Interview – Arjen Anthony Lucassen
24 mei ligt de nieuwe dubbel-cd van Ayreon in de winkels; The Human
Equation. Een feit wat niet ongemerkt voorbij kan en mag gaan. Ralph Plug
had een uitgebreid en openhartig gesprek met de boomlange multi-instrumentalist,
over de huidige stand van zaken.
Het is stipt acht uur ’s avonds als de telefoon gaat. Buiten schijnt de
zon voor het eerst van het jaar echt lekker, en eigenlijk is het zonde om binnen
te zitten. De reden van dat binnen zitten is echter een goede, want aan de
andere kant van de lijn hangt Arjen Lucassen, de man achter het steeds
succesvollere rock/metal project Ayreon. Een gesprek over Pink Floyd, Charles
Dickens en uiteraard het nieuwe album.
Om maar direct met de deur in huis te vallen: wat vind je zélf van het
album?
Wil je een eerlijk antwoord? Ik vind het helemaal niets. Schrik niet, dat heb
ik eigenlijk altijd. Op het moment dat ik met een project bezig ben vind ik dat
het allerbeste wat ik ooit heb gedaan. Zodra zo’n album dan eindelijk af is en
hij gaat naar de mensen toe die het ding moeten gaan persen slaat bij mij de
onzekerheid toe. Dat is ook het moment dat de eerste reacties gaan binnenkomen.
Dan krijg je van die dingen als “de drums staan te zacht naar mijn smaak,” of
“het is toch wel even wennen.” Een vreselijke periode vind ik dat, en daar zit
ik momenteel nu weer in. Op een gegeven moment is het dan ook zo erg dat ik zo’n
plaat zelf eigenlijk niet meer op durf te zetten. Dan heb ik zelf zoiets van “ik
vind het he-le-maal niets.” Dus op het moment ben ik absoluut niet objectief.
Over het algemeen groei ik daar vanzelf ook weer over, hoor. Dan luister ik er
een jaar later naar en denk ik “tja, dat was eigenlijk toch wel goed achteraf,”
of “ik vind het eigenlijk toch niet zo goed als ik toen deed. Soms kan dat nog
wel langer duren dan een jaar. Maar goed, toen ik hier mee klaar was vond ik dit
het allerbeste wat ik ooit gedaan heb, dus laten we het daar maar bij houden,
haha.
Zit er weer een cd van de maand in, in de Aardschok?
Dat zou mooi zijn. Eigenlijk is iedere Ayreon daar cd van de maand geworden,
met uitzondering van Ambeon en Ayreonauts Only. En de Dream Sequencer
natuurlijk, maar toen had ik eerste én tweede plek, haha! Maar vooraf weet je
het toch niet; het blijft natuurlijk de mening van een man of tien. Een hoop
mensen denken dan dat het doorgestoken kaart is, dat ik iedere keer boven aan de
lijstjes eindig, maar het blijf een mening van tien mensen, en daar kun je
weinig mee of tegen doen, en er zullen er altijd wel mensen tussen zitten die
dit beter of slechter dan mijn andere werk vinden. Verder hangt het er
natuurlijk van af wat er die weken verder uit komt. Als net die week een nieuwe
Metallica verschijnt dan kan het lastig worden, al weet je het met Metallica
natuurlijk nooit, momenteel, haha!
Ben je zelf gegroeid als muzikant, de afgelopen jaren?
Het gaat me in ieder geval makkelijker af, tegenwoordig. Nou wil dat
natuurlijk niet zeggen dat het automatisch beter wordt als het je makkelijker af
gaat, maar goed. Ik weet wel dat ik vroeger tijdens de opnames óók al dik in de
stress zat, en erg onzeker was. Dat is er nu gelukkig wel af. Toen vroeg ik
tussentijds ook constant aan iedereen wat ze er van vonden, en was daar ook erg
vatbaar voor, die meningen. Dan zat ik daar ik de studio ook nog constant dingen
te wijzigen of zo. Deze plaat heb ik echter in een jaar gemaakt, en het
materiaal knalde er gewoon uit. Net of dat het er al was, zeg maar. Als je dan
na gaat dat ik over andere platen twee, twee-en-een-half jaar heb gedaan kun je
denk ik wel concluderen dat ik in ieder geval sneller ben gaan werken. Maar
nogmaals, dat zegt niets over de kwaliteit van de muziek. Er zijn legio bands
geweest waarvan het eerste werk steengoed is, maar toen ze als muzikanten meer
capabel werden niemand het meer leuk vond.
Toch verkoop jij zelf ook een hoop platen aan de hand van de namen van je
gastmuzikanten, lijkt me.
Dat vraag ik me af. Wél is het zo dat je met een paar grote namen serieuzer
wordt genomen. Kijk, als ik een plaat maak met Fish erop hebben een hoop
prog-fans toch zoiets van “euh? Waarom doet Fish daar aan mee, wat is dat dan
voor iets? Dat moet toch wel wat zijn.” En zo is het met promotie net zo. Als de
grote bladen zien dat er een fiks aantal gerenommeerde namen op mijn platen
meedoen moeten ze er eigenlijk toch ook wel wat tijd en aandacht in steken. Maar
ik denk niet dat mensen echt mijn cd’s kopen omdat er iemand op staat die ze
kennen – wellicht in mindere mate, maar verder ook niet, want er zijn ook legio
van dit soort projecten geweest met een aantal supermuzikanten erbij die voor
geen meter hebben gelopen. Ik denk dat het vooral uitmaakt of je plaat
kwalitatief goed is of niet, en dat de gastmuzikanten daar verder los van staan.
Het is goed voor je naamsbekendheid in de media, en het vestigt wat extra ogen
op je, maar uiteindelijk zal je verkoop denk ik niet veel hoger zijn.
Zo ken ik bijvoorbeeld wat jongens die totaal Dream Theater fan zijn, en
The Human Equation nu ook in één keer interessant vinden.
Maar als ze die plaat interessant vinden zullen ze hem toch eerst luisteren
denk ik, en als ze het niets vinden zullen ze hem niet speciaal aanschaffen
omdat James Labrie meedoet, lijkt me.
Nu we het toch over James hebben; hoe ben je aan hem geraakt voor de
nieuwe plaat?
Eigenlijk is hij aan mij gekomen. Ik ga al geruime tijd om met Gary Wehrkamp
van Shadow Gallery, en neemt een hoop dingen op met James Labrie. Op een gegeven
moment heeft hij Into the Electric Castle aan James laten horen. James
vond dat waanzinnig en wilde graag deel uitmaken van één van mijn volgende
projecten. Of hij vervolgens mij heeft gemaild of andersom weet ik niet meer,
maar hij liet in ieder geval weten dat hij mijn muziek erg interessant vond, en
graag met me wilde werken. Dat las ik dan ook weer in diverse interviews met
hem, en ook in het Dream Theater blad. Toen heb ik hem een keer benaderd of we
ooit nog een keertje samen zouden gaan werken, en dat zag hij helemaal zitten:
“bel me en ik ben er!” Dat was zo’n beetje de boodschap. Maar ja, dit was rond
de tijd dat ik net aan Ambeon zou beginnen, en dat vond ik niet zo’n goed plan.
Daarna kwam Star One, en dat vond ik nou ook al niet zo’n geschikt project voor
zijn stem. Ik wist dus eigenlijk van tevoren gewoon dat als ik een nieuwe Ayreon
zou doen dat ik hem erbij zou betrekken. Voor deze plaat belde ik hem dus
inderdaad, en hij vertelde me dat hij zo veel zou zingen als ik maar wilde. Zo’n
aanbod sla je natuurlijk niet af.
Dat aanbod heb je vervolgens mooi uitgebuit, want hij is op de gehele
plaat nadrukkelijk aanwezig.
Dat is zo; hij speelt op vijftien van de twintig nummers. Als je echter over
de gehele linie kijkt verschilt het per zanger of zangeres niet zo heel veel.
Hij zingt wel in veel nummers, maar dat zijn vaak maar een paar regels, wat
korte stukjes. Hij is echter wel heel aanwezig, wat je zegt. Dat ligt ook vooral
aan zijn karakteristieke stemgeluid, denk ik.
Dat zelfde heb ik ook met de bezwerende stem van Saviour Machine zanger
Eric Clayton.
Dat is ook weer een leuk verhaal. Een paar jaar geleden was hier een Duitse
journalist op bezoek voor een interview, en achteraf zaten we nog wat na te
praten over muziek en zo, toen hij me op deze religieuze band attendeerde, en
mij zei dat ik het waarschijnlijk wel gaaf zou vinden. Toen ik zei dat ik het
totaal niet kende bleek hij er wat van meegenomen te hebben. Dus hij zet dat op
en ik mij interesse was direct gewekt. Ik stond versteld van hoe duister en hoe
mystiek het klonk, en het deed me logischerwijs ook wel een beetje aan Bowie
denken, natuurlijk. Vooral die stem van Eric vond ik heel apart. Maar ja, dan
zie je die foto’s van die kerel met dat witte masker en vraag je jezelf ook wel
af wat voor figuur dat is. “Wil ik daar eigenlijk wel mee werken,” haha. Toen ik
echter aan deze plaat begon heb ik die live DVD gekocht, van dat concert in
Duitsland, en daarop is ie met allemaal bloed bezig en vlaggen en zo, en dat
vond ik best heftig, eigenlijk. Op die DVD staat echter ook een interview met
hem, en het bleek een hele gewone, aardige kerel te zijn. Dus ik vond dat ik het
maar gewoon aan hem moest vragen of hij zin had om op mijn nieuwe plaat mee te
doen. Toen heb ik een mail met mijn verzoek naar zijn management gestuurd, die
het vervolgens weer bij hem hebben neergelegd, en na een paar dagen had ik
eigenlijk direct een reactie, waarin hij stelde dat hij er wel zin in had en dat
het hem erg interessant leek. Achteraf heeft hij mij verteld dat hij mijn muziek
totaal niet kende, en dat hij maar even bij zijn bandleden heeft aangeklopt. Eén
van die jongens was inderdaad met mijn muziek bekend en heeft Eric aangespoord
om dit te doen. En direct aan zijn e-mail zag ik ook dat het een hele aardige
kerel was. Hij heeft een enorm gevoel voor humor, en heeft een hele grote indruk
op me gemaakt. Zowel als persoon als zanger, qua alles eigenlijk. Toen hij hier
weg ging had ik ook tranen in mijn ogen, dat is wel heel opvallend. Een enorm
talent.
Wat zijn de criteria die jij handhaaft bij het uitzoeken van je
vocalisten?
Ik moet kippenvel krijgen. Als ik dat niet krijg is er iets niet goed. Zo kan
iemand een fabelachtige zangtechniek hebben – ik neem als voorbeeld Glen Hughes.
Hij heeft een hoop techniek, en ik hoor hoe goed het is dat ie al die
stembuigingen en zo doet, maar zijn stem raakt me niet. En dan hoor ik een
andere zanger, die misschien veel minder kan, zoals Michael Åkerfeld of zo. Dat
is natuurlijk geen topzanger, maar van zijn stem krijg ik wél kippenvel. Het
scheelt ook wel of ik van de muziek hou waarin zo’n vocalist zit, maar dat hoeft
niet specifiek. Het maakt ook wel uit of ik ermee opgegroeid ben, zoals met Fish
of Bruce Dickinson, dat geeft natuurlijk ook wel een bepaalde meerwaarde. En of
ik er platen van heb gekocht of zo. Het geeft namelijk een hele grote kick om
met iemand samen te werken die je bewondert, en waar je eigenlijk al heel lang
zelf fan van bent. En emotionele stemmen vind ik belangrijk, helemaal op de
laatste plaat, waar emoties een integraal onderdeel van het concept vormen.
Waar haal jij je inspiratie vandaan?
Dat kan eigenlijk door van alles komen. Het belangrijkste is voor mij dat ik
gewoon zin krijg in muziek maken. Dat kan bij mij ontstaan door een goede film
te bekijken, of lekker een stuk door het bos te gaan rennen, of door goede
muziek te luisteren. Ik kan ook het ene moment lekker naar de Beatles zitten te
luisteren, en daar een bepaalde kick van krijgen dat ik een bruut death metal
nummer schrijf, dat kan maar zo. Het is niet zo dat het luisteren naar bepaalde
muziek bij mij ook direct leidt tot het kopiëren van die muziek. Inspiratie is
voor mij gewoon zin hebben om creatief te zijn, en dat is meestal door muziek te
luisteren. Ik ben gewoon een hele grote muziekliefhebber, en dan hoor ik dingen
waar ik inspiratie van krijg.