Pioniers in een genre houden het vaak niet bij wat ze al hebben neergezet. En zo kwam Celtic Frost na een aantal EP’s en een album met monumentale, soms wrikkende en schurende riffs (waarop een band als Obituary later nog met genoegen teruggreep) in 1987 met Into The Pandemonium. Het was een avant-garde album waarop naast een Wall Of Voodoo-cover en een Franstalig relaas over de dromen van de maan, ook een klassiek stuk opdook onder de naam Rex Irae (Requiem). Het nummer bleek slechts het eerste deel van wat al snel een requiem (dodenmis) in drie delen zou moeten worden. Het werk zou op een EP worden uitgebracht, maar zoals John Lennon al wist: ‘Life is what happens to you, while you’re busy making other plans‘ en Celtic Frost spatte uit elkaar. Toen de band in 2001 opnieuw bijeenkwam spraken Tom G. Warrior en Martin Eric Ain kennelijk direct over het afronden van Requiem. Het derde deel ervan vond onder de titel Winter inderdaad een plek op het laatste Celtic Frost-album Monotheist (naar mijn bescheiden mening nog steeds een van de beste albums van deze eeuw). Met het opnieuw ontploffen van Celtic Frost op 2 april 2008 leek Requiem echter altijd onvoltooid te blijven.
In 2018 nam Walter Hoeijmakers, bezieler van het Roadburn Festival, contact op met Warrior en zijn Triptykon om – als een moderne Mecenas – zijn steun aan te bieden om Requiem toch tot voltooiing te brengen. Dit bleek de zogenaamde schop onder de kont (of meer respectvol: aanmoediging) die Warrior nodig had om eens serieus werk te maken van het ontbrekende middenstuk. Het was vervolgens ook Hoeijmakers die een samenwerking voorstelde met het Metropole Orkest, een orkest dat in het verleden (Nerve, Epica, The Gathering, Gorefest) al niet vies was van bands uit het hardere genre. Klassiek arrangeur Florian Magnus Maier (tevens leadzanger van Alakloid en Dark Fortress) werd bij het project aangehaakt en na een jaar hard werken werd dan toch het voltooide Requiem opgevoerd. Op het Roadburn Festival van Hoeijmakers, waar anders?Tot zover de geschiedenis weer. Want het gaat er natuurlijk om hoe het stuk, zoals dat werd uitgevoerd op 12 april 2019, als vastgelegd op deze release klinkt. Kort samengevat: geweldig! Maar ik nodig je van harte uit voor een verder begrip wat verder te lezen.
Vooral door het wat ‘kleine’ geluid dat geen ruimte laat voor al te veel lagen – vermoedelijk een gevolg van de beperkte opnamemogelijkheden die een band als Celtic Frost midden jaren ’80 had – is Rex Irae nooit uitgegroeid tot mijn favoriete nummer van Into The Pandemonium. In de versie die op Roadburn Festival werd gespeeld bloeit het nummer vanaf de eerste, stevige, gitaaraanslag echter volledig open. Weg is het wat eendimensionale geluid: orkest en band vinden elk hun plek in een gelaagd geluid dat tegelijkertijd vol én gedetailleerd is. Nuances als de soms wrikkende, ontwrichtende strijkers, pauken en koperwerk komen prima uit de boxen. Deze uitvoering door mensen van vlees en bloed in een live setting voegt dan ook aanzienlijk toe aan de diepte van het werk. Dat doet ook de krachtige stem van gastzangeres Safa Heraghi (een bekende van Maier: eerder heeft zij gastvocalen gedaan voor Dark Fortress). Haar zang is symfonisch maar vol en krachtig, misschien zelfs een beetje te vergelijken met die van Cammie Gilbert van Oceans Of Slumber.
Grave Eternal heeft niet de metalen uitbarstingen die Rex Irae wel kent. Na een minuut of zeven wordt het nummer zelfs teruggebracht tot minimale percussie. Een treurende viool is de opmaat voor pauken en fraaie koorzang. Klaaglijk proclameert Warrior een herhalend ‘wave after wave’. Zo uitgesproken lijkt het een verwijzing naar het ‘Lie upon lie mankind shall die’-stuk uit Goetia van Triptykon, maar het is vooral een rake beschrijving van de opbouw van dit deel van het requiem. De muziek zet aan en komt weer tot (be)rust(ing). De van emotie onthechte stem van Warrior krijgt tegenwicht van de warmte van Heraghi.
Lange tijd laten de schaarse drums en bas alle ruimte aan het orkest maar ook na deze nieuwe golf resteert alleen schaarse percussie. Zelden hoorden we een metalband en een klassiek orkest zo goed ‘mengen’ in een totaalgeluid. Daarvoor heeft de metal wel een flinke stap terug moeten doen ten gunste van het orkest. Dat zal niet elke metalfan bevallen, maar het gaat niet ten koste van de duistere kracht van de muziek. Berouwvolle contemplatie, verdriet, berusting en duisternis wisselen elkaar af. Naar het einde toe is het aan de zware en knetterende bas om weer een nieuwe golf in te leiden. Een dreigender ‘wave’ dit keer die ongemakkelijk aanvoelt. De terugkeer van het ‘wave after wave’-thema brengt geen verlichting omdat de leegte in de stem van Warrior ditmaal geen tegenwicht krijgt. In de volgende sectie (om niet weer het woord golf te gebruiken) neemt de gitaar de hoofdrol. Over dijkverzwarende riffs mijmert Santura op zijn snaren over wat verloren is gegaan en niet meer terugkomt. Zijn verdriet wordt meegevoeld door fraaie koorzang die het tegelijkertijd versterkt en verzacht. Het is een mooie, ingehouden en daarmee passende climax.
Na dit bravourestuk gebeurt in Winter – net zoals in het jaargetijde zelf – niet al te veel. Zware cellopartijen met lang aangehouden noten en droeve zang geven nog eenmaal een lichte opflikkering van kracht waarna het verzet en daarmee het leven wegebt.
Warrior, toch al geen man van kleine gebaren, zette op het Roadburn Festival met de hulp van Hoeijmakers, Maier, orkest, band en Safa Heraghi een groots werk neer. Ik dompel me direct nog eens onder in de muzikale rijkheid van Requiem en ga ervan uit daarbij nog veel meer te ontdekken.
Label:
Century Media, 2020
Tracklisting:
- Rex Irae (Requiem, Chapter One: Overture)
- Grave Eternal (Requiem, Chapter Two: Transition)
- Winter (Requiem, Chapter Three: Finale)
Line-up:
- Tom Gabriel Warrior – Vocalen, gitaar
- V. Santura – Gitaar, vocalen
- Vanja Slajh – Basgitaar, vocalen
- Hannes Grossman – Drum, percussie
- Safa Heraghi – Vocalen
Links: