Interview met Akelei

Interview met Akelei

Toegegeven, God Dethroned blijft Nederlands hoogste notering in de jaarlijsten, zo ook in 2010. Maar er is een kaper op de kust: Akelei. Meteen met hun debuut scoorden ze een elfde plaats in de afrekening. De Zwaarte van het Doorstane, zo heet het album. Misha en Ward, zo heten de geïnterviewden.

Dag Akelei. Een dikke proficiat voor jullie nieuwe album en tevens voor de heel mooie 11e plaats in de ranking van onze users in 2010. Een onverhoopt succes?

Misha: Dankjewel Bart. Wij hopen altijd op succes maar dit was een leuk resultaat waar we een keertje niks voor hoefden te doen. We zijn de ZM-gemeenschap zeer dankbaar voor de stemmen!

Was het album een makkelijke bevalling? Ik kan me inbeelden dat het de eerste keer een beetje zeer doet.

Misha: Dat viel wel mee, afhankelijk van de gemoedstoestanden tijdens opnamesessies. We hadden een goed idee van hoe de plaat moest worden, we wisten wat we wilden. Het was vooral wennen aan de goede microfoons die alles vastleggen, ook kleine schoonheidsfoutjes die voorheen onopgemerkt bleven op eigen opnames. Die microfoons geven alle instrumenten heel helder door, terwijl wij zo gewend waren aan onze demo’s die nogal dof klinken vanwege de amateuristische opnametechniek. Een ander leerpuntje was het nummer Dwaaluur, wat uiteindelijk niet meer bij de andere nummers paste. We hebben rigoreus moeten besluiten om dat hele nummer te schrappen. “Kill your darlings”. Dat was op dat moment pijnlijk, hoewel we intuïtief aanvoelden dat het het beste was voor het album. Dat was wel het moeilijkste aan de ‘bevalling’, denk ik. Halverwege het proces je verwachtingen moeten bijstellen omdat iets wat je zo graag wilde toch niet helemaal blijkt te werken.

Voor wie jullie nog niet kent, jullie zijn een Nederlandse band. Jullie zijn actief in Utrecht, maar ook meer in het zuiden van het land, klopt dat?

Misha: Ja. Voor de volledigheid: de bandleden wonen momenteel in Utrecht, Wageningen, Breda, Tilburg en Delft. We oefenen in Tilburg. We hebben tot nu toe het meest in Zuid-Holland opgetreden maar we zouden graag ook eens wat andere streken bezoeken.

Akelei, het is eens iets anders dan pakweg My Dying Bride of Your Shapeless Beauty. Waarom eigenlijk?

Misha: Grappig dat je het zo stelt. Toen My Dying Bride begon vielen zij ook op door hun bandnaam, die op dat moment nogal onorthodox klonk voor een metalband. Onze bandnaam moest een mooi bestaand woord in het Nederlands zijn. Of het ook aansluit bij de verwachtingen die andere mensen hebben van een doom metal-band is nooit een criterium geweest.

Ik las ergens dat jullie onder andere fan zijn van Sigur Rós. Dat uit zich misschien wel qua sfeer, maar niet qua sound. Komt dat nog of is dat moeilijk combineerbaar met Akelei?

Misha: Dat zou best nog kunnen komen. Dan moet je wel denken aan Sigur Rós ten tijde van Ágætis Byrjun en ( ), de albums daarna zijn steeds opgewekter gaan klinken. We zijn echt gek op die sfeer van ( ) dus het is niet raar als je dat terughoort in onze muziek.

Wat vind je eigenlijk van het solowerk van Jonsi?

Ward: Het luistert wel lekker weg, maar uiteindelijk ben ik er redelijk snel op uitgekeken geraakt. Het is in principe net als het nieuwere werk van Sigur Rós, maar dan met wat meer bliepjes en ander gefriemel.

Misha: Ik vind het fijne feestmuziek maar ik heb me er tot op heden nog niet aan over kunnen geven. Er zit een ongekende energie in die wellicht het beste live wordt ervaren. Het is in ieder geval niet muziek die ik thuis snel op zet.

Jullie zien er allemaal eigenlijk erg netjes uit. Geen wilde haren of bedroevende baarden. Zijn jullie mensen met een begenadigde leeftijd of een respectabele maatschappelijke functie? Of vinden jullie gewoon weinig aansluiting bij de uiterlijke stijl die metal meestal heeft?

Misha: Met leeftijd heeft het op zich niet veel te maken maar sommige van ons moeten er in verband met werk wel verzorgd uitzien. Daarnaast vind ik het helemaal geen slecht idee om je als band te onderscheiden op een uiterlijke manier. Vooral op het podium. De meeste bands doen geen enkele moeite om er iets speciaals van te maken. Dat is zonde, het oog wil ook wat. Peter Gabriel had dat goed begrepen!

Als “revelatie” hebben jullie wellicht wat wind mee, helpt dat effectief wanneer je aanklopt bij labels of voor optredens of in onderhandelingen algemeen? Of zijn jullie zodanig assertief dat dat niet van belang is?

Misha: Dat is niet van belang, wij kloppen niet aan bij labels. Optredens blijven wel een probleem, ook sinds de goede ontvangst van onze cd. Wat dat betreft kan je beter veel mensen kennen die iets voor je willen regelen.

Wat is het karakter van de band eigenlijk? Ik kan me voorstellen dat melancholie meer dan eens heerst, maar wat is de oorzaak. Zijn jullie romantici of gekwelde idealisten of hebben jullie gewoon zin om de mensen te bevestigen/bekrachtigen in hun zwartgalligheid?

Misha: Is de muziek van Akelei zo zwartgallig? Ik denk van niet. Het maken van deze muziek voelt heel natuurlijk, het is iets waar we ons bij thuis voelen. In dat opzicht biedt Akelei juist troost, omdat we weten dat er meer mensen zijn die het zo ervaren. Waar de melancholie vandaan komt is onmogelijk te zeggen. Soms lijkt het of sommigen daar gewoon aanleg voor hebben terwijl anderen al stuiterend door het leven gaan.

Ward: Voor mij is het puur een muzikale uitlaatklep van mijn ‘negatievere’ gedachtes en gevoelens. Nu doe ik er in ieder geval nog iets nuttigs mee. Als er dan mensen zijn die zich er ook in kunnen vinden en er graag naar luisteren is dat mooi meegenomen, maar niet noodzakelijk voor mij om deze muziek te spelen/maken.


De negatieve energie die zeker deel uitmaakt van jullie identiteit als band (daarom niet volledig), heeft dat ook een bepaalde invloed binnen de band? Belast dat de onderlinge relatie tussen bandleden? Ik bedoel, wat houdt een band als Akelei samen?

Ward: Eigenlijk is de sfeer in de band behoorlijk ‘koel’ en rationeel. Het is niet dat we tijdens repetities met zn allen constant ontzettend melancholisch en verdrietig zijn. Iedereen doet wat hij moet doen: Misha schrijft de nummers, die worden tijdens repetities ingestudeerd en gefinetuned en vervolgens treden we op en maken we albums. Iedereen kan op zijn eigen manier zijn ei kwijt in de muziek en band, dat houdt ons samen.

Misha: Ik vind niet dat er sprake is van negatieve energie, tenzij je melancholie per definitie negatief vindt. In ons geval is de liefde voor de melancholie in de muziek juist de bindende factor. Buiten de muzikale activiteiten om zien we elkaar weinig, ook vanwege de onderlinge afstanden. Met uitzondering van Josha (bas), mijn broer, wij zien elkaar regelmatig.

Opmerkelijke bijdrages kregen we op jullie album van Cecilie Langlie, een fijne stem heeft die dame! Is dat iets waar met het oog op de toekomst verder rekening mogen mee houden?

Misha: Of we in de toekomst vaker zullen samenwerken weet ik niet. In eerste instantie was Duett als eenmalig project bedoeld, hoewel het mooi is als we het een keer live kunnen uitvoeren. Het laatste wat ik wil is valse verwachtingen scheppen. De samenwerking beviel wederzijds in ieder geval goed, daar zal het niet aan liggen.

Het is waarschijnlijk geen makkelijke opgave om alle teksten in het Nederlands te brengen. Wanneer je een vreemde taal gebruikt is de afstand iets groter en kun je dicht op de emotionele bal spelen. In het Nederlands klinkt alles makkelijker melig vind ik. Zelfs in agressieve genres. Als je iets zegt in de aard van “Ik heb de hel gezien in mijn ziel” dan klinkt dat toch net iets minder dan “I’ve seen hell within my soul” (en dan nog…). Hoe los je dat op? Hou je rekening met het kleverige aspect van je eigen taal?

Misha: Je hebt helemaal gelijk als je zegt dat de afstand groter wordt in een andere taal. Ik wilde daar vanaf. De teksten op het album zijn erg persoonlijk en ik wil dat ze de luisteraar raken. Elke barrière, elke vertalingslag die tussen mij en de luisteraar komt zwakt het effect af. Het voorbeeldzinnetje dat je noemt valt volgens mij niet om door het zogenaamde kleverige aspect maar door de nuchterheid die doorgaans met het Nederlandse wordt geassocieerd. Dat maakt zo’n zin ineens belachelijk. Maar als je het écht meent kom je er mee weg, het maakt niet uit in welke taal. Want geloofwaardigheid gaat voor alles. En het is mijn overtuiging dat je je het beste kan uitdrukken in de taal die je van kinds af aan hebt meegekregen.

De nadruk ligt ook op de verstaanbaarheid van de teksten, iets wat je bij bijvoorbeeld Grimm ook kan terugvinden. Op deze manier ben je net iets kwetsbaarder voor kritiek, maar even goed voor positieve reacties met betrekking tot de inhoud. Hebben jullie dan ook mensen die jullie vragen stellen over inhoudelijke zaken? En krijgen die vragen ook antwoord (ik kan me inbeelden dat niet alles concreet te bespreken valt)?

Misha: Niet alles valt concreet te bespreken, nee. Sommige van mijn beste vrienden weten heel goed waar bepaalde teksten over gaan, dat is voldoende. Daarbuiten heeft eigenlijk niemand om opheldering gevraagd, op een paar fans uit het buitenland na, maar die zijn nooit uit op details.

Het is een feit binnen de metalwereld dat agressie beloond wordt, net als speelmanskunst (techniek). Daar ligt jullie focus niet op (denk ik toch). Waar ligt jullie focus op lange termijn dan? Willen jullie nog meer doom worden? Hebben jullie überhaupt een muzikale missie en visie?

Ward: Ik wil graag sfeervolle, trage, lage, melancholische en melodieuze muziek blijven maken. Muziek waar ik bij weg kan dromen, zowel tijdens het optreden als thuis. Als het opgefokt en onnodig technisch wordt, kan ik er minder in opgaan. De demo uit 2008 heeft naar mijn mening nog wat meer dat dromerige dan ons debuutalbum, welke harder is. Ik zou graag weer iets meer richting dat dromerige willen gaan met het volgende album. Persoonlijk ben ik ook erg fan van Misha’s project De Tuinman en de Dood, dat sfeertje is wat ik bedoel.

Misha: Wat Ward zegt. Daarnaast is mijn missie om de teksten naar een hoger niveau te tillen, evenals de zang.

Wat en wanneer krijgen we van jullie te zien op het podium?

Misha: We spelen aanstaande zaterdag met Hymir in dB’s, Utrecht. Een dikke drie kwartier nederdoom in een gemoedelijke sfeer. Gratis koffie en thee en een koekje, je weet het. Misschien met kaarsjes erbij. Het volgende optreden daarna is waarschijnlijk in Delft, in het voorjaar. Programmeurs uit andere provincies die nog een plaatsje voor ons in de planning hebben, mail!: info@akelei.org

Bezoeken jullie ook virtuele fora zoals het onze? En heb je daar iets aan?

Misha: Op Zware Metalen zijn we behoorlijk actief, andere fora nauwelijks. En ja, daar hebben we zeker wat aan. Het biedt een klankbord waar je nieuwe ideeën voor de leeuwen kan gooien om te zien of er belangstelling voor is. Ons ‘eigen’ bandtopic heeft een aantal vaste volgers dus het functioneert onder meer als een nieuwsbron voor de fans in Nederland en België. Toen Dwaaluur nog maar net online stond was daar zelfs al een link te vinden voordat we er zelf melding van hadden gemaakt.

Bedankt voor dit interview! Nog een mededeling van algemeen belang?

Misha: Bedankt Bart! En ook iedereen op Zware Metalen die ons heeft gesteund door onze muziek te downloaden, delen, kopen of naar de optredens komt: bedankt! Het is heel goed om te zien dat de muziek zo gewaardeerd wordt en dat we er anderen mee kunnen raken. Alle nummers blijven gratis te luisteren en downloaden via onze site: akelei.org (zeg het voort).

Graag gedaan.

Links: