Van de zeventig miljoen postrockbands die er zijn, vind ik er een paar eigenlijk echt er ver bovenuit stijgen. Zoals Sigur Ros, God is an Astronaut en Russian Circles. Om verschillende reden.
Laat dat nou net de bands zijn die in de biografie van There’s A Light als invloeden genoemd worden. Ik kende de band niet, maar deze mannen zijn blijkbaar een ‘rijzende ster aan het front’, komen uit Duitsland en brengen nu hun tweede album op Napalm Records uit, met de wat stompzinnige titel For What May I Hope? For What Must We Hope?.
Met gespitste oren begon ik naar het album te luisteren om drie kwartier later te concluderen dat er geen zak van klopt. De band heeft niet de scherpe , tegen sludge aanschurende riffs die Russian Circles interessant maken, of de ruimtelijke sound van God is an Astronaut. En wat betreft Sigur Ros, dat is zelfs een totaal andere competitie. In plaats daarvan zou ik eerder invloeden van bands als Tides Fom Nebula en (vooral) And So I Watch You from Afar willen noemen. Sterker nog, als je zou zeggen dat dit het nieuwe album van ASIWYFA zou zijn, ik zou er een euro op inzetten. Gelukkig dat het geen prijsvraag is. Ik kan betere dingen met mijn geld doen. Betere postrockplaten te kopen bijvoorbeeld.
There’s A Light is eigenlijk een archetypische post rock band. Lekker voortkabbelend, ideaal als je aan het werk bent en niet te veel afgeleid wilt worden door goede muziek. Er gebeurt vrij weinig, geen monumentale riffs en een voorspelbare aanloop van nummers die eigenlijk nergens naar toe gaan. Terwijl je dat wel had gewild. Bijvoorbeeld bij Within the Tides. Het nummer doet denken aan de manier waarop The Ocean zijn intro’s schrijft. Je verwacht dan ook dat de muziek openbreekt na het kabbelende begin, maar het blijft gewoon kabbelen.
Wellicht om wat diversiteit aan te brengen heeft de band ook zang opgenomen in de muziek. Maar die slaat echt finaal de plank mis. De eerste keer dat deze zang opduikt is in Like The Earth Orbits Sun waarbij de toonhoogtes van de zang niet echt past bij de muziek. Het geeft het geheel wel een – wellicht onbedoeld – arty farty sfeertje mee. Datzelfde geldt ook voor het Be Brave Fragile Heart. Het nummer kent best mooie zanglijnen, maar ook hier valt het nèt buiten de toon (pa*da*boem). Het draagt allemaal niet echt bij aan een intense en fijne luisterervaring. Datzelfde geldt voor de productie: er zijn er qua afstemming van geluid ook wel wat merkwaardige keuzes gemaakt. Ik snap dat muzikanten zichzelf terug willen horen bij het maken van een album, maar dan moet het wel functioneel zijn. In Within the Tides is het basgeluid echt te aanwezig, hetzelfde kan gezegd worden over de echt veel te hard staande drums in Like the Earth Orbits Sun.
Is er dan iets wat uitspringt op dit album? Om eerlijk te zijn: vrij weinig. Alleen in het zicht van de haven pakken de heren toch nog even uit met het laatste nummer Even in The Darkest Place. Wat toch een mooi slotakkoord met zich meebrengt doordat de band nu wel doorpakt met een climax. Maar na dit nummer zit het album erop en dat is geen straf.
Eigenlijk smaakt alles aan dit album naar Duitsland. Kleurloos, degelijk en een tikkeltje irritant.
Score:
55/100
Label:
Napalm Records, 2021
Tracklisting:
- …The Storm Will Set The Sails
- Within The Tides
- Magnolia
- Like The Earth Orbits Sun
- Dark Clouds Behind, Bright Skies Ahead
- Refugium
- Elpis
- Fear Keeps Pace With Hope
- Be Brave, Fragile Heart
- Appearance Of Earth
- Even In The Darkest Place…
Line-up:
- Jonas Obermüller – Piano, Synthesizer, Percussie
- David Christmann – Gitaar
- Markus Dold – Gitaar
- Andreas Richau – Zang, Basgitaar
- Jan Lüftner – Drums
Links: