Conan en Samothrace in Leiden

Conan en Samothrace in Leiden

18 mei 2016, Gebr. de Nobel


Conan_poster

Op een druilerige woensdagavond besluit ik om naar de Gebr. de Nobel te trekken voor optredens van de doomformaties Conan en Samothrace. Deze package stond vorig weekend nog op Little Devil Doom Days (waar binnenkort ook een verslag van volgt), maar minder dan een maand geleden werd dit optreden er nog even bijgeplakt. Zodoende beleef ik ook wat plezier aan het Leidse poppodium dat letterlijk in mijn achtertuin staat. Dat is niet onaardig, gezien het feit dat elk weekend in het holst van de nacht voor de ‘gein’ bij mijn deur aangebeld wordt door bezopen feestvolk dat naar één van de clubnachten in Gebr. de Nobel trekt. Genoeg gezeurd, tijd voor de loodzware riffs van deze doommetalbands.

Samothrace_logo

Samothrace vervult vandaag op uitstekende wijze de openersrol. Deze Amerikaanse groep voert haar doom/sludge het liefst uit op het traagste tempo, maar brengt niet alleen loeizware riffs. De langgerekte composities, waarin meerdere lagen aan feedback tot één samensmelten, hebben ruimte voor epische, post-rockerige opbouwstukken en haast zomerachtige, melodieuze gitaarsolo’s. Veelal instrumentaal, maar wanneer de diepe grunts voorbij komen en het trage tempo opgevoerd wordt, maakt het totaalplaatje des te meer indruk. De podiumpresentatie met vier bandleden naast elkaar is verfrissend. Zo is goed te zien hoe drummer Joe Axler met zijn lange rasta’s, volgetattoeerde lichaam, gespierde armen en volgroeide baard extreem laag achter zijn drumkit zit, met de hihat en cymbalen juist ontzettend hoog. In zijn onderbroek en met een dodende blik staart hij het publiek in, terwijl onheilspellend de primale aanslagen geserveerd worden.

Dat de percussionist met zijn dringende, machinale aanslagen meermaals de microfoonstandaard van het drumstel van Conan raakt zal hem een worst wezen. Wel zorgt zijn luide spel er in deze kleine zaal voor dat hij bij de snellere stukken het totaalgeluid ietwat domineert. Vanuit de luidsprekers staat het geluid in ieder geval prima afgesteld: hard, zoals dat hoort, maar toch gebalanceerd en helder. Setlistgewijs horen we When We Emerged, Cacaphony (denk ik) en de geweldige afsluiter Reverence To Stone. Geconcentreerd bedient gitarist en zanger Bryan Spinks, diep voorovergebogen over de microfoon, een plethora aan gitaarpedalen en bepaalt zodoende het klankbeeld van de gespeelde composities. Daarnaast weet hij het indrukwekkende effect van drie gitaren te creëren door gitaarlijnen over elkaar heen te loopen. Het imponerende spel van de vier bandleden tezamen en de uitgekiende balans tussen hard en zacht, melodisch en beukend, traag en snel, vergt alle aandacht van het publiek. Na een concert als dit kan je alleen maar hopen dat een opvolger van het in 2012 uitgebrachte Reverence To Stone snel volgt.

Conan_logo

Waar Samothrace met subtiliteit en uitgesponnen nummers het publiek wist in te pakken, slaat Conan een geheel andere directie in. Opener Hawk As Weapen, tevens starter van doorbraakalbum Monnos, windt er geen doekjes om: Conan is hier om de kleine zaal tot gruis te reduceren. De riffs voelen zwaarder aan dan het heelal en met elke snaaraanslag wordt headbangen onvermijdelijker. Hypnotiserend, zoals de pythoon Kaa uit Jungle Boek. Zoals reeds beschreven door collega Usurperofthetyrants is het met de nummers van Revengeance nog erger gesteld. Het lijkt wel alsof ik naar een beatdown hardcoreband aan het luisteren ben. Wat voortreffelijk lomp is dit! Continu voortbordurend op de vierkwartsmaat, recht door zee en beukend op de groove. In tegenstellingen tot het eerdere Samothrace zijn het hier juist de lood- en loodzware vertragingen die er het hardst inhakken. Uitstapjes naar een hoger tempo zijn er ook, zoals in de intro van Revengeance, maar deze klinken een tikje rommelig.

Het barbaarse trio raast als een bezetene door haar set heen en laat het aan het geprojecteerde artwork achter de drummer over om de ogen te bevallen. Trouwens, die drummer weet tussen het monotone gemittrailleur ontzettend veel detail te brengen, hetgeen nieuwe krakers als Throne Of Fire, Thunderhoof en Earthenguard alleen maar meer doen laten overtuigen. Tevens zorgen de gitaareffecten in de bridges voor de nodige sonische afwisseling. Op het vocale vlak klinken de schreeuwen van gitarist Jon Davis ietwat beknepen en met een schorre keel gebracht. De bijstaande bassist zorgt gelukkig voor een afwisselend zangportret dat bij tijden doet denken aan de zang van Dave Edwardson (de bassist van Neurosis). Pas wanneer de capuchon naar beneden gaat, zie ik dat het Renata Castagna, de gitariste van Samothrace, betreft. Indrukwekkend!

Tussen nummers zoals Foehammer en Total Conquest wordt er rustigjes aan biertjes gesipt, met drumstokjes over de rug gekrabt, en enthousiast het volgende nummer aangekondigd. De band weet de indruk te wekken dat het erg dankbaar is haar set te spelen en dat lijkt het publiek te waarderen. Wanneer de wind van de monstrueuze muur van geluid gaat liggen, mag er van de geluidsman nog een nummertje gespeeld worden. En dus speelt Conan er nog twee, om het af te leren: Every Man Is An Enemy en afsluiter Battle In The Swamp worden gedreven door de speakers geperst. Na ruim een uur is het dan toch echt voorbij, en wanneer ik merk dat het oorsmeer uit mijn oren en in mijn gehoorbescherming getrild is, kan ik tevreden huiswaarts gaan.

Links: