetje wederzijds. In de periode waarover we het nu hebben, kenden we mekaar ook helemaal niet. Het is eigenlijk vrij recent dat we elkaar wat leerden kennen. Wanneer ik nu opnieuw luister naar die oude The Third and The Mortal-albums, dan begrijp ik wel dat ze erdoor geïnspireerd werden, want ik hoor ook bepaalde elementen ervan terug in hun muziek. Het was eveneens erg melodisch en met cleane vocalen erbij. Het geeft me wel een fijn gevoel om te weten dat muziek die lang geleden zoveel voor mij betekende, ook veel betekende voor andere mensen. Dat is echt een heel mooi geschenk, om te weten dat je andere mensen geïnspireerd hebt.
Heeft Anneke al iets over deze nieuwe plaat gezegd?
Ik heb haar nog niet gezien, maar je doet me er aan denken dat ik haar zeker een exemplaar moet opsturen! Als ik dat nog niet gedaan heb. (lacht) Wel, ze heeft al wel bepaalde zaken gehoord natuurlijk, want ik heb al enkele zaken gespeeld voor haar, maar ik weet niet of ze al een volledig album in haar bezit heeft.
Wel, ik zal er nog een goede review over schrijven. Misschien leest ze die en kan ze niet wachten om het te beluisteren.
Bedankt! Ook om me eraan te herinneren dat ik er nog eentje moet sturen. (lacht)
In elk geval moet ik zelf even ingaan op je link met The Sirens en uiteraard op het metalverleden met The Third and The Mortal om deze plaat mee te verkopen aan een metalpubliek, want daar wijkt het natuurlijk wel behoorlijk van af. Het is al lang geen metal meer op jouw soloalbums. Speelt metal eigenlijk nog steeds een belangrijke rol in jouw leven? Volg je alles nog een beetje?
Toen ik een lange tijd afwezig was, volgde ik eigenlijk helemaal niets meer. Ik had een erg lang rustpunt ingelast waarbij ik niets meer volgde van muziek in het algemeen. Dat is echt raar als ik daar nu aan terugdenk. Maar toen kwam ik terug met Time To Tell en dook ik terug de hele muziekindustrie in. Wat me vooral opviel, is dat er nu veel meer vrouwen aanwezig zijn in het metallandschap dan vroeger. En ze doen verschillende zaken: bookers, managers, muzikanten, zangeressen. Het is echt wel een wereld van verschil. Ik volg wel terug de bands die ik goed vind en op tour met The Sirens leer ik ook alles over de avonturen van Liv Kristine. Je zit er dan gewoon plots weer middenin.
Die is nu ook weer even zoet met haar King of Kings. Dus de metalwereld is wat feministischer ingesteld nu?
Ja! (lacht) Metal is natuurlijk maar een kant van de zaak, want ik ben altijd wel geïnspireerd geweest door verschillende genres. Toen ik jong was luisterde ik naar klassieke muziek, toen kwamen alle soorten metal erbij en uiteraard rock. Het is een hele reis geweest waarbij ik me nooit vastgepind heb op een bepaald genre.
Dat merk je uiteraard ook op een album als dit. Dit zou eigenlijk perfect thuishoren bij een Warner of Sony, enkel zit in dit soort softrock/pop een zekere melancholie waardoor het ook wat kwetsbaar klinkt. Het doet me wel vaker denken aan Tori Amos en ik ben zeker niet de enige die dat zegt. Anderen maken vergelijking met Kate Bush en ik neem aan dat er zelfs fans van het oude werk van Madonna hiervoor te vinden zijn. Liefhebbers van Frozen bijvoorbeeld. Toch heb je gekozen voor het rock/metallabel Despotz Records. Vanwaar deze keuze?
Wel, dat is een goede vraag, want ten tijden van mijn eerste soloalbum zat ik bij Sony. Het is natuurlijk fijn om bij een groot label te zitten, het heeft heel wat voordelen zoals de enorme oplage en verspreiding. Langs de andere kant beperkt het je ook enorm als het op je muziek aan komt. Je bent gewoon erg gebonden als je werkt met een groot label. Ze hebben bepaalde verwachtingen van je en je hebt geen andere keuze om het op die manier te doen. Voor mij is een kleiner label dan ook een makkelijkere keuze. Ik maak nu gewoon de muziek en bezorg het hen, in plaats van dat ze over mijn schouder meekijken naar wat ik aan het doen ben. Als een muzikant gaat het dus makkelijker met een klein label, maar een groot label zorgt er natuurlijk voor dat je release in de schijnwerpers staat. Dus elke manier van werken heeft zijn voor- en nadelen. De twee heren die gestart zijn met Despotz Records zijn ook erg aardig. Het is een vrij klein label, maar met erg fijne mensen om mee samen te werken.
Ik sprak nog met een paar andere bands die getekend hebben bij Despotz Records en ik heb de indruk dat ze graag mee clips kiezen. Battle Forevermore was één van jouw twee clips, maar was het ook de keuze van Despotz Records? Of is dit ééntje van jouw favorieten?
Battle Forevermore was mijn keuze, want ik vond dat ik best een nummer liet horen dat een goed beeld gaf van het album. Het is een beetje traag en met een catchy melodie, maar het is zeker wel representatief voor het geheel. Zo dacht ik erover. Het is natuurlijk altijd moeilijk om er eentje uit te pikken, want je houdt gewoon van elk nummer op dat album en mijn favorieten zijn niet noodzakelijk de favorieten van de luisteraars. Ik luister er zoveel naar dat ik er anders over moet nadenken en moet denken aan de mensen die het lied maar enkele keren zullen beluisteren. Maar ik denk wel dat Battle Forevermore een intuïtieve en melodische insteek heeft en tegelijkertijd ook representatief is voor de rest van de nummers op het album.
Hoe is het publiek eigenlijk geëvolueerd doorheen de jaren? Staan er nog steeds metalfans voor je, of gaat het nu iets breder en merk je eerder popfans? Welke genres brengen de bands waarmee je op tour gaat?
Als ik nu op tour ga dan neem ik nog één of twee andere muzikanten met me mee, dus vormen we een trio. We brengen op die manier een erg akoestische avond waarbij de zang en melodie centraal staan. Het gaat er dus eigenlijk erg stil aan toe. (lacht) Het publiek is een beetje gevarieerd, enerzijds zijn er geweldige metalmensen die me al jarenlang volgen en die de lyrics ook kennen, maar er zijn zeker mensen in het publiek die open staan voor alle soorten genres. Voor mij zijn het dan vooral muziekliefhebbers, zonder dat ze echt nadenken over het genre waar ze zich in thuisvoelen.
Ik merkte dat je ook naar Nederland komt, naar Zoetermeer. Hopelijk kom je ook iets zuidelijker spelen, want dat is vrij ver voor mezelf. Ik neem aan dat deze liveshows voor jou dan ook heel anders aanvoelen dan bijvoorbeeld die tour met The Sirens vorig jaar?
Ja, erg anders. Met The Sirens staan we op het podium met een hele rockband en gooien we er wat hardere metalnummers tussen en de stevigere nummers van mijn soloalbums, maar tijdens deze tour kies ik er echt de rustige nummers uit, vooral van To The North en Time To Tell maar zeker ook wat oudere songs. Voor mij is het alsof ik even doorheen de hoofdstukken van mijn leven ga dan. We hebben ook enkele stevigere nummers herschreven zodat het past bij deze line-up en waarbij ze nu rustig klinken met enkel een pianopartij. Het is heel anders omdat het zo uniek is en je veel dichter bij het publiek staat. Het is echt heel anders.
Een erg fijn nummer dat je verwekt hebt, is ook die hit Turn Turn Turn. Dat kennen we vooral van The Byrds, maar eigenlijk is het origineel een hit van Pete Seeger uit de jaren vijftig. Hij is jammergenoeg vorig jaar overleden, maar denk je…
Oh, dat meen je niet. Is hij overleden?
Ja, vorig jaar in januari. Dus eigenlijk is dit een soort hommage dat jullie brengen aan Pete Seeger. Denk je dat hij tevreden zou geweest zijn met jouw cover?
Wel, de drummer waarmee ik het nummer toen opgenomen had, heeft ergens gelezen dat Pete Seeger het echt erg fijn vond wanneer iemand een coverversie maakte van één van zijn nummers. Dit is uiteraard een heel andere richting uitgegaan op dit album, want het origineel is veel vrolijker. Ik heb er dus wat aan veranderd en de akkoorden aangepast, maar ik hoop echt dat hij het fijn zou gevonden hebben.
Dit is natuurlijk een erg oud lied, maar denk je er ooit over na om eens iets moderner te coveren? Niet meteen rock, pop kan ook uiteraard.
Dat vind ik een interessante vraag, want ik heb wel een zwak voor artiesten met een boel covernummers. Je hebt Tori Amos ook even vermeld en ik ben echt een enorme fan van haar. Zij heeft ook een enorme boel coversongs gemaakt. Ik weet nog goed dat ze net Smells Like Teen Spirit had gecoverd toen ik voor het eerst met haar kennismaakte. Toen dacht ik echt van: “Wie zegt er dat vrouwen dat nummer niet kunnen zingen, dit klinkt geweldig!” Ik heb daarentegen het probleem dat ik mezelf moeilijk kan vinden in andere nummers op de piano. Ik speel wel piano, maar ben zelf minder bezig met noten en partituren. Ik vind het veel makkelijker om mijn eigen nummers te brengen dan de nummers van een ander, dus Turn Turn Turn was voor mij echt een grote stap. (lacht) Misschien dat ik nu de smaak te pakken heb en dat er meer volgen. Tijdens de laatste tour deed ik wel een cover van een Metallica-nummer, in Duitsland. Dus ja, het is mogelijk.
Dus je hebt zeker nog de ambitie om nieuwe dingen te proberen dan. Zijn er nog zaken waar je van droomt na deze lange carriere? Buiten je weg vinden in covers dan?
Wel, ik blijf natuurlijk altijd erg nieuwsgierig om te kijken wat ik allemaal kan bijleren en wat ik ontdek op vlak van nummers. Wat zal de volgende melodie zijn die ik bedenk? Ik wacht altijd af wat er tot mij komt op dat creatieve moment waarbij je werkt met strofes en refreinen en alles in mekaar moet passen. Dat lukt alsmaar beter en dat is een enorme motivatie. Ook was ik in het begin van mijn carriere erg verlegen en deed ik niet veel optredens en dat begint nu vlotter en vlotter te gaan. Ik merk ook dat er heel veel plaatsen zijn waar ik nog wel eens wil komen. Ik voel mezelf nu harder gemotiveerd dan ooit en weet dat ik nog heel wat muziek ga schrijven en heel wat nummers ga zingen.
Fijn om te horen, dan kan ik nog wat nachten wakker blijven en luisteren naar je toekomstige platen. Heb je nog enkele laatste woorden voor de lezers van dit interview en de fans van je muziek?
Eerst en vooral erg bedankt om dit interview te lezen. Ik hoop dat je de tijd vindt om naar dit album te luisteren en ik vind zelf ook wel dat ’s nachts luisteren het fijnst is. Als je niet moet rondhaasten en je de tijd hebt om te luisteren naar iets. Ik hoop dat je die tijd kan vinden en de nummers fijn vindt en dan zien we mekaar tijdens de tour!
Links: