Dream Theater’s John Myung: “Tijd is een soort van ruwe klei en het is zaak om daar een mooie vorm in te maken”

Op 22 oktober kwam het nieuwe album van Dream Theater uit. A View from the Top of the World is alweer het vijftiende studioalbum van de pioniers van de progressieve metal. Tijd om eens te praten met bassist John Myung over het schrijfproces, zijn bezigheden tijdens de pandemie en als bonus over wat spiritualiteit.

Ik las ergens dat jullie dit album opnamen omdat touren er voorlopig toch niet inzat en er dus niet echt een deadline was voor dit album.

We hadden wel een deadline, maar we begonnen gewoon en werkten in een tempo dat natuurlijk voelde en niet gehaast was. The Alien was het eerste nummer dat we schreven en het voelde direct alsof we elkaar helemaal begrepen. Dat nummer zit vol met energie en dat zette ook de toon voor de rest van het schrijfproces. Ik heb erg genoten van het schrijfproces en ik denk dat we met erg toffe dingen zijn gekomen.

Ik denk dat dit album een van de zwaardere albums is die jullie de laatste jaren hebben uitbracht, zo staan er bijvoorbeeld geen ballads op dit keer. Was dat een bewuste keuze?

We zijn niet begonnen met dat idee, maar het is gewoon zo gelopen. Een zwaar nummer als Awaken the Master was het laatste nummer dat we schreven. In de zomer van 2020 hadden we zes nummers en John (Petrucci – gitarist, red.) had een Ernie Ball 8-string die hij al lang op het oog had en hij wilde daar graag een nummer mee schrijven. Dus toen we in januari samen kwamen om nog wat delen van partijen opnieuw in te spelen schreven we nog een nummer. Het is een hele coole song geworden met monsterlijke gitaar.

Heeft de pandemie nog voor problemen gezorgd met betrekking tot het gezamenlijk schrijven en het opnemen van het album?

We konden gewoon elke dag naar de studio en er waren slechts een aantal dingen waar we een oplossing voor moesten vinden met behulp van technologie. James (LaBrie – zanger, red.) kon niet zomaar invliegen omdat hij in Canada woont dus hadden we een Zoom-opstelling met camera’s en monitoren zodat hij er digitaal bij kon zijn. Zo was hij gewoon onderdeel van het proces en konden we werken zoals we eigenlijk altijd werken. Samen in dezelfde ruimte, maar met hem er nu dus digitaal bij. En het was goed om zo te kunnen werken, want dat samen creëren maakt het spelen in een band zo tof.

Het titelnummer is ook de epische afsluiter van het album met een speelduur van meer dan twintig minuten. Begin je zo’n nummer al te schrijven met de gedachte dat dit de epische afsluiter wordt of groeit dat natuurlijk uit tot zoiets?

Dat was het vijfde nummer dat we schreven. Op dat moment zei John Petrucci: “Laten we een episch nummer schrijven, dat hebben we al een tijdje niet gedaan.” Hij had een idee en zo begon het eigenlijk. De ideeën zweven dan een tijdje in de lucht en dan besluit je om bepaalde stukken verder te ontwikkelen en dan neem je de ideeën van die dag op. Dan kunnen de volgende dag allerlei dingen gebeuren: Je kan besluiten om opnieuw te beginnen of iemand heeft juist een idee dat een goed vervolg is op wat we hadden. Of we knippen dingen op en plaatsen ze in andere delen van het nummer. Zo gaat dat proces. Met dit nummer duurde het lang. Het vereist een hoop brainstormen, ideeën die rondzweven en een deel van de uitdaging is om het te laten werken. Soms kom je met ideeën die wel goed zijn voor het nummer maar nog te vroeg komen en dan werk je eerst andere delen uit om er later bij terug te komen. En zo wordt het uiteindelijk een twintig minuten durend nummer met al die verschillende delen. Dat maakt het Dream Theater.

Is er dan iemand die de uiteindelijke beslissingen neemt of gaat het heel democratisch?

Dat gaat heel democratisch, want dat maakt ook wat het is. Dat het van ons allemaal is.

Hoe ga jij daarin te werk?

Ik hou ervan om vroeg naar de studio te komen. Een uur van tevoren ongeveer. Dan warm ik op en luister ik naar wat ideeën. Ik heb mijn eigen opnameopstelling in de studio; een laptop met Cubase software. Daar kan ik al wat ideeën opnemen zonder anderen te storen. Tegelijkertijd heb ik een persoonlijke bibliotheek van allerlei eerdere ideeën die ik ook speciaal voor dit soort momenten, het schrijven van een album, kan gebruiken. Ik vind het belangrijk om ideeën op te kunnen nemen op het moment dat ik inspiratie heb. Als je dan aan nummers aan het werken bent kan je teruggaan naar je opgenomen ideeën en luisteren of daar wat geschikt tussen zit. Dus ik luister naar dingen en als ik dan iets tegenkom wat ik heel cool vind, laat ik het bijvoorbeeld aan John Petrucci horen. Dan gebruiken we het of juist niet. En dat is het mooie van in een band spelen: in zo’n soort omgeving ideeën uitwerken met de anderen. Het is interessant, want we spelen al een tijd samen, maar toch leer je steeds weer van elkaar. Elk album maakt je ergens van bewust waar je eerder nog niet bewust van was.

Wat was dat tijdens de opnames van dit album?

Het gevoel bij tempowisselingen, vreemde maatsoorten, transities tussen verschillende riffs en secties. Tijd is een soort van ruwe klei en het is zaak om daar een mooie vorm in te maken, om orde te creëren in al die ideeën. Dat is heel belangrijk en dat is de kunst van het muziek maken. Als je namelijk alle ruwe ideeën bij elkaar giet dan klinkt het totaal niet als een nummer. Vanuit een drummerperspectief moet je het gevoel bepalen van de transities. Wat moet er gebeuren en wat heeft dat vervolgens voor invloed op de interpretatie van die sectie? Ik zag dat deze keer erg veel terugkomen tijdens het schrijven van dit album.

Je hebt de tekst van Awaken the Master geschreven. Kan je vertellen wat het verhaal achter die tekst is?

‘Master’ is een metafoor voor het hart. Dus het gaat eigenlijk over het hart laten ontwaken. Soms als je met je oren luistert kom je tot een andere conclusie dan wanneer je met je hart luistert. Het gaat er dus om om die dynamiek te begrijpen. Ik denk dat het belangrijk is om het hart altijd bij beslissingen te betrekken. Er is een hele coole documentaire genaamd Inner Worlds, Outer Worlds en daarin wordt verteld over technologie enerzijds en spiritualiteit anderzijds. Een van de zorgen die wordt genoemd is dat technologie zich op een zeer hoog tempo ontwikkelt en misschien wel op een hoger tempo dan de menselijke spiritualiteit. Dat moet niet gebeuren, want dan raken die twee uit balans en dat kan negatieve consequenties hebben. Die balans is erg belangrijk en technologie mag die niet verstoren.

Als laatste, gedurende de pandemie hebben mede-bandleden John Petrucci en Jordan Rudess zich beziggehouden met soloalbums en Liquid Tension Experiment. Heeft de situatie jou ook de kans geboden om op iets anders buiten Dream Theater te concentreren?

Ja, ik speel nu al een tijdje Ernie Ball Music Man en we hebben tijdens de pandemie een eigen JM signature model op de markt gebracht; een zessnarige bas. Die kwam vorig jaar uit. Ik vind het een fantastische bas om op te spelen. Dit is ook het eerste album waarop ik die gebruik. Hij doet precies wat ik wil en waarom ik hem liet ontwikkelen. Daarnaast heb ik ook nog aan wat andere producten gewerkt, een ervan is een distortionpedaal. Die gaat de JM Double Drive heten en ik heb me beziggehouden met de ontwikkeling van een versterker. Die versterker komt er nu aan.

Dus je hebt je echt meer toegelegd op het ontwerpen van producten.

Ja, ik ben echt heel enthousiast over wat er aan de productzijde allemaal gebeurt. Toen ik thuis zat dacht ik aan een hoop dingen en een van de dingen die ik me goed herinner was dat ik op mijn slaapkamer bas aan het spelen was met een combopedaal en dacht: ik moet echt een combopedaal hebben die al de juiste effecten heeft en die ik makkelijk mee kan nemen tijdens het touren. Dat is de gedachte erachter en ik kan niet wachten totdat ik hem daadwerkelijk in handen krijg. Hij wordt nu ontwikkeld dus ik hoop dat hij ergens volgend jaar uitkomt.

Bedankt voor dit gesprek.

Links: