Lokerse Feesten 2018: Metaldag

Mijn eerste Lokerse Feesten. Het kon niet uitblijven natuurlijk. Als West-Vlaming heb ik in mijn studententijd al geproefd van de Gentse Feesten, waar ook wel een metal-sub-onderdeeltje aan vasthangt, maar de Lokerse Feesten? Neen. Nochtans bestaat die 10-dagende durende frivoliteit al van 1975. Gezien de line-up van dit jaar kon ik het niet laten om in “de week voor Alcatraz” toch maar eens mijn Zware Metalen-shirt aan te trekken en gelijkgezinden op te zoeken. Het werd een dag vol meevallers en een enkele tegenvaller, zowel voor mezelf als voor de artiesten.

Mijn eerste Lokerse Feesten begon in ieder geval positief, met een heuse parking die zowaar niet vol stond. De vlotte shuttledienst bracht ons in een wip ter plaatse en zonder al te veel aanschuiven waren we binnen. De zon liet menig bezoeker zomaar smelten dus de rush naar de bonnetjesbarakken werd door velen ingezet. Gezien ik geen zin had in het missen van de eerste band – ook al was dat Diablo BLVD – sprak ik zoals zo vaak de eerste in de rij aan, die mij gewillig een dienst bewees door mijn geld aan te nemen en de aangekochte bonnen (-1) terug te geven. Waarvoor d(r)ank. Een hoopje Zware Metalshirts dragende lowlifes verzamelde zich in het schaarse schaduwplekje en Alex Agnew trok zijn muil open. Go Lokerse Feesten, go!

Diablo BLDV dus. Voor de laatste keer (for now, sic AA) en in de volle zon. Den Alex was enerzijds blij dat ze überhaupt mochten komen – niet blij dat ze meteen mochten opdraven en om die reden de kortste set en de meeste hitte toebedeeld kregen. Alex is wel vaker niet blij, dat hoort zo natuurlijk, maar het is niet dat de Lokerse Feesten geen fan is van Belgische bands – gezien de “headliner/afsluiter” van Belgische makelij is. Maar goed, metal zonder arrogantie is zoals porno zonder anale scene en er waren veel mensen speciaal voor Diablo BLVD afgezakt naar Lokeren, met of zonder bijhorende zucht naar anale seks. Die mensen genoten met volle teugen van hun eigen zweet en de bekende hits van de band. Na Beyond The Veil passeerden onder andere Sing From The Gallows, Demonize Rise Like Lions en afsluiter Black Heart Bleed. En toen zat het erop voor de Belgen. Ciao Alex (we’ll meet again), al zal het eerder zijn als toeschouwer in de stand-up comedy show of bij de audities van de komende pornoreeks Dildo BLVD dan bij Diablo BLDV.

Meteen tijd voor de grovere klant om naar voor te trekken want daar was At The Gates. At The Gates is terug sinds 2014 en maakt ook dit jaar furore bij de oldschoolers (damn wat zien ze er oud uit tegenwoordig) met het album To Drink from the Night Itself. Veel nummers uit de set op de Lokerse Feesten kwamen uit de periode At The Gates 2.0, maar natuurlijk kwamen ook Slaughter of the Soul, Cold, Suicide Nation en Blinded by Fear langs. Het was veel te warm – zowel voor de band als het publiek – om alles te geven, maar het was voldoende om nadien pas te constateren dat het gebrek aan zonnecrème te lang genegeerd was en de eerste tekenen van roodheid optraden. Het klopte namelijk wat de heer Lindberg riep: “we don’t like death metal, we love death metal”. Een meevaller.

Even een witte laag halen en meteen terug naar voor, want daar is Hatebreed. Warm of niet, meteen wordt een bijzonder agressieve pit in gang gezet en ook de bandleden laten zich niet kennen op podium. Ondergetekende nam graag deel aan de cirkelpits en de vele clashes, om nu en dan tussendoor even te stoppen en de catchy refreinen mee te brullen. Toegegeven, erg diepgaand is het niet, maar de fysieke energie maakte veel goed. Nog even een steunbetuiging van Hatebreed naar Steel Panther en andere bands die tegenwoordig onder vuur liggen door jankerds en Calimero’s (Fuck MetalSucks, inderdaad) zonder context die het internet bevuilen met hun “journalistieke” premature ejaculaties. Toppers in de set waren As Diehard as They Come, Live For This, Defeatist Doomsayer en I Will Be Heard. De meeste reactive was er – natuurlijk – tijdens Destroy Everything, of wat had u gedacht?

Snel naar de persruimte om een interview af te leggen met de heren van Brides of Lucifer, zijnde Steven Kolacny, Koen Buyse en Ives Mergaerts, dus ik moest een vervanger vinden voor het verslag van Steel Panther. Ik haat persoonlijk keihard alles wat klinkt als haarbalmetal, maar deze seksistische persiflage op Bon Jovi vind ik uitzonderlijk goed. Blijkbaar is het live een ander paar mouwen en heb je het na één optreden wel gehad met de heren. Zo bleek ook uit de woorden van collega Michel Peeters:

Na al dat geweld was het zoals collega Bart aanhaalde tijd voor de glamrock-satire van Steel Panther. Muzikaal is het allemaal dik in orde, want spelen kunnen ze wel, deze haarballen. Maar als de set na vier jaar nog steeds dezelfde is, tja… Van hun nieuwe nummers moeten ze het alvast niet hebben, want de laatste worp was ranzig slecht. Dus krijgen we het gebruikelijke gelul over tieten en bedprestaties, al dan niet met een flinke brok ironie gebracht. Voor wie de band de eerste keer ziet zal het wel grappig zijn, maar voor wie de groep al enkele keren aan het werk zag oogt alles vooral extreem belegen. De bassist met het spiegeltje en de lipstick, het eeuwige vragen om ‘ik wil uw tieten zien’ en een vrouwelijke fan op het podium vragen om die allerlei schunnigs in het oor te fluisteren; het was ooit leuk. De parade van vrouwelijke fans bij 17 Girls in a Row waarvan enkelen spontaan topless gaan, ooit was het grappig. Zoals ook het gezwaai met bh’s. Vandaag kan je weinig meer zeggen dan: zelfde nummers, zelfde grapjes, andere tieten. We wéten het nu wel heren. Tijd om te bezinnen, want het truukje is uitgewerkt. Nog even en we gebruiken het woord zielig.

Terug op de wei kon ik het roer weer overnemen van collega Michel, om het blijvend boomende Gojira te aanschouwen. De band maakte gretig gebruik van de visuals (grote projectieschermen) om zijn technische – naar death metal riekende – metalen extra kracht bij te brengen. Heel veel mensen stonden vol bewondering te kijken en scandeerden leuzen als “Gojira speelt hier alles kapot” – zij het via hun Messenger-app – richting thuisfront. Persoonlijk was ik er niet wild van. Toegegeven: de Meshuggah-stukke stacatto metal klonken beestig lekker, de Morbid Angels-riffs staken zelfs na 20 keer herhalen niet tegen… maar de sfeerloze opbouw die gebaseerd is op speltechnisch vermogen pakte me niet. Ook de posthardcore-elementen die steeds meer naar voor komen live zeiden me weinig. Het zal de fans worst wezen wat het allemaal is dat Gojira brengt, zij geloofden het allemaal wél, dus wie ben ik om er wat op te zeggen. Ik onthou vooral het nummer Flying Whales inclusief opblaasbare orka-lookalikes en het nummer L’Enfant Sauvage.

Judas Priest was de volgende band op de bill, die zowaar niet afsloot. Rob en de zijnen mogen van hun dokter niet langer opblijven, anders moeten ze daarna twee weken revalideren, maar ook de meeste fans moesten vroeg naar bed – al dan niet omdat ze de volgende dag moesten gaan werken. Voor mij persoonlijk zat er weinig anders op dan maar wat verder in de straat naar de Red Bull Elektropedia Room te trekken en te gaan staan stampen op electrorock/dubstep combo Modestep, dat voor de gelegenheid wat metalriffs in de mix gooide. Opnieuw een grote meevaller. De brute pits zijn tegenwoordig geen uitzondering meer bij dit soort van feestjes en ik genoot met volle teugen van het tegen de grond werken van tieners met een gebrek aan gezonde zelfinschatting en kennis fysica. Over naar Michel voor Judas Priest:

De hoofdact dus, Judas Priest, stond voor de tweede keer op twee maanden tijd alweer op een Belgisch podium. De belangstelling was er niet minder om want de groep werd warm ontvangen in Lokeren. Er wordt geopend met Firepower, hoe kan het ook anders als je een cd te promoten hebt? Net zoals op Graspop duurt het effe eer de machine onder stoom komt. Maar vanaf Turbo Lover is er geen houden meer aan. Rob Halford gaat steeds zuiverder en beter zingen waarbij de echt hoge noten nog steeds gehaald worden. Aanvankelijk blijft hij daar nog vrij statisch onder, maar wanneer de man begint rond te lopen als een roofdier met kooistress weet je dat het goed zit.

De speeltijd in Lokeren is vrij beperkt, een uur en een kwartier, dus wordt alle ballast overboord gegooid. Klassieker na klassieker wordt in een moordend tempo afgevuurd en geloof me, die nummers hebben nog niets aan kracht ingeboet! Freewheel Burning en vooràl You’ve Got Another Thing Coming komen als mokerslagen over je heen gerold. En dan zeggen dat ze er enkele jaren geleden het bijltje bij wilden neergooien. De vaste set wordt afgesloten met Painkiller, met mooie beelden van Glenn Tipton op de visuals.
Tijd voor de bissen dus. Een werkelijk donderdende versie van Metal Gods barst los met, jawel hoor, Glenn Tipton! Alweer! Blijkbaar kan de man het toch niet missen, dat podium. Hoe ziek hij dan ook heel zichtbaar is, hij geniet ervan en gaat soms zelfs helemaal vooraan staan spelen. Mooi allemaal. Ontroerend is wel hoe Tipton na het concert zijn plectrums aan een roadie moet geven omdat hij ze zelf niet meer tot in het publiek kan gooien.
Breaking The Law en Living After Midnight volgen nog en dan verschijnt er heel subtiel op het scherm: The Priest Will Be Back! Van mij mogen ze!

Michel trok zich terug na zijn hoofdact, ik nam het weer over. Na het interview met de heren achter de Brides wou ik nu toch wel eens zien wat Brides of Lucifer waard was. Er werd in ieder geval niets aan het toeval overgelaten qua aankleding en podiumpresence. Het zag er allemaal bijzonder professioneel uit, als een aflevering van Face/Off. De twaalf bruiden (normaal dertien) werden geflankeerd door bassist Joeri Van de Schoot (Evil Invaders) en ook solo-gitarist Yannick De Pauw (Vigilante) kwam nu en dan het podium op. Pianist Steven Kolacny en gitarist Koen Buyse (Zornik inderdaad) waren steevast te zien op het podium. De bruiden gingen voor de quick wins met als opener Symphony of Destruction van Megadeth en Holy Diver van Dio. Het publiek leek het wel te appreciëren. Het moet wel gezegd zijn dat het publiek er een stuk minder eenzijdig zwart gekleed uitzag – plotseling – maar gedwee alle teksten probeerde mee te zingen. Dat doet niets af aan het feit dat er een pak resonantie was bij de aanwezigen en dat scheen ook zo te zijn bij de rest van de set. Ik moest helaas vroeger afhaken (de werkende mens en zijn verantwoord gedrag) maar krijg de kans op Alcatraz om de andere nummers live te horen. Ik kijk hierbij vooral uit naar de bruidse versie van Behemoth‘s O Father O Satan O Sun.

Vlug terug naar huis met in de valies een interview met de bruiden, een pak bloedvlekken blauwe plekken in wording en mooie herinneringen. De Lokerse Feesten hebben een metaldag, vertel het door aan wie het nog niet zou weten.

Foto’s:

Niek van de Vondervoort (The Stage Photographer)

Datum en locatie:

5 augustus 2018, Lokeren

Link:

Lokerse Feesten