Het beste van eigen bodem – In gesprek met Blackbriar over de aankomende tour, het nieuwe album en bijzondere muzikale ervaringen

Liefhebbers van de vele metalbands die het koude kikkerlandje Nederland te bieden heeft, hebben de muziek van Blackbriar ongetwijfeld al eens voorbij horen komen. Deze band, ontstaan in het prachtige Assen, is al sinds 2012 actief in de muziekwereld en brengt op vrijdag 29 september zijn tweede volledige album A Dark Euphony uit, voor het eerst onder het label Nuclear Blast. Zware Metalen sprak met leden Zora Cock (zang) en René Boxem (drums) over het nieuwe album, de aankomende tour en de samenwerking met Nuclear Blast.

Hallo René en Zora, hoe gaat het met jullie?

René: Goed! Wel heel druk nu. Dit zijn even hele drukke weken waarin er nog van alles geregeld moet worden. Onze tour gaat aanstaande dinsdag al van start, dus we zijn nu druk met de laatste voorbereidingen.

Kunnen jullie jezelf, voor de mensen die jullie niet kennen, even voorstellen en vertellen hoe jullie zijn samengekomen als band?

Zora: Wij zijn Zora Cock en René Boxem, de zangeres en drummer van de band. De band is ontstaan in 2012, nadat we samen een concert van Slash bezochten, met Halestorm in het voorprogramma. Dit vonden we zo gaaf dat we besloten dat wij dat ook wilden doen! Op dat moment zaten wij allebei op de muziekopleiding in Groningen en hebben we er andere bandleden bij gezocht.

Hoe zijn jullie op de naam Blackbriar gekomen? Heeft dit nog enige betekenis?

Zora: Niet per se. Ik heb toendertijd gewoon een hele lange lijst gemaakt met allemaal namen. We wilden eigenlijk Fractured Fairytales heten, maar toen kwam ik erachter dat er al een andere band was die zo heette en hebben we maar besloten om onze eerste EP zo te noemen. De naam Blackbriar kwam ik denk ik gewoon ergens tegen en we vonden dat het precies paste bij wat we willen uitstralen; donker en romantisch tegelijk.

Toen ik Blackbriar opzocht vond ik ook iets over Jason Bourne, maar dit heeft er dus niets mee te maken?

René: Nee, dat moeten we denk ik even weg laten halen door Wikipedia, haha. Je hebt in die filmserie een soort Mission Impossible-operatie die ze uitvoeren die Blackbriar heet. Dat komt iedere keer teug en sommige mensen op YouTube denken ook dat we daar onze naam vandaan hebben, maar dat is dus niet zo.

In november vorig jaar hebben jullie getekend bij Nuclear Blast. Waarom heeft dit volgens jullie zo lang geduurd? Jullie hebben namelijk al flink wat muziek uitgebracht door de jaren heen, waaronder in 2021 jullie eerste album.

René: Altijd hadden wij de gedachte dat we een soort doe-het-zelfmentaliteit zouden behouden als band, want dat is ook waar we heel veel plezier in hadden: alles zelf doen, ieder aspect van muziek maken. Het is eigenlijk zo dat we nooit van plan waren om samen te werken met een label. Door de jaren heen zijn we gegroeid en hebben we de fundering zelf gelegd. We zijn via een vriend van ons, die ook een vriend van Nuclear Blast is, in gesprek geraakt met het label. Dat gesprek is overgegaan in een soort contractonderhandeling, waarin we hebben gekeken of we samen een vruchtbare samenwerking konden aangaan, waar beide partijen blij van zouden worden. Dat heeft even geduurd, twee jaar ongeveer, maar dat is wel iets geworden waarbij wij nog steeds onze identiteit kunnen waarborgen en alles waar we onze passie in vinden nog steeds kunnen doen.

Zijn er nog veranderingen die wij gaan merken nu jullie bij het label zitten? Hangt jullie aankomende tour bijvoorbeeld ook samen met het tekenen bij Nuclear Blast?

René: Deze tour hangt niet per se samen met het tekenen bij Nuclear Blast. Deze tour zou al gaan gebeuren. Maar ik hoop dat je wel veranderingen gaat zien, want wij verwachten te groeien. De exposure van onze band wordt wereldwijd ingezet bij Nuclear Blast. Wij hadden dat netwerk niet, dus we verwachten wereldwijd wat meer bekendheid te krijgen: dat er meer over ons gepraat gaat worden, deuren worden geopend, ook buiten West-Europa. Nuclear Blast adviseert ons hierin. Ik verwacht dus vooral dat die groei nu sneller zal gaan.

Als je kijkt wat jullie zelf al hebben opgebouwd, zonder een label, dan hebben jullie op eigen kracht echt een hele flinke groei weten door te maken.

René: Wij waren inderdaad ons eigen label, hebben alles zelf opgebouwd, volledig organisch, zonder advertenties of iets dergelijks. Dit hebben we door de jaren helemaal zelf gedaan. Daar zijn we ook heel trots op. Nuclear Blast dacht: hier kunnen wij iets aan toevoegen en op papier was dat voor ons ook het geval.

Zora: Dat is waarom wij het ook belangrijk vinden om onze video’s nog steeds op ons eigen YouTube kanaal te blijven plaatsen; omdat we dit zo lang hebben opgebouwd en we het belangrijk vinden dat onze abonnees dat soort dingen nog steeds op ons kanaal kunnen zien.

Waar jullie muziek voorheen wat meer in de symfonische richting zat, lijken jullie nu meer de richting van Lacuna Coil, de gothic/alternatieve metal, op te gaan. Herkennen jullie je daarin en hoe komt dit?

Zora: Dat is niet bewust. We schrijven altijd op een bepaalde manier en dat blijven we ook doen. Het is niet dat we met opzet denken van “goh laten we nu deze stijl eens proberen”. Het loopt dan gewoon op een bepaalde manier of het liedje heeft dat dan nodig en dan ontstaat dat zo.

Hoe verloopt bij jullie het schrijfproces, is dit iets waar jullie met de gehele band voor gaan zitten?

Zora: Nee, we gaan hier niet samen voor zitten. Ik begin gewoon met de tekst en wanneer ik die af heb kom ik met een melodie, zonder dat er nog muziek is. Ik neem het op, stuur het naar René, en die maakt op basis daarvan de muziek. Dit werkt perfect voor ons en zo heb ik alle vrijheid om te bedenken wat ik wil met mijn zang en hoef ik me niet aan bepaalde al geschreven muziek te houden.

René: Ieder liedje is los geschreven, wat vrij normaal is, maar ook binnen een album, is iedere song met nieuwe inspiratie geschreven. Niets is conceptueel. Tuurlijk is er wel een overkoepelend verhaal waar Zora graag over schrijft of thema’s waar ze van houdt. Maar niets staat in verbinding met elkaar. Ik denk niet dat er iemand in deze band is, die vindt dat we andere muziek maken dan vijf jaar gelden, behalve dat we gegroeid zijn als muzikanten en tekstschrijfster. Als collectief groei je naar een volwassener sound en dat is denk ik het verschil waar jij het over hebt. Eerst heb je het over een Blackbriar waarin we alles zelf deden: Zora stond in de slaapkamer op te nemen en mijn drums zijn tussen de rommel opgenomen. Dat staat dan in contrast met de opnames die we de afgelopen jaren met Joost van den Broek in de studio doen. Dat is denk ik de progressie die je hoort, die doet denken dat je andere muziek hoort. Het is denk ik een volwassenere versie van wat we al die jaren al proberen te doen. We luisteren niet naar een band en denken van “oh laten we zoiets gaan doen”. We zijn echt, misschien één van de weinig bands, die alleen met zichzelf bezig zijn. Dat klinkt misschien stom, maar ik luister naar Zora en haar opname en dat is ook direct mijn inspiratie. Ik heb niet daarvoor naar andere bands geluisterd. Natuurlijk luisteren we ook naar andere bands, maar dat is dan echt meer voor wanneer we onderweg zijn naar shows.

Jullie vertelden begonnen te zijn nadat jullie Halestorm live hebben zien spelen. Is dit voor jullie dan ook echt een droomsamenwerking of zijn er andere artiesten waar jullie graag nog eens iets mee zouden willen doen? 

Zora: Halestorm zit natuurlijk meer richting de hardrockkant. Dat hebben we de eerste vijf jaar ook heel erg geprobeerd  doen, waarna we erachter kwamen dat dat niet bij mijn stem past, haha. Maar het zou natuurlijk heel cool zijn om wat met hen te doen, want eigenlijk zijn we vanwege hen gestart.

René: We zijn intussen wel een beetje ‘full circle’ gekomen met Halestorm. Wij hebben ze voor het eerst gezien in wat toen nog de Heineken Musical Hall heette en drie jaar geleden hebben we de aftershow gespeeld van Halestorm in AFAS Live. Dus zo zijn we in acht jaar wel gekomen op zowel de plek als met de band waar het allemaal mee begon. Een samenwerking met Halestorm zou nu misschien niet echt meer bij ons passen. Als je het ons zes jaar geleden gevraagd zou hebben dan zou dat absoluut onze droom geweest zijn, maar nu zijn we muzikaal een ander pad ingeslagen.

Zijn er nog andere artiesten of bands waar jullie graag eens mee zouden samenwerken?

René: Zora heeft altijd wel ideeën van mensen waarmee ze wil samenwerken. Toevallig lopen er al wat lijntjes, dus er komen wellicht al wat samenwerkingen aan.

Zora: Toevallig heb ik al iets nieuws geschreven, voor na het album, wat een beetje een duet is. Daarvoor heb ik al iemand gevraagd, maar daar zullen jullie dus nog even geduld voor moeten hebben.

Wanneer kunnen we dit ongeveer verwachten? Of gaan jullie hier pas wat mee doen zodra het weer even wat rustiger wordt?

René: Ja dat vooral. Als het ooit rustiger wordt, haha. Maar we hebben het er wel vaker over dat het heel tof zou zijn om nog eens iets met Epica te doen. We zijn al vaker met ze mee geweest en zijn toch wel vrienden momenteel, dus zoiets is natuurlijk wel echt te gek. Maar we hebben het allemaal druk, verschillende agenda’s en interesses, waardoor het nog nooit opgebracht is, maar dat lijkt me wel heel tof. Misschien met Simone Simons een keer een duet ofzo.

We hadden het al even over het schrijven van de liedjes, waar baseer jij je teksten op Zora? Waar haal jij je inspiratie vandaan en vind je het belangrijk dat er een verhaal achter je teksten zit?

Zora: het is vaak een verrassing waar de inspiratie vandaan komt. Ik vind het altijd heel leuk om over geschiedenis, folklore of mythische verhalen te schrijven maar ook over mijn persoonlijke leven. Het kan bij wijze van spreken alles zijn. Als ik inspiratie heb, grijp ik het altijd met beide handen aan, want het komt ook voor dat ik maanden geen inspiratie heb en dat is altijd heel frustrerend, haha. Er gewoon voor gaan zitten en beginnen met schrijven werkt voor mij over het algemeen niet.

Jullie nummer Forever and a Day is net uitgekomen, wat is het verhaal daarachter?

Zora: De tekst is oorspronkelijk geïnspireerd door de serie Poldark, maar naarmate ik het aan het schrijven was is de betekenis veranderd voor mij. Het gaat nu meer over een vrouw die in de rouw is en haar geliefde al heel lang geleden is kwijtgeraakt. Ze probeert opnieuw met een man op een date te gaan, maar komt erachter dat haar hart nog steeds bij haar overleden man ligt.

Hebben jullie een favoriet nummer op het nieuwe album?

René: Forever and a Day is sowieso één van mijn favorieten, maar ik ga toch Far Distant Land zeggen. Dat is voor mij persoonlijk niet eens omdat het muzikaal heel goed gelukt is, maar het hele liedje vind ik gewoon goed gelukt: wat wij voor ogen hadden voor die song, heeft qua tekst en melodie allemaal heel goed uitgepakt. Het is ook een andere richting voor ons als band, we spelen met wat andere dingetjes. Dat zegt niet per se iets over onze muziek in de toekomst, maar vind ik wel heel leuk aan dat nummer.

Zora: Far Distant Land was het liedje waarbij ik even tranen kreeg toen we voor het eerst naar de mixer gingen om het te luisteren. Daarvoor was het Cicada, maar mijn favoriete nummer van het nieuwe album verandert voor mij de hele tijd.

Bij iedere single hebben jullie apart artwork uitgebracht, zit daar nog een verhaal achter en wie hebben jullie hiervoor gevraagd?

René: Zolang deze band bestaat, wordt alle artwork door één persoon gemaakt. Dat gaat van de T-shirts, tot de artwork voor de singles en vinyl.

Zora: Het bandlogo ook!

René Ja, alles wat wij visueel aan artwork hebben, wordt gedaan door een jongen uit Indonesië. Alib heet hij. Hij heeft ooit via een wedstrijd ons logo ontworpen en had het winnende ontwerp. Zijn ontwerp was zo goed doordacht dat wij er helemaal van ondersteboven waren. Toen heb ik hem benaderd om de rest ook te doen en sindsdien hebben wij een hele goede samenwerking. We hebben een heel duidelijk beeld van hoe de muziekvideo’s eruit moeten zien en het artwork is normaal gesproken een verlengstuk hiervan. De inspiratie van het liedje is dus ook de inspiratie voor het artwork.

Vragen jullie dan ook om specifieke dingen te verwerken of laten jullie de video zien/het nummer horen en laten jullie Alib hierin verder helemaal vrij?

Zora: We laten soms een beeld zien uit de video om te vragen of hij daar iets mee kan, verder leggen we het gewoon uit. Er zit ook een grote taalbarrière, dus er wordt soms wel eens iets compleet verkeerd begrepen waardoor je hele andere dingen terugkrijgt, haha.

René: ik moet daarom soms in Paint tekenen wat ik bedoel, dus dan teken ik bijvoorbeeld een simpel poppetje en een bloemetje. Wat hij daarna hiermee doet, wat we van hem terugkrijgen, is echt ongelooflijk goed. Hij weet precies wat wij willen.

Zora: Zeker na het zien van de schetsen van René is het ongelooflijk dat Alib daar dan zoiets moois van weet te maken, haha.

René: Wat ook grappig is, is dat, omdat Alib uit Azië komt, de mensen op de voorgrond van het album We’d Rather Burn ook Aziatisch zijn. Dat zijn de mensen die hij in zijn omgeving ziet. Je ziet daarom op de cover zowel de Nederlandse bandleden die op de brandstapel staan als twee Aziatische mensen met fakkels op de voorgrond. Dit vonden we heel leuk en hebben we dan ook zo behouden. Hij is er al zo lang nauw bij betrokken dat hij echt voelt als een bandlid voor ons.

Zora: ik vind het ook fijn om een vaste stijl te hebben als band die bij ons past. Daar hebben we echt geluk mee gehad.

Hebben jullie een optreden gedaan in het verleden dat jullie heel erg is bijgebleven?

René: We hebben meerdere optredens gedaan die me heel erg zijn bijgebleven. We hebben ooit een keer een show gedaan voor defensie. De militairen waren net op oefening geweest in Polen en hadden één dag in Nederland om even los te gaan voor ze weer terug moesten. Wij mochten daar spelen en wisten totaal niet wat we moesten verwachten. Dat werd vervolgens echt een gekkenhuis. De lichtinstallatie en de tafels en stoelen vlogen door de zaal.

Zora: De monitoren vielen bijna op ons hoofd, haha. Het was wel een hele leuke ervaring trouwens, want het klinkt nu misschien niet zo, maar dat was het zeker wel!

René: Ja, het was echt een gekkenhuis, haha. Daarnaast hebben we altijd die highs wel. Je gaat van het kroegje van die eerste show steeds een stapje verder, en al die tussenstappen zijn wel shows die me bijgebleven zijn. Zoals recentelijk: om dan eindelijk aan Summerbreeze mee te mogen doen, een festival dat we al acht jaar volgen. Nu mochten we er dan eindelijk staan!

Het zijn dus echt die stappen naar grotere locaties, grotere shows die jullie heel erg bijblijven?

Rene: Het hoeft niet eens groter te zijn. Het kan ook een locatie zijn. We hebben een paar weken geleden op een festival gespeeld in Zwitserland aan een meer. Het was echt een Nederlands feestje, van iedere band kenden we wel iemand. Zelfs de stagemanager was Nederlands. Het was super gezellig. Dat podium had uitzicht op het meer en de heuvels. Zo’n mooie locatie blijft je wel bij.

Zora: Ik sluit me daarbij aan en al die eerste keren dat we met Epica mee mochten bijvoorbeeld, dat zal ik nooit vergeten. En ik vond de laatste show, op Wave-Gotik-Treffen heel gaaf. Oh en met dArtagnan was het ook één groot feest!

René: Eigenlijk is alles een feestje. Er zijn geen vervelende shows bij. We hebben recentelijk ook met Charlotte Wessels een paar clubshows gedaan. Dat zijn ervaringen die we als band ook echt wel nodig hebben. We moeten op dit moment zoveel mogelijk spelen. Alles wat we doen is vaak wel leuk, zolang het niet is zoals in de eerste drie jaar.

Zora: Al de shows uit de beginperiode van de band mogen we wat mij betreft zo snel mogelijk vergeten, haha.

Omdat deze shows voor jullie gevoel niet goed genoeg waren?

René: Ja dat, het was gewoon slecht. We speelden in kleine zalen waar mensen allemaal met hun armen over elkaar stonden.

Zora: We hadden onze draai ook nog niet echt gevonden.

René: Wat we probeerden was ongeloofwaardig, maar ik denk wel dat dit iets is waar iedere band doorheen gaat. In het begin is het zwaar. Het is moeilijk omdat niemand je muziek kent, dus niemand vindt het tof. Je krijgt op die manier vanuit het publiek dan geen energie terug. Sinds een paar jaar krijgen we die energie wel terug. Mensen kennen de muziek, zingen mee. Dat is wel het volgende niveau wat je dan bereikt voor je gevoel, dat mensen je muziek kennen en speciaal komen om jouw band te zien. Dat is echt een onwijs tof gevoel. Dat is waar we het voor deden, waar we die eerste zes jaar naartoe gewerkt hebben.

Is er toevallig ook nog een locatie of festival waar jullie graag zouden willen spelen?

René: M’era Luna.

Zora: Wacken, Graspop

René: Ja, Wacken lijkt me ook wel heel vet! Maar ik zou het ook fantastisch vinden om voor honderd mensen in de Verenigde Staten ergens te spelen. Dat doe ik waarschijnlijk liever dan in Duitsland op een van de grotere festivals, omdat dat een nieuwere ervaring is. Niet dat de festivals allemaal hetzelfde zijn, maar dat ligt toch dichter bij huis en dat gevoel ken je beter. Een optreden in Japan of in de Verenigde Staten, die ervaringen, daar zijn we nog een beetje naar op zoek. ProgPower USA, een festival waar veel Nederlandse bands komen, zou ook zeker iets voor ons zijn.

Jullie optreden in Tivoli vindt op 28 september, plaats. Jullie album komt echter pas de dag hierna uit. Geven jullie tijdens de show wel al een voorproefje van het album?

Zora: Ja, we zijn vanaf dinsdag al op tour en ook al komt het album vrijdag pas uit, we gaan gewoon de setlist spelen met de nieuwe nummers. Dat wordt wel een unieke ervaring.

Vinden jullie het spannend hoe mensen gaan reageren op de muziek? Op deze manier zie je live meteen de eerste reacties.

Zora: Ik vind het altijd spannend ja, haha.

René: Dat sowieso, niemand kent de nieuwe liedjes die we spelen natuurlijk. We verwachten dat het heel rustig in de zaal blijft, omdat iedereen staat te luisteren. Na een nummer wachten we dan even af of het applaus hard genoeg is of niet en dan weten we vanzelf of het een goed liedje was, haha.

Jullie gaan touren met Ad Infinitum. Hoe is deze samenwerking tot stand gekomen?

René: Ad Infinitum is officieel iets later ontstaan dan wij, maar zodra wij een beetje wisten wat wij gingen doen, zijn zij ook ongeveer begonnen. Melissa Bonny, de zangeres, kenden we al langer en hadden we ook al gezien bij andere bands. We zijn al die tijd een beetje op gelijk niveau bezig, dus dan volg je elkaar als bands. Vervolgens hebben we elkaar ontmoet en was er meteen een klik. Anderhalf jaar geleden hebben we besproken of we niet eens samen zouden touren en daarna zijn we ook daadwerkelijk gaan plannen.

Is er nog iets wat jullie graag kwijt willen?

René: ik ben heel benieuwd wat iedereen straks van het nieuwe album vindt. Dat lezen we heel graag en we reageren daar ook persoonlijk op.

Zora: Ja, we horen heel graag wat jullie er allemaal van vinden!

Nieuwsgierig geworden? A Dark Euphony is vanaf 29 september in huis te halen en op alle muzikale platformen te beluisteren.

Links: