In gesprek met Shining: wanneer spreken louterend werkt

Het is altijd bijzonder een interview te doen voor ons gerespecteerde blad. Je kan met Janneke en klein Pierke een babbeltje doen maar je kan ook proberen de grote vissen of meer respectvol, de grote jongens aan de haak te slaan. Die heren of dames die al menige jaren meedraaien in onze welbekende ondergrond. Je kan dan lokaal gaan kijken of spreekwoordelijk, rond de kerktoren gaan wandelen. Of je kan ook je horizonten verruimen en naar het buitenland trekken. Iets wat we ook voor dit interview deden.

Ik kreeg immers de kans een belletje te doen met niemand minder dan Niklas Kvarforth de man achter Shining, één van mijn of ik schrijf beter, mijn favoriete blackmetalband in het depressieve/suïcidale subgenre. De heer Kvarforth nochtans van Zweedse origine, verbleef op het moment van dit interview in een ziekenhuis in het uiterste Noorden van Finland om opnieuw zijn innerlijke demonen te bevechten. Ik kreeg een welbespraakte Kvarforth aan de lijn die zich wel op de essentie concentreerde. Kijk, daar houd ik nu eens van, gewoon luisteren naar de vraag en antwoorden, niet te veel zever.

Ik moet zeggen dat ik een man aan de lijn kreeg die me terug op het juiste spoor leek. Mijn medische achtergrond leert me dat heren/dames die vechten met psychiatrische ziektebeelden echt wel hulp en steun nodig hebben. Laten we dan ook gewoon ons hoofd buigen, met het diepste respect en de heer Kvarforth het beste toewensen.

Hieronder het relaas van ons gesprek toegespitst op de elfde Shining-plaat met de duidelijke titel Shining. De nieuwe line-up komt ook aan bod. Hier en daar is er een zijsprong naar het verleden en wordt zelfs aandacht gegeven aan het ander werk van de heer Kvarforth.

Niklas, bedankt om het interview met ons te accepteren. Vertel hoe gaat het met je? Ik hoor immers dat je op dit moment bent opgenomen ergens in het Noorden van Finland?

Hoe gaat het? (lacht) Een beetje een rare vraag in deze context. Ik zit hier nog wel eventjes denk ik maar om te antwoorden op je vraag: goed. Het was nodig, het was echt nodig de artsen waar daar erg formeel in. Maar kom de nieuwe plaat…

Het nieuwe album, nummer elf intussen al weer, kreeg gewoon de titel Shining mee. Het is volgens mij, nog meer dan de vorige platen, een erg persoonlijk album geworden, klopt dat? 

Al mijn platen die ik uitbreng met Shining zijn erg persoonlijke werkstukken maar misschien deze nog meer dan de voorgaanden daar heb je een punt. Je kan het zelfs een extreem persoonlijk album noemen als je weet wat er allemaal volgde. In ieder geval is het zo dat ik voor de opnames van deze plaat al jaren geen instrument meer had aangeraakt. Via een kennis kreeg ik een akoestische gitaar in mijn handen gestopt en hij stimuleerde me er toch maar weer mee aan de slag te gaan. Iets wat ik dan ook deed. Ik schreef vervolgens het gehele nieuwe album op nog geen drie dagen tijd en dat op die akoestische gitaar. Het is zo dat ik altijd mijn muziek laat vertrekken vanuit de akoestische gitaar. Schrijf je een sterke riff dan klinkt deze ook wanneer je er distortion over gooit. Althans dat is mijn mening. Door het zo te doen kan je er nog meer gevoel, meer atmosfeer in steken in die riffs, in die nummers. Net als op plaat vijf, het album Halmstad (Åttiosextusenfyrahundra), vond ik dat er ook plaats was voor een piano intermezzo. Ditmaal werd gekozen voor werk van Satie (Åttahundratjugo) ook uitgevoerd door Palsson.

Zoals op de overige platen is de interactie, de dialoog tussen de verschillende instrumenten, de vocalen en de piano erg herkenbaar. Hoe komt dit tot leven?

Eigenlijk niet, het komt niet echt tot leven tijdens het schrijfproces. Het komt pas tot leven in de studio. We hebben daar echt geprobeerd een bandgebeuren naar voren te brengen wat in mijn ogen ook gelukt is. Dat ging wel vrij snel ook nu weer met de hulp van Andy Larocque. Hij weet intussen hoe ik in elkaar steek en hoe de juiste sound te creëren.

Net als voorheen zijn er toch wat line-up wisselingen, de meest opvallende, althans voor mij, is de introductie van Nick Barker op de drumkruk? Hoe kom je bij hem?

Nick en ik kennen elkaar al langer. We zijn als je wil twee personen die in vele zaken hun gelijke tegenkomen. Soms kan je ons ook gewoon zien als twee “violent idiots” maar gelukkig zijn we weer ouder geworden en kunnen we elkaar ook kalmeren. De muziek van Phil Collins en Genesis is nog iets waar we onze gelijke in vinden. Die drumpartijen zijn toch magistraal te noemen. Dus op een bepaald moment vroeg ik Nick gewoon de partijen voor de nieuwe plaat in te spelen. Iedereen kent hem natuurlijk voor zijn ultra strakke en erg snelle spel. Hetgeen hij op deze plaat brengt, is toch net weer anders. Zowel Andy als ik hebben hem gepusht naar de juiste grenzen en het resultaat is er dan ook naar.

Het werken in een studio, nu ook weer aan die nieuwe plaat, geeft je dat geen stress of ongemakken?

Gelukkig ken ik Andy al jaren, dat helpt. Hij weet precies wat te doen en wat ik verwacht. Daarnaast is het natuurlijk altijd een hele klus om het budgettair in orde te krijgen, het blijft een duur gebeuren, die opnameprocessen en alles wat daarna volgt en vaak kost het meer dan het ons opbrengt. De steun vanuit Napalm Records was ook nu erg belangrijk te noemen.

In aanloop naar de release van de nieuwe plaat Shining zijn er twee videoclips gelanceerd. De ene gebruikt het artwork van meneer Taccardi (Avsändere Okänd), de andere werd gemaakt door Claudio Marino (Allt För Döden). Ze hebben alle twee toch een zekere impact, niet?

Op zich is het maken van een videoclip of meerdere clips altijd een moeilijke oefening voor ons. Langs één kant zitten we altijd met dat beperkte budget. Langs de andere kant hebben we vaak lange of langere nummers wat ook op deze plaat het geval is. Ik wilde graag met Claudio Marino werken voor het nummer Allt För Döden. Ik leerde deze kerel kennen toen ik samen met de heren van Behemoth een videoclip maakte voor het nummer A Forest. Ik voelde me direct op mijn gemak bij Claudio Marino. In de clip van Allt För Döden is hij er gewoon erg goed in geslaagd om met een beperkt budget ergens in Stockholm deze clip te draaien. Goh, we hebben wel wat moeten schuiven met de opnamedata daar ik nog opgehouden werd op de luchthaven van Helsinki, maar kom. Het verhaal is goed verteld. Laat ons zeggen dat de Italiaanse frustratie zijn doel niet gemist heeft.

Ach ja, met een videoclip kan je altijd wat extra’s, wat mensen shockeren, tegen de schenen trappen, maar daar lig ik al lang niet meer wakker van. Sommige mensen zullen de muziek ook gewoon brol vinden maar ook dat boeit me niks. Na de opname van deze videoclip is het echt snel met me achteruit gegaan en vandaar dat ik nu hier ben.

Er werd ditmaal gekozen voor een samenwerking met Napalm Records, in het verleden passeerden al verschillende labels (Spinefarm, Avantgarde Music, Season Of Mist). Hoe komt dat?

Inderdaad, er zijn al veel samenwerkingen gepasseerd. Ook ditmaal, net als bij de vorige plaat, is de samenwerking met het label een licensedeal te noemen en dit vanuit TSI (The Sinister Three, eigen label van Kvarforth, red.). Om het op deze manier doen, leek ons de beste opzet. Zo kon er ook de meest passende strategie ter promotie en dergelijke uitgezocht worden. De mensen in Napalm Records ken ik al meerdere jaren, misschien al wel twintig jaar. Tien jaar geleden contacteerden ze me al maar de samenwerking is nu pas tot stand gekomen.

Als we verder in het verleden graven van Shining valt me onder andere een samenwerking op met de Sloveense blackmetalband Srd. Er was ter promotie van die split zelfs een tour (Return Of The Enemy Tour, 2019 – deze tour sloot af in Kuurne op Thronefest) opgezet. Toch bijzonder. Muzikaal zijn er raakvlakken, hoe kwam de samenwerking tot stand?

Man, dat was me een periode. Het leek toen allemaal alleen maar te mislukken. Versta me niet verkeerd, de gasten in Srd zijn erg goede kerels maar nog eens samenwerken zal er toch niet van komen. We hebben toen erg intens samengewerkt voor de promotie van hun werk, veel geld erin gestoken ook en alles draaide grotendeels op een sisser uit. Voor bands, vaak startende bands, is het niet altijd duidelijk wat voor zakelijke kant bij het houden van een band komt kijken. In die periode heeft Marcus heel wat zaken rechtgetrokken. Eén van de toenmalige gitaristen, die booking agent was, is een week voor de tour gestopt. We hebben toch getracht de tour tot een zo goed mogelijk einde te brengen ondanks vele problemen. Nu krijg je me met geen stokken meer zo een tour in geduwd.

Komen er dan geen live optredens ter promotie van de nieuwe plaat?

Echt toeren zie ik niet meer zitten maar een paar live optredens moet zeker lukken, alleen weet ik niet goed hoe dit op dit moment te organiseren. Ik zit nog wat opgesloten als je het zo kan noemen en iedereen is intussen op de hoogte van de gezondheidstoestand van Nick. Hij kwam eind vorig jaar echt in een levensgevaarlijke toestand terecht, hij werd ernstig ziek. Dus je kan het op heden een gecompliceerde situatie noemen.

Op persoonlijk muzikaal vlak heb je in het verleden je vocalen al uitgeleend aan andere bands. De meest indrukwekkende van het laatste jaar vond ik toch deze in Høstsol, kan je dat beamen?

Oh bedankt! Ja in Shining schrijf ik alles, in Høstsol moet ik gewoon de zang afleveren. Op zich is dat ook een bijzonder verhaal. Ik kan me immers nog goed herinneren toen ik nog jonger was (lacht), dat ik ergens in een bibliotheek na school naar oude Manes (Tor-Helge Skei, de grondlegger van Manes, is tevens de bezieler van Høstsol, red.)  nummers zat te luisteren. Tja en nu werken we samen binnen. De plaat waar je over spreekt is deze uit januari 2023, Länge Leve Döden via Avantgarde Music uitgebracht maar ik kan je vertellen dat Skei zoveel schitterend materiaal heeft liggen voor nog heel wat platen. Hij schrijft met zo een gemak.

Zo ik denk dat we er door zijn… Heb je misschien nog afsluitende woorden voor onze lezers?

Och ja, de befaamde laatste woorden (lacht). Bedankt voor de support, de steun… Zeker voor hen die achter mij en Shining staan. De rest interesseert me niet. Kill ’em all zou je kunnen schrijven (lacht).

En zo komt een einde aan een babbel van meer dan dertig minuten. Een babbel waarin op bepaalde momenten de heer Kvarforth toch diep in zijn ziel liet kijken en ook meteen duidelijk maakte hoe de muziek die van zijn hand komt zo persoonlijk te noemen valt. Nu, dat wisten we deels al. Bijzonder interview met een bijzonder man, zo ga ik het toch voor mezelf onthouden.

Links: