The Last Of Lucy – Godform

Geen idee hoe je er als band opkomt om jezelf The Last Of Lucy te noemen. Maar wanneer ik “brutal death” en Transcending Obscurity Records zie staan in de Zware Lijst ben ik sowieso al direct bij de les. De uitgaves van het betreffende label zijn vaak gewaagd en kwalitatief goed tot uitstekend te noemen. Alsof die gasten daar een neus voor hebben. Tja, ieder zijn vak, zal ik maar zeggen dan. Ik ben zelf toch wel in de bevoorrechte positie om er een recensie over te schrijven.

 
Godform is het derde album van de Amerikanen. Het tweede album Moksha en het debuut Ashvattha hebben geen recensie op Zware Metalen gekregen. Zou het aan de toch wat eigenaardige bandnaam liggen? Of hebben mijn collega’s liggen te slapen? In de basis was dit een band – volgens de metalen archieven – die mathcore speelde. U weet wel, van die typische onmogelijke riffs die met elkaar zijn verweven onder invloed van de nodige springstof. Heden ten dagen gaat de band voor technische, progressieve death, waarbij het brutale aspect zeker aan de oppervlakte komt. Zo ontploffen er dikwijls vette bommen als waren het breakdowns, hakken de blasts alles in een noodtempo aan stukken en raggen de gitaren er op los. De vocalen houden het midden tussen een schreeuw en een grunt of een combinatie van die twee. Nooit al te generiek in ieder geval. We zijn dan ook voor een dik half uur met dit Godform onder de pannen.

De promo noemt referenties in de richting van Inferi, The Faceless, Archspire, The Zenith Passage en Godless Truth. En ondanks dat dit een vrij accurate opsomming is, waarbij Archspire en The Faceless nog wel het dichtst in de buurt komen, blijft de naam Infant Annihilator door mijn hoofd spoken. Reden hiervoor is het typische gitaarwerk dat nogal eens kort de hoogte in gaat – het zal vast wel een naam hebben, deze techniek, wie het weet mag het mij zeggen – en de zeer extreme drumcapriolen. Het muzikale geweld is daarnaast van een bijzonder heldere geluidsproductie voorzien, waardoor vrijwel ieder detail voor een scherp gehoor waarneembaar blijft. Met een opener als Wormhole waant u zich al direct in een parallel universum, wanneer de duizelingwekkende blasts in een rotvaart door de speaker gepompt worden. Een kort terugschakelmoment is voldoende om er daarna weer vol op los te rossen. Met Empyreal Banisher gaat de razernij doodleuk verder en denk ik vooral aan Archspires drumwerk, gravity blasts en allerlei gekke toestanden. En ook hier horen we weer een kort relaxmomentje, alvorens de waanzinnige polyritmische drums, staccato riffs en monsterlijke vocalen de onderkaak naar beneden laten klappen.

Het hier gedeelde Twin Flame opent dan met vijfenvijftig seconden mitrailleur-metal, waarna er een korte sessie vrij jammen en improviseren volgt. Wat er daarna nog allemaal volgt tart in essentie de wetten van de zwaartekracht – met tevens nog een gelijkaardig relaxmoment dat klanken van een saxofoon (?!) moeiteloos integreert – op bizarre wijze. Het gehoorverpulverende en hier gedeelde Shedim Seance weet mij instant te overtuigen van het feit dat er een enorme hoeveelheid noten, klanken en tonen in twee minuten en éénentwintig seconden passen. Hier komt de band dan ook wel heel dicht in de buurt van het eerder door mij genoemde Infant Annihilator.

De vocale uitbarstingen tijdens Sanguinary Solace kunnen haast niet van deze wereld zijn. Wat een toewijding en extreme overgave moet deze vocalist en deze band in zijn geheel wel niet hebben! En dan verwacht ik dat de Amerikanen het nu wel iets rustiger aan zullen doen wanneer Sentinel Codex met wat etherische, ambient-achtige toestanden opent, maar hoe mis kan een redacteur het hebben. De vuillakken gaan gewoon doodleuk verder met de vieze was buiten hangen, zij het in de beginfase nog wat getemporiseerd, om er daarna weer met een rotvaart van tussen te gaan. Het is veel, erg veel, extreem veel, maar tegelijkertijd ook bijzonder indrukwekkend. Gelukkig blijft de coherentie wel intact, waardoor we nog enigszins kunnen spreken over nummers met een kop-en-een-staart. Darkest Night of the Soul gaat met dezelfde strapatsen verder en weet dan ook moeiteloos te overtuigen. Angelic Gateway is dan opnieuw een wat korter nummer, met een wederom bizarre vocale opening, in de trant van Archspires Oliver Rae Aleron. Tijdens Anima Flux houden de riffs mij enkel en alleen nog overeind, want heel veel meer dan dit kan ik haast niet meer verdragen. Het is zo beestachtig opgefokt en tegelijkertijd technisch dat ik bijna toe ben aan een kort rustmoment voor mijn oren en brein.

Het afsluitende titelnummer gunt mij die broodnodige rust, zo net tegen de tweede minuut wanneer The Last Of Lucy weet te variëren met een kort sferisch stuk en bijpassende zuivere vocalen. Het weet mij zodoende nog iet of wat te sparen. De extreme gitaarsolo’s maken het geheel af. Er zijn maar weinig bands die intense brutaliteit en techniek zo goed weten te combineren als dit The Last Of Lucy uit California. Keerzijde van dit album is het feit dat dit dan ook wat vergt van de luisteraar, waardoor de vermoeidheid wel op de loer ligt. Maar onder de streep is dit binnen het genre wel degelijk een brok dynamische agressie waar ik een diepe bewondering voor heb.

Score:

91/100

Label:

Transcending Obscurity Records, 2024

Tracklisting:

  1. Wormhole
  2. Empyreal Banisher
  3. Twin Flame
  4. Shedim Seance
  5. Sanguinary Solace
  6. Sentinel Codex
  7. Darkest Night of the Soul
  8. Angelic Gateway
  9. Anima Flux
  10. Godform

Line-up:

  • Josh De La Sol – Vocalen
  • Gad Gidon – Gitaren
  • Derek Santistevan – Bas
  • Josef Hossain-Kay – Drums

Links: