Waar op Masters of Grind over gesproken werd

De ijzersterke affiche van Masters Of Grind verkocht concertzaal De Casino maandenlang van tevoren uit. Elf meesterlijke beoefenaars van de grindsport overtroffen de verwachtingen en griften zaterdag 3 november 2018 in het geheugen van menig undergroundbewoner. Een dag grinden voor gevorderden waar nog lang over gesproken zal worden.

Waar ze in Sint-Niklaas minder in uitblinken is rijden en dus zit er maar vijf minuten viespeukerij met Steengruis meer in. Teddybeergrunter Peutie staat met groene hoofdband en  bengelende plasstaak nog anderhalf nummer vadsigheid met de mensheid te delen. Groene ballenbadballetjes verraden dat er op een gegeven moment een leger Maleisische brulkikkers hun balzakken moet komen openscheuren zijn. Jammer dat we dat niet gezien hebben, al maakt het penetrerende slotnummer Droog In De Kakker toch nog iets goed.

Over droog in de kakker gesproken: Brutal Sphincter heeft met hun Analhu Akbar de taalgrens doorbroken en dat is een zeldzaamheid in onze bananenrepubliek. Met hun kontroerende teelballade Marc Dutroux National Hero, krijgen ze het publiek meteen aan hun kant en dat mag je heel letterlijk nemen: er springt regelmatig een koppel dansende dametjes of een corpulente herenclub mee op het podium. De Walen zelf leggen het er ook weer vingerdik op wanneer ze hun drekkige splatterpolka’s met wiegende heupen, schuddende konten en huppelende danspassen opvoeren. Beide zangers baggeren hun vocalen vers uit de spoelbak en op de stille drums na zit er rijkelijk veel bassaus in de sound. Het maakt de swingende grooves van Utoya Party en The Art Of Squirting er alleen maar borrelender op, geen wonder dat er mensen gekleed gaan in plastic zakken.

Over spoelbakken gesproken: opeens zien we langs alle kanten mensen met handenvol wc-papier de voorste rijen bezetten. De toiletten waren geplunderd en ongetwijfeld zaten er op datzelfde moment tientallen kakkers wanhopig de lege kartonnen kokers te verscheuren om toch maar iets te hebben om mee tussen de billetjes te scharten. Het is zoals het gezegde luidt: wanneer de kikvorsvocalen van Gutalax kraken, zal het darmkanaal gaan braken. De dragers van het industriële pak roeren de ene discogrindriff na de andere uit hun Balkanese beerputgetouw, dat vandaag aan de warrige kant staat afgeregeld.

De bekkentrekkende krakeluurzang brengt het publiek helemaal in zwang, zelfs de schetensonate in C-plat uit Family Guy krijgt de in toiletartikelen verklede menigte aan het dansen. Meermaals kaapt die het podium en zijn de Tsjechen niet meer te zien. “Finally the stage is starting to look like my home”, beschrijft de omgekeerde glimlacher het podium dat vol wc-papier en wie weet wat nog allemaal ligt.

Over beschermde kleding en toxische walmen gesproken: de WO I-gasmaskers die de Duitsers van Cytotoxin over hun hoofden dragen, zullen bij oud-strijders wellicht vele vrolijke herinneringen losgemaakt hebben. De heren zelf zien er een beetje uit als aliens met een tapirslurf, dus trekt het vleesgeworden Griekse standbeeld dat zijn grunts uit Duits graniet puurt ze met ‘Radioaktiv’-vlag van hun koppen. Andere rekwisieten zijn een radioactief emmertje en twee oplichtende staven.

Het emmertje dient als steun voor de kleine gitarist, die de noten als ratelende geigentellers over zijn onthoofde gitaarkam scheert. Zo niet het gitaarduo nog enkele verbluffende technische kernsmeltingen tussen hun brute slamranselingen en betonvermalende snaarpersingen. Naast gruntgraniet ademt de spierbundel daar radioactieve stralingssquaels over uit. Voor het gemak houdt de terminator een verkeersbord van een rotonde omhoog, zodat de moshende massa begrijpt dat ze een circle pit mogen vormen. Net als op Neurotic Deathfest een jaar of vijf geleden bevestigt Cytotoxin dat zij één van de toonaangevende brutal deathmetalmassieven van de toekomst zijn.

Over verkeersborden gesproken: op datgene dat het Aarschotse When Plagues Collide zou aankondigen, zou ‘graag traag’ te lezen staan. De hele trage breakdowns vernietigen de drive voortdurend en liggen lastig bij de veel kleinere hoeveelheid aanwezigen. Een schelle sound maakt dat ook de melodieuze notenketens er moeilijk doorkomen. Wel frivool zijn de olijk tokkelende piano’s en zuiverende synthopenbaringen op de backing track, waaraan je merkt dat de timing wel degelijk goed zit. Aan een diep over de eerste rij buigende gruntfanaat ligt het evenmin. “Schat, brengt dat hier eens op gang”, roept hij de drummer op een gegeven moment toe en dat is precies het probleem: met meer stuwkracht in de plaats van traag- en zwaartekracht moet deze deathcore hier inderdaad iets op gang kunnen krijgen.

Over een aarsschot gesproken: daar zal je Rectal Smegma hebben! De fel overstuurde basgolven uit hun Rickenbacker walsen ongeveer al de rest uit de geluidsregeling en doen de boksen reutelen als en stomme die een aarsschot in ontvangst neemt. Wel vol te horen is de keelverzakkende gorgel van Yannic, die uit vijftig procent tatoeëerinkt bestaat en die ook al wel eens een gewicht in de hand neemt. Gebukt onder de verzengende bassen spat de etter vrolijk van de smeuïge hoempariffs. Wanneer het tempo versnelt is het zelfs voor linea-rectale goregrind allemaal te klutserig.

Iets voor het einde moeten we met pijn in het hart en een beetje in het gat weg, de headliner gaat zichzelf niet interviewen. Vandaar ook geen Haemorraghe, enkel op foto.

Over pijnlijke lichaamsdelen gesproken: zou er nu nog nooit iemand op de immer blote voeten van Julien Truchan gestapt hebben? Of is dat net wat de vandaag lichtjes hese Fransman ertoe aanzet zulke striemende squaels te slaken? In ieder geval legt de slijpende grindrazernij van Benighted een verschroeiend tempo op. Als een snijdende waas gaat die door merg en been en we zijn in het Waasland, dus dat mag. Zeker wanneer er voldoende vierendelende slamsamba’s en vleesverwerkingsriffs  tussen de messcherpe deathgrindtandwielen draaien. Echt jongens, er gieren blastbeats voorbij waarvan je wenkbrauwen verschrompelen. Voor het podium is het een gekkenhuis, het is knokken om ons fototoestel eens twee seconden stabiel te houden. Julien weet met zijn dankbaarheid geen blijf, misschien moet hij er maar eens een paar schoenen mee proberen kopen.

Over verschroeiende tempo’s gesproken: de furieuze blastbeats die stichtend Cryptopsyslagbeest Flo Mounier onder de splijtend hoge snarenspinsels jaagt, leggen de pees er niet alleen op maar verhakkelen ze gelijktijdig. Moeizamer zijn de wrikkende en wroetende tegenritmes, omgekeerde maateenheden of hoe je zulke disritmische interpuncties ook wil noemen. Voor de opverende bashernia’s zijn dat natuurlijk dankbare springplanken om er eens uit te stulpen. Statisch spelen de Canadezen veel ouder werk met snoeiende ontvliezingsriffs van een Orgiastic Disembowelment of een Cold Hate Warm Blood. Alleen zal iedereen die hen nog gekend heeft met Lord Worm achter de micro moeite blijven hebben met die blaffende bouvierbrul van het kereltje dat de hele tijd de wenkbrauwen fronst alsof er hem iets tegen zit.

Over tegen zitten gesproken: dat is wel het minste wat je kan zeggen van de twee afgekloven gebeentes die in twee rood oplichtende glazen kasten het podium versieren. Vlak ernaast houden twee spietsen een langs onder opengehaalde schedel omhoog en Aborted heeft ook twee platforms neergezet waar precies op de momenten dat er een ziek deathgrindabsces openscheurt een rookzuil uit spuit. “Het doet deugd om nog eens in België te spelen en nog eens West-Vlaams te kunnen klappen”, vertelt goedgeluimde Sven op een zeldzaam moment dat hij geen kelende suctiezang door een messcherp afgeregelde spreekstok vuurt. “Man with the sweaty feet” Julien en “never forget Tsjernobyl” Grimo van Cytotoxin komen een nootje mee squaelen, terwijl gitarist Mendel een dildo naar het hoofd krijgt.

Veel materiaal van TerrorVision natuurlijk en dus laat Farewell To The Flesh de demonische zeefakkoorden met schillend riffwerk die de nieuwste release typeren schallen. Evengoed rijten de grindcentrifuges van Whore D’Oeuvre Macabre de tot dan toe gezapig kolkende pit een eerste keer écht open. In de vestiaire op het gelijkvloers vielen de jassen van hun kapstok onder de loodzwaar op de basdrum geboorde inslagsnaren. Schier inspanningsloos zit pocketdrummer Ken Bedene de hele rimram in de gelederen te houden. Voor zijn neus gaat het er nochtans hectisch aan toe, Sven overspringt onzichtbare hordes, de platforms worden gebruikt waarvoor ze dienen en de toeschouwers slaan elkaar net zoals de vermorzelende grooveriffs van Sanguine Verses tot moes. “Beste show van de toer tot dusver, de andere landen zullen uit hun pijp mogen komen om dit te overtreffen”, prijst de microfoonzuiger. Kunnen we niet beter samenvatten.

Over vermozelende grooveriffs gesproken: de ontketenende torpedolanceringen die Scott Hull vandaag uit de snaren houwt, liegen er niet om: Pig Destroyer gooit hier nog een flink vat olie op het heilige grindvuur. De ambetante dronkelap achter het onhoorbare en wellicht niet aangesloten noiseboard ten spijt. Hier en daar hapert er eens een overgang, zodat het even duurt eer de ketting pakt, maar als ‘ie erop ligt, gaat de cirkelzaag aan het spinnen. Zoals steeds staan de intense kastijdingsvocalen op de achtergrond, waardoor het lastig is om nummers te herkennen, maar van Piss Angel, Hyperviolet en Loathsome zijn we vrij zeker.

Collega Kris gaat naar huis, dus neem ik (Bart Al Foet) het van hem over. De afterparty bestaat uit twee Belgische bands, zijnde Vonnis en EBDB. Vonnis eerst, met een verbijsterende mix van grindachtige hardcore uit de Consouling stal. Amenra, maar dan door de vleesmolen getrokken. De weirde extremiteiten zijn zeer desoriënterend en wanneer de frontman vocale steun komt vragen in het publiek en ik simultaan meezing ben ik al helemaal de weg kwijt, zeker wanneer ik naast de microfoon ook een stuk van zijn tong in mijn mond krijg. Maar hé, we komen allemaal wel eens buiten onze comfortzone.

Met EBDB (je wil niet weten wat het betekent) krijgen we groovy slamming death metal with a twist, straight outta the least interesting places in Belgium! Ideaal materiaal om de avond mee af te sluiten, de laatste restjes energie en intellect worden helemaal naar de knoppen gespeeld. Ondanks het late uur gooien Jens, Peter, Nils en Kristof alle botten los om vervolgens de gifgroene ballen te gaan rapen. Dikke fun, niets meer, niets minder.

Helemaal zeker zijn we dat dit een uitmuntend georganiseerd grindfestijn was. Een hoogtepunt op Belgische bodem en een glimp van hoop dat er dan toch nog vaderlandse organisaties zijn die het voor de kwaliteit in plaats van de commercie doen.

Foto’s:

Datum en locatie:

3 november 2018, De Casino, Sint-Niklaas

Links: