Interview met Graveyard

Toen ik enkele jaren geleden belde met Truls Mörck, was hij net de nieuwe bassist van Graveyard. Ondertussen is er erg veel gebeurd bij de band, met onder andere een historisch korte break-up, maar ondertussen dus al een nieuwe plaat en interessante clip. Tijd voor wat vragen dus!

Dit nieuwe album heeft een interessante titel. Het klinkt simpel, maar tegelijkertijd toch erg geladen. Waarom de keuze voor de titel Peace

Eén van de redenen is dat er inderdaad zoveel verschillende betekenissen voor zijn. Ik denk dat de eerste betekenis verband kan houden met onze bandnaam. Dat je op het kerkhof tot rust kan komen (lacht). Als je niet tot rust kan komen in je leven, dan kan je er wel naar op zoek gaan. Dat is iets waar we ons op toeleggen nu, zeker na de voorbije turbulente jaren. We zijn terug op zoek naar een vorm van rust. Daarnaast heeft het ook een zekere positieve, politieke boodschap, zonder dat we daar als band dieper op in willen gaan. Het is zeker geen typische titel voor een hardrockband, we hebben ons eigenlijk ook nooit echt als een hardrockband gezien, maar het is wel een gegeven waar we allemaal naar streven.

Jullie muziek klinkt wel erg vintage natuurlijk, en dan klinkt zo’n titel ook wat dubbel. Wat denken jullie van een hippie revival? 

Dat gaat niet lukken denk ik. Er is heel wat moois te vertellen over de hippiebeweging natuurlijk, maar ik denk niet dat we zo utopisch mogen zijn als we vooruit willen. We moeten begrijpen dat geweld en hebzucht altijd op de loer liggen en we mogen daar onze ogen niet voor sluiten. Ik hoop wel dat we een revival krijgen van het besef dat we allemaal menselijk zijn en dat we niet allemaal onder hypnose moeten zijn in deze samenleving. De goede elementen uit die beweging dus, daar sta ik zeker voor open.

Kan je die filosofie ook ergens linken aan de cover die jullie laten ontwerpen hebben voor Peace?

Nee, niet echt. Ik vind het eerder een landschap waarin zich bepaalde verhalen kunnen afspelen die naar voren komen in de nummers. Bepaalde nummers zijn wat surrealistisch en op die manier past het goed bij de lyrics van het album. Die man in het midden is dan het hoofdpersonage in de ganse verhaallijn. Ik vind het fijn dat er zo’n notie is van een verhaal en dat er op die manier een eenheid wordt gecreëerd. Het is niet dat het om een conceptalbum gaat, het gaat echt om verschillende zaken en het past goed bij het dromerige landschap. Dat kan ook weer gelinkt worden aan de wereld van vandaag, want er zijn zoveel zaken die deel uitmaken van de werkelijkheid en zo surreëel aanvoelen. We proberen ook niet te veel na te denken en gaan in op gevoel en het esthetische dat daar goed bij past.

Op de vorige plaat was je er nog maar net bij, maar leverde je al wel een zekere bijdrage. Hoe was het om er van bij meet af aan bij te zijn dit keer?

Erg fijn. We zijn wel door een zekere hopeloze periode gegaan nadat Axel de band had verlaten. Toen we de nieuwe drummer gevonden hadden, toen voelde we de vonken terug om weer wat gaan te spelen. We probeerden het wel even zonder drummer, maar dat was echt moeilijk en het lukte maar niet. De komst van Oskar was dus erg motiverend. Het was wel een erg chaotische periode, er was van alles aan de hand. Maar het was daarnaast ook erg intens en diepgaand.

Het geeft zo’n opener als It Ain’t Over Yet wel een extra laag aan betekenis mee. Hebben jullie het daarom vooraan geplaatst? 

Ja. Toen we het begonnen te schrijven ging het eigenlijk niet over ons en hoe we terug samen kwamen. Na een tijdje werd die boodschap echter duidelijk en die energieke vibe erin maakte dat het ook goed zat. De lyrics spelen dan ook mooi in op het feit dat het niet voorbij is voor ons en dat we verder blijven gaan. Het was een tijdje wat minder fijn, je moet soms eens wat dromen opgeven, maar je kan wel verder gaan en wat rust vinden. Je kan er altijd wel voor zorgen dat er zaken beter gaan, zelfs als je nooit je ultieme droom behaalt. Dat geldt voor alles zo in het leven. Je kan mikken naar die droom en zo maak je anderen ook blij. Zo inspireer je het publiek.

Op die track hoor je het, maar ook op andere songs. Dit klinkt naar mijn gevoel weer wat rauwer dan het voorgaande, maar tegelijkertijd ook erg krachtig. Hoe hebben jullie de opnames aangepakt? 

Deze keer hebben we het veel anders aangepakt. De laatste keer hebben we het in een studio genaamd Atlantis opgenomen. Dat was eerder een groot filmtheater met een grote ruimte waarin we alles opstelden en de muziek brachten zoals in de repetitieruimte. Dit nieuwe album is opgenomen in een veel kleinere studio, of het gaf toch dat gevoel. Het plafond was veel lager en het gaf een compacter gevoel, zonder echo. Het zorgde dus voor een erg stille ruimte en dat uit zich ook in de muziek. Het hangt minder in de lucht en levert een sterkere impact. Op die manier konden we ook meer proberen, we konden zaken veranderen aan het geheel, wat daarvoor niet kon. Heel wat verschillende lagen voor de gitaren met verschillende versterkers, enzovoorts. We hadden meer controle over het geheel, terwijl dat vorige keer enkel het geval was bij de schrijffase. Nu was het omgekeerd, met een vrij chaotisch schrijfproces, maar een gecontroleerde opname. Behoorlijk anders dus.

Wat ook behoorlijk anders is, is die clip van Please Don’t. Wat is het idee erachter en welk genie heeft het bedacht?

(lacht) Ik ken hem niet persoonlijk, maar zijn naam is Castor. Hij is van het zuiden van Zweden en hij heeft zijn eigen stijl zo wat. Deze video is echt typisch voor hem. Hij deed erg aparte reclamevideo’s en we vonden zijn stijl echt erg fijn. Het heeft zo’n ludieke toets. Het past erg goed bij dit nummer, want het is inhoudelijk best donker en zwaar. Als je dan zo’n clip ernaast plaatst dan zorgt dat voor een interessante balans. We vroegen hem of hij een clip wou maken voor dit nummer en dat zag hij meteen zitten. Hij vond het nummer ook goed. We geven hem als volgt gewoon de complete vrijheid om er zijn ding mee te doen, met zijn interpretatie ervan.

Het zal ongetwijfeld passen op de zomerfestivals die eraan komen. Een aanrader, want ik zag jullie vorig jaar op Graspop en het is ongelofelijk hoe goed dit klinkt op zo’n metalfestival. De verfrissende band in het rijtje. Schrijven jullie ook in functie van jullie optredens of primeert jullie ‘gut feeling’. 

We volgen zeker ons gevoel. Ik denk niet dat we echt gefocust zijn op zulke festivals, maar we denken er steeds wel over na dat we muziek schrijven die fijn is om live te brengen. Nadat je enkele malen op tour geweest bent, dan denk je daar wel over na. Niet echt voor de mensen dan, maar vooral voor jezelf, omdat het fijn is om op de planken te brengen. Een doel voor dit album was dat we als band er plezier van zouden hebben om deze nummers live te brengen, maar het is zeker niet hetzelfde als het hebben van een strategie. Het is nodig dat je ze graag speelt, want je moet ze echt honderden keren spelen live.

Soms ben je je eigen stijl wel eens beu op zo’n tours neem ik aan, zeker als je ze honderden keren speelt. Is er een stijl die jij dan luistert? Ik hoorde vandaag dat producer, muziekproducent en dj Avicii overleden is, deert jou dat? (red.: het nieuws van Avicii was net bekend)

Meen je dat? Dat wist ik echt niet… Het is vooral schokkend omdat hij nog zo jong was. Ik luister niet echt naar zijn muziek, maar ik hou wel in het algemeen van elektronische muziek. Dan geen dans- of fuifmuziek dus, maar wel andere stijlen. Als je constant in het gitaar- en drumlawaai zit, dan willen je oren af en toe wel even afkoelen. Ik heb thuis wat synthesizers waarmee ik wat spacy elektronica maak, of ambient.

Dan moet je zeker je licht eens opsteken bij Cryo Chamber, dat is een geweldig label voor dat type muziek. Nog een laatste vraag dan: het is overduidelijk dat je blij bent dat je terug muziek kan maken en brengen met Graveyard, maar wat is jullie doel nu? Vooral nu die breakupfase achter de rug is. 

Ik ben persoonlijk gewoon op zoek naar ‘dat ene album’. Ik hou van de platen die we opgenomen hebben en ik ben erg trots op deze nieuwe plaat, dat zeker de beste plaat tot nu toe is. Het is echter een doel om je eigen persoonlijke favoriete plaat op te nemen. Ik weet niet hoe het bij jou zit, maar ik ben al heel mijn leven op zoek daarnaar, bezig met het constant graven naar nieuw materiaal en op zoek naar de perfectie. Een droom is dat je zoiets niet gevonden krijgt, maar het zelf op kunt nemen. We kunnen nog steeds veel beter worden en dat zal wellicht altijd een doel blijven, je bent immers nooit echt volledig blij over je resultaat. Ik denk echter wel dat deze plaat een stap in de goede richting was!

Links: