Vemod – The Deepening

Het Noorse Vemod werd opgericht in het gezegende jaar 2000. Twaalf jaar later, na een aantal demo’s, zag debuut Venter På Stormene het levenslicht. Het voorbije decennium heeft de band in sfeervolle blackmetalmiddens ondanks het uitblijven van nieuwe muziek een ware cultstatus bereikt. Zo zag ik Vemod nog als headliner op de derde editie van Unholy Congregation, eind 2021. Door de jaren heen bleef de roep om nieuw werk gestaag weerklinken en zo geschiedde dus eindelijk: begin dit jaar, dus nogmaals twaalf jaar later, werd opvolger The Deepening uitgebracht. Na zo’n lange periode zou je het uitbrengen van nieuw werk bijna als een risico voor die cultstatus kunnen beschouwen, want de verwachtingen liggen intussen natuurlijk bijzonder hoog.

Eén van de aspecten die tot de cultstatus geleid hebben, is de manier waarop de bandleden (de eveneens nogal sporadische) optredens aanpakken: ze spelen niet gewoon de nummers van het debuut, maar maken er bewerkingen en andere combinaties van in functie van het evenement. Het hernemen van (gedeeltes van) nummers van de demo’s zijn geen uitzondering. De set op Unholy Congregation was bijvoorbeeld zeer verschillend van die keer dat ik ze op het Prophecy Fest in Balver Höhle zag, in 2015. Enerzijds maakt dit duidelijk dat oprichters Jan Even Asli en Eskil Blix zeer veel zorg en aandacht besteden aan het brengen van hun muziek. Anderzijds dat ze het vooral op hun eigen manier willen doen. Dat bleek eigenlijk ook al op het debuut: typisch worden de eerste twee nummers de hemel in geprezen maar de tweede, instrumentale helft van Venter På Stormene werd door heel wat luisteraars bij de release als “overbodig” weggezet. 

Dan is het ook verwonderlijk dat The Deepening qua geluid zo naadloos bij het debuut aansluit dat het even goed één of twee jaar later uitgebracht had kunnen zijn. Niet dat ik ervan uitga dat dergelijke composities zo snel neer te pennen zijn, maar de productie is zeer gelijkaardig, met een organisch en ruimtelijk geluid dat meer naar het schelle dan het zware neigt (met weliswaar wat meer transparantie en volheid), en de muziek is opnieuw doordrenkt van melancholie en weemoed, berusting, verwondering en hemelsbrede sfeerpartijen. Dit album mag dan een aantal blackmetalelementen vertonen, agressieve black is dit geenszins. Een aanzet tot psychologische en emotionele loutering des te meer, die een soort van beschouwende wijsheid uitstraalt. ‘Dark ethereal metal’, zoals de band het zelf omschrijft. 

Na het korte, instrumentale intro weerklinken de eerste aanslagen van Der Guder Dør met wat in de basis eenvoudige akkoorden zijn. Daar worden al snel wat bijkomende lagen aan toegevoegd en met elkaar verweven waardoor, wanneer de bijna sprekende, diepe keelkrijs van Eskil erbij komt, het nauwelijks te horen is dat de basis nog steeds uit diezelfde akkoorden bestaat. Net als op het debuut werkt Vemod in een nummer veelal rond één centraal muzikaal en emotioneel thema, maar door de voortdurende wijzigingen in drum- en gitaarpatronen werkt dit geenszins storend. Het nummer is een steeds in beweging zijnde, hypnotiserende golf die na zeven minuten tot rust komt en overgaat in enkele momenten van serene ambient. Koorzang komt langzaam naar voor en de snaredrum gaat voor een rustig ritme, de gitaren vallen in, en wanneer de koorzang quasi verdwijnt blijft de aangezette sfeervolle melodie bij aandachtig luisteren gewoon rustig meegaan met de andere instrumenten. Postrockgewijs wordt het muziekstuk verrijkt met elementen en variaties. Met de toevoeging van de cleane, harmoniërende vocalen van Jan Even wordt het begin van het einde ingezet: de instrumenten verdwijnen langzaam totdat het einde van het dertien minuten klokkende Der Guder Dør enkel nog uit die prachtige, weemoedige vocalen bestaat. 

Het volgende True North Beckons is een prachtvoorbeeld van hoe Vemod tegengestelden smeedt tot een emotionele, diepgaande luisterervaring: hardere elementen uit de (black) metal zoals blastbeats, ook al zijn ze niet knetterhard en supersonisch uitgevoerd, en krijsgrunts worden gecombineerd met zeer rustige instrumentale aspecten in de vorm van zachte snaaraanslagen en keyboards met ruimtelijke ambientklanken. Na een goede zes minuten komt die postrock weer om de hoek kijken, een voorbije melodie rustig hernemend, om zo op te bouwen naar nog even voluit gaan. De omschrijving van de muziek doet hier en daar ongetwijfeld denken aan de cascadian black metal van bijvoorbeeld (wie anders?) Wolves In The Throne Room, maar toch klinkt Vemod enkel als Vemod. 

Het a capella Fra Drømmenes Bok I klinkt even betoverend als het einde van de albumopener en dan gaat de vreemde eend in de bijt Inn I Lysande Natt van start. Quasi instrumentaal, bijna puur postrock, met naar mijn gevoel, een westernrandje. De band Desperados kwam me zelfs in gedachten (met The Dawn Of Dying kan je zo een cowboyfeestje bouwen). Maar zoals je al kan verwachten, doet de band hier weer helemaal zijn eigen ding mee en slaagt erin om een organisch pad te creëren naar de cleane, sfeervolle achtergrondvocalen die na vijf minuten aan de muziek toegevoegd worden. Wanneer deze verdwijnen worden emotionele, cathartische variaties op de melodie gebracht die samen met de toenemende intensiteit van de drums in contrast komen met de kort terugkomende, western-geïnspireerde gitaar van in het begin. These, antithese, synthese. 

Een uitgebreide beschrijving van de titeltrack, met zijn zestien minuten trouwens het langste nummer van het album, zal ik u besparen. Het is betoverend, machtig, sereen, emotioneel. Sta me toe te concluderen dat Vemod met The Deepening een eigenzinnig werkstuk gecreëerd heeft, dat in zijn geheel wel minder toegankelijk is dan het debuut waarmee de band twaalf jaar geleden zo’n impact maakte. Ook al zijn er verschillende genrevreemde uitstappen en combinaties, de sfeer en (al dan niet berustende) melancholie blijven wel degelijk tot de kernelementen van Vemod behoren en zorgen voor een betoverende, onwereldse luisterervaring.  

Score:

89/100

Label:

Prophecy Productions, 2024

Tracklisting:

  1. Mot Oss, En Ild
  2. Der Guder Dør
  3. True North Beckons
  4. Fra Drømmenes Bok I
  5. Inn i Lysande Natt
  6. The Deepening

Line-up:

  • Jan Even Åsli – Gitaar, vocalen, keyboards
  • Eskil Blix – Drums, vocalen
  • Espen Kalstad – Basgitaar

Links: