White Stones – Dancing Into Oblivion

Martin Méndez speelt al sinds mensenheugenis (nou vooruit dan, sinds 1997) de basgitaar bij het redelijk weergaloze Opeth. Op zich een stevige taak, maar bij die band heeft Mikael Åkerfeldt de touwtjes natuurlijk stevig in handen. Mettertijd begon het bij Méndez dan ook wat te kriebelen. Krabben deed hij met White Stones, zijn eigen band. Daarmee bracht hij nog niet eens zo gek lang geleden (in maart 2020) het debuut Kuarahy uit. En toen? Toen gebeurde er niet veel want noch Opeth noch White Stones konden de bühne op om redenen die mijn toetsenbord niet eens meer uitkomen.

Na een korte fase waarin de keuze tussen vechten of vluchten voorlag, vond Méndez een kalmte en rust die hij gebruikte om te gaan schrijven voor een tweede White Stones-album. Hij had immers toch al een aantal zaken voor ogen die hij op een volgende plaat graag anders wilde doen. Allereerst moesten de grenzen die hij zichzelf voor het debuut had opgelegd (niet te technisch jongen!) van tafel. Tegelijkertijd mocht het beknopter zijn en – als het even kon – ook nog wat meer beklijven.

Het blijkt geen holle promo-praat: we horen het allemaal terug op Dancing Into Oblivion. Met zijn duur van 36 minuten is de plaat goed te behappen, zonder dat het de luisteraar al te gemakkelijk wordt gemaakt. Tijdens de relatief korte speelduur komt namelijk een berg aan genres voorbij die ingenieus in elkaar gevlochten worden tot goed lopende songs. Daarbij valt op dat het riffwerk vaak wat ingetogen is, bij eerste beluistering zelfs een beetje alsof er met de handrem aangetrokken gespeeld wordt. Daarmee ligt er wel steeds een goede uitvalsbasis voor de meer eclectische partijen. Het is een beetje zoals ze dat in de jazz en blues wel doen. We kunnen dan ook een eind meegaan met de bewering van Méndez zelf dat Dancing Into Oblivion – ondanks de grunts van Eloi Boucherie – eerder metal is dan death metal.

Het album begint nog vrij standaard met het dreigende intro La Menace (treffende titel dus), maar daarna begint het vrij spelen. New Age Of Dark doet in de openingsriff al denken aan de tragere nummers van Morbid Angel, zij het dat het allemaal veel minder slijmerig klinkt. Gek genoeg stelt de protagonist zelve dat de inspiratie voor deze song vooral bij Deicide vandaan komt. Nou vooruit, misschien in de versnelling die later in de song volgt en waarin de lead vervreemdend blijft kronkelen, al probeert hij zonder succes onder de drums te verdwijnen, maar dan hebben we al een Azagthothiaans gierende solo achter de kiezen.

Een wat oosters klinkend riffje duwt Chain Of Command in al zijn “fuzziness” zelfs de stonerkant op. De hardrocksolo is helder en opbeurend, terwijl de smerige grunts je juist naar beneden proberen te trekken. Ook de riffs in het acht minuten durende werkje Iron Titans worden door flink wat analoge versterkers getrokken, zodat het typische, warme jaren ‘70 geluid nog even gewaarborgd blijft. Dit keer borrelen er jazzy passages met heerlijke baslijnen naar boven die aan het rustiger werk van Cynic doen denken. Het is muziek die je bij voorkeur op hebt staan wanneer je rustig zittend in het zonnetje uitkijkt over water of velden met een koud drankje naar keuze in de hand. Wanneer de gitaren vervolgens wat korzeliger worden en de grunt je bij de les schreeuwt, zul je niet direct naar de volumeknop grijpen om deze terug te draaien. Ook dan blijft het geheel namelijk heel gecontroleerd klinken, zelfs in de atonale leads en (in mindere mate) in het gierende grijpen naar de whammy bar naar het einde toe. Dat spelen met reserve is eerlijk gezegd best even wennen, maar wennen doet het.

Na het instrumentale amalgaam van jazz en post-rock dat Woven Dream heet – zenmetal van de bovenste plank en opnieuw een zeer treffende titel dus – volgen de twee sterkste nummers van de plaat. To Lie Or To Die heeft weer zo’n indringend, kronkelend gitaarthema en daarmee ook wel wat van The Ocean in zich. In deze post-sferen fluistert Eloi zijn donkere levenslessen in je oor. Wanneer de spanning steeds verder opbouwt, houdt drummer Joan Carles Marí Tur het niet langer en volgt de ontlading. Dapper ketelt hij zich door de rappere tempi. Een metalen solo bijt van zich af terwijl de hoofdriff onverstoorbaar traag zijn weg vervolgt, aldus tegen je wil onder je huid kruipend. Nee, van dat zonnetje over blikkerende wateren is al lang niets meer te bekennen. Duisternis wint altijd! Of toch niet? Het slot van de track lijkt volledig los te staan van wat daarvoor kwam en licht industriële snaren trekken het wolkendek open.

Waar het opvolgende Freedom In Captivity over gaat, laat zich gemakkelijk raden. Een heuse Pink Floyd-solo, tranen trekkend mooi zoals dat dan hoort, mondt uit in een compromisloos harde en complexe track. Stampende riffs worden aangevuld met vingervlugge loopjes. Het tempo wordt opgevoerd als ware het de spanning in de maatschappij op dit moment. We verwachten ons half aan een gegrunt “faster!!!”. Die volgt niet, maar wel een heuse blackpartij aan keteldrums en screams. Die lead blijft echter in je hersenpan wroeten. Doordat juist dat gitaarthema zover naar voren staat in de mix voelt het een beetje alsof er twee orkesten naast elkaar staan te spelen. Wanneer de chaos uitdooft blijkt één van die orkesten overduidelijk het Opeth van de laatste twee tot drie platen, maar als één band daar (kort) aan mag refereren zal het White Stones toch wel zijn zeker?

Dancing Into Oblivion is een doorwrocht werk, waar je echt even voor moet gaan zitten. Met name de mix en de verschillen in energie zijn soms wat bijzonder. Daarin ligt echter ook gelijk de kracht van de plaat die vooral een heel sterke tweede helft kent.

Score:

78/100

Label:

Nuclear Blast Records, 2021

Tracklisting:

  1. La Menace
  2. New Age Of Dark
  3. Chain Of Command
  4. Iron Titans
  5. Woven Dream
  6. To Lie Or To Die
  7. Freedom In Captivity
  8. Acacia

Line-up:

  • Martin Méndez – Basgitaar, gitaar
  • Joao Sasseti – Gitaar
  • Joan Carles Marí Tur – Drums
  • Eloi Boucherie – Vocalen

Links: