Zeal & Ardor: met de Duivel gaat alles goed…

Toen Zeal & Ardor vorig jaar op Roadburn zijn kunstjes aan het publiek liet horen leek er wel een bom af te gaan. Dit was nieuw en verbijsterend goed. Dit jaar bereikten ze eenzelfde effect op Graspop door de Metal Dome in totale verbijstering achter te laten. Reden genoeg om af te zakken naar Tilburg om deze revelatie nog eens aan het werk te zien.

Alles zal zich vanavond afspelen in de kleine Jupiler Stage van de 013 en dat is prima. Je staat dicht bij het podium en de beleving is er net iets intenser dan in de grote zaal. Geopend wordt er door het Zwitserse Zatokrev. Aangekondigd als een nogal progressief metalgezelschap barsten ze los in een doomorkaan die toch wel zéér goed te pruimen valt. Zware, best gecompliceerde baslijnen die twee doorbeukende gitaristen aandrijven met daaronder een drummer die zich niet beperkt tot basisritmes maar ook zeer gezochte en ingewikkelde ritmes voortbrengt. De brave man gaat als een beest te keer, zo erg zelfs dat in een van de laatste nummers de band een tijdje moet improviseren omdat het basdrumpedaal het begeven heeft. Maar geen probleem, ze houden een wedstrijdje feedbacken en het klinkt nog verduiveld goed ook.

Al moeten we oppassen met het woord ‘duivel’ vanavond. Want zoals iedereen die hier aanwezig is weet : ‘Little one gotta heed my warning: the devil is kind’! Zeal & Ardor dus. Een compleet unieke band. Dat wordt wel vaker geschreven over een groep maar in dit geval is het niet overdreven: er is werkelijk geen enkele andere groep die klinkt als de de Zwitser Manuel Gagneux en zijn gevolg. Ze brengen een mix van slavenliederen, zo weggeplukt uit de katoenplantages en de moerassen van de Mississippi Delta anno 1800, en death metal, overgoten met blues invloeden. Het gaat dus afwisselend van a capella naar een oerschreeuw. De rammelende slavenkettingen en de ritmisch hakkende pikhouwelen krijg je er gratis bij.

‘Bring the dead body down to the graveyard now
Bring the dead down low, down low’

Wàt een sound, wat een kracht en wat een persoonlijkheden staan hier. Want zeggen dat Zeal & Ardor alleen de frontman is, is zich zeer vergissen. De twee extra zangers verheffen de songs vaak naar verbluffende hoogte en vergroten de intensiteit alleen maar. De rest van de band is eerder sober aanwezig maar groots in hun muzikaliteit. De groep heeft twee dijken van platen uitgebracht, The Devil is Fine (2016) en Stranger Fruit (2018) (de demo uit 2014 niet meegerekend) en we krijgen zowat alles van die twee mijlpalen te horen.

‘The riverbed will run red with the blood of the saints and the blood of the holy’.

Spreken over Zeal & Ardor is het citeren van deze teksten. Vaak zijn het mantra’s die een song zo domineren dat ze het ritme ervan gaan bepalen. Ze worden steeds maar weer herhaald terwijl achter de zanger langzaam maar zeker de hel losbarst. Het geheel bouwt zich dan op tot een puur deathmetalnummer dat onwaarschijnlijk intens wordt uitgevoerd. Tot alles plotseling stilvalt en alleen de zanger overblijft die die ene zin blijft herhalen. Wie het nog nooit gehoord of gezien heeft: je weet niet wat je meemaakt! Wie het wél al gezien en gehoord heeft, je wil steeds meer. Dat krijgen we ook, want Manuel Gagneux is een man van weinig woorden. Slechts eenmaal spreekt hij ons rechtstreeks aan, om mee te delen dat hij niet graag spreekt, want dat er dan te weinig tijd is om muziek te maken.

Een van de hoogtepunten van de set komt pas tijdens de bisronde aan bod: The Devil is Fine. Op cd zowat a capella gezongen, live een stuk gebalder met aardig wat meer ondersteuning. Beide versies werken prima, al verkies ik persoonlijk de albumversie. Maar dat is geneuzel in de marge. Dit concert behoort nu al tot de beste die ik afgelopen jaren heb gezien. Benieuwd wanneer die derde plaat eraan komt en welke weg daarop gevolgd zal worden.

Come on down…’

Foto’s:

Jurgen van Hest (Jvh013Photo)

Datum en locatie:

27 november 2018, 013, Tilburg

Link:

013