The Bishop Of Hexen – The Death Masquerade

Ik geef het toe: hier heb ik veel te lang mee gewacht. The Death Masquerade werd al in juni uitgebracht en is al enkele maanden een vaste en enorm gewaardeerde klant in mijn persoonlijke playlist, maar aan een recensie ben ik jammer genoeg nog niet toegekomen. Hoog tijd dus!

Laat ik eerst en vooral toegeven dat ik deze band uit Tel Aviv nog niet kende. The Bishop Of Hexen is nochtans opgericht tijdens de hoogdagen van de tweede blackmetalgolf, in 1994, en bestaat dus al meer dan een kwart eeuw. Toen heetten ze wel nog Bishop Of Hexen, zonder de “The”. In 2012 werd die “The” overigens pas toegevoegd. Het doet me allemaal wat aan het “Septic FleshSepticflesh” verhaal denken: een soort tabula rasa om dan met een (min of meer) nieuwe stijl te herbeginnen. En eigenlijk klopt dat ergens wel, aangezien de band altijd in het symfonische black metalstraatje te vinden is geweest, maar er toch aanzienlijke stijlverschillen op te merken zijn tussen hun… drie (jawel) studioalbums. Dat The Bishop Of Hexen in 2020, 26 jaar na zijn conceptie, pas aan zijn derde langspeler toe is, is wel opmerkelijk te noemen. Dit is eigenlijk te wijten aan het knipperlichtbestaan waar deze band mee te kampen heeft gehad. Hun eerste album, Archives of an Enchanted Philosophy, brachten ze uit in 1997. Wat hier vooral opviel was de prominente rol van klassiek-symfonische elementen, en vooral van piano. Op die manier onderscheidden de Israëliërs zich al van vele andere symfonische blackmetalbands, aangezien hun symfonische elementen klonken als klassieke composities en niet als filmmuziek. Een eigenschap die daarna een vaste waarde is gebleven in het oeuvre van The Bishop Of Hexen. Nog een opmerkelijke observatie: bij (The) Bishop of Hexen is er altijd iets gaande. Op de meest onverwachte momenten komen ze met creatieve twists, sfeergeluiden, gesproken woord, enzovoort. Dat zorgt voor een onafgebroken spanningsboog, die ze op het debuut jammer genoeg niet tot het einde toe wisten vast te houden.

Na 1997 werd het zeven jaar stil rond de band. Pas in 2004 toonde ze weer een teken van leven met een nieuwe EP en een vernieuwde line-up. In 2006 bracht ze een tweede studioalbum uit: The Nightmarish Compositions, dat qua stijl al heel wat dichter aanleunt bij The Death Masquerade. Waar Archives of an Enchanted Philosophy nog samenhang miste en te veel steunde op haar piano-composities, was The Nightmarish Compositions toch al veel meer een volwaardig symfonisch black metalalbum in de sfeer van Dimmu Borgir en Cradle of Filth. Je zou kunnen zeggen dat men hier wat op veilig speelde door vooral dicht aan te leunen bij middenperiode Dimmu Borgir, maar het resultaat was echt wel indrukwekkend. Er werd ook nog wat uitdrukkelijker gespeeld met griezelige geluiden én heel sfeervolle, diepe cleane vocalen (geen hoge ICS Vortex-achtige zang dus). Het album kreeg nog wat meer naambekendheid wanneer enkele nummers werden opgenomen in de soundtrack van de EA game Brütal Legend.

Veertien jaar na The Nightmarish Compositions is The Bishop Of Hexen nog maar eens terug, op een nieuw label (Dusktone) en met een nieuwe bassist. Keyboardspeler Dimrost is het enige originele lid dat is overgebleven en zanger Lord Koder neemt nu ook de drums voor zijn rekening. Die veertien jaar had de band duidelijk nodig om hun muziek te perfectioneren tot wat de geschiedenis zal ingaan als het magnum opus. Ik ben enorm onder de indruk van dit werk en zal dat dan ook moeilijk onder stoelen of banken kunnen steken. Waarvoor nu al mijn excuses.

Hoe kan een orkestrale grootmacht als The Bishop Of Hexen anders openen dan met een ijzersterke symfonische compositie? Rechtstreeks uit de onderwereld komen de akelige klanken van Catacumba Essentia op ons af. Zoals gezegd: bij The Bishop of Hexen is er altijd iets gaande, en dus blijft het niet bij strijkers alleen. De spokende, wat oosters aanvoelende melodie wordt ondersteund door occulte zang en wanneer dan een vervormde, half sprekende, half zingende stem het album lijkt in te leiden krijg ik letterlijk kippenvel. Lang geleden dat muziek dat bij mij heeft gedaan, eerlijk gezegd. Is dit de demonische stem van de “heksenkoning”? Zou zomaar kunnen, want op A Witch King Reborn ontbindt The Bishop Of Hexen pas echt zijn duivels (en heksen). Wat een verbluffend sterke start is dit zeg! Van bij de eerste noot zit alles goed: sterke melodie, mooi vol geluid en bijzonder veel punch in de ritmesectie. Ja, natuurlijk denk je aan Dimmu Borgir als je de riffs zo prachtig hoort dialogeren met de strijkers, maar dit zou zelfs op een album van de Noren een hoogtepunt zijn. En The Bishop Of Hexen wil meer dan enkel een geslaagd symfonisch black metalnummer brengen, en dus zorgen ze voor wat ‘twists en turns’ om A Witch King Reborn naar een nóg hoger niveau te tillen. Gesproken woord en klavecimbel roepen een sfeer van Italiaanse Renaissance op waarrond dit album is opgebouwd (zoals ook duidelijk is op de hoes). De drums klinken droog en meedogenloos en ondertussen worden we bedolven onder een orkestrale grandeur met zenuwachtige strijkers en continu wisselende melodieën. Dit nummer raast gewoon recht door je heen en het is onmogelijk om niet meegezogen te worden in deze maalstroom van symfonische perfectie. Wanneer verschillende stemmen in duet gaan wordt de sfeer zelfs nóg intenser. Wat een ongelooflijk ‘symforgasme’! Leuk detail: op A Witch King Reborn is Mirai Kawashima (Sigh) te horen.


De stemming is groots en luguber tegelijkertijd en dat is op Of Shuttering Harps & Shadow Hounds (met gastvocalen van niemand minder dan Vicotnik himself) niet anders. Na een korte inleiding met kerkklokken worden we weer helemaal opgeslorpt door de pikzwarte atmosfeer die over dit naargeestige album hangt. Het nummer is wat minder uitbundig dan het voorgaande, maar op geen enkel moment laat het je los. Zowat alle mogelijke vormen van stemgebruik komen voorbij, waaronder een prachtige, glaszuivere vrouwelijke operastem. Het nummer lijkt zich in zekere zin in te houden tot het naar het einde toe volledig openbloeit in een zalige gitaarsolo. Het is alsof de dynamiek in die solo alle instrumenten ook aansteekt. En dan valt plots alles weg en horen we opnieuw de kerkklokken. Wat een fijne symmetrie!

Dat The Bishop Of Hexen zijn klassiekers kent wordt op geniale wijze kenbaar gemaakt in het nummer Death Masks. geniaal, vooral omdat het ook perfect past binnen het thema van dit nummer. Doodsmaskers horen thuis op een kerkhof, en dat heeft de band geïnspireerd om subtiel te verwijzen naar volgend bekend fragment uit Freezing Moon van Mayhem: “The cemetery lights up again. As in ancient times”. De bijhorende melodie wordt hier namelijk prachtig verweven in de muziek. Dat is echter zeker niet de enige kwaliteit van dit nummer. Wat een intro bijvoorbeeld: prachtige klassieke muziek, gecombineerd met een duivelse stem en dan ineens die versnelling en furieus drumwerk. Ook het laatste deel is hier zeker de moeite waard, met cleane koorzang en heel wat emotie die plots doorbreekt. We horen hier overigens zowel in zang als in instrumenten het centrale thema van het afsluitende nummer, Sine Nomine. Mooi gezien zo net halverwege het album. Dit toont toch dat er bijzonder goed is nagedacht over de structuur van de nummers én het album op zijn geheel.


All Sins Lead to Glory lijkt wel een verheerlijking van de zonde, zo groots en heroïsch klinkt het allemaal. Opnieuw valt de rijkdom aan vocale mogelijkheden op: clean, krijs, koor, dreigend gesproken woord. Elke stemtechniek wordt ook nog eens bijzonder goed en passend uitgevoerd (soms opzettelijk niet helemaal zuiver om zo een akelige sfeer vast te houden) en de combinatie is echt bijzonder indrukwekkend (zoals op het einde van dit nummer). Sommigen zullen het misschien wat over de top vinden, maar dat hoort nu net bij dat theatrale dat typerend is voor The Bishop Of Hexen. Vooral het gesproken woord lijkt overigens een soort vertellersfunctie te vervullen, een rode draad doorheen The Death Masquerade. Ook op All Sins Lead to Glory mogen we daarnaast genieten van een zeer geslaagde solo.

The Death Masquerade bestookt je continu met allerlei indrukken en die overvloed is net de kracht van dit album. Dit is een theatraal totaalspektakel dat zelfs de grootste sceptici niet onbewogen zal laten, daar ben ik zeker van. Om zo iets extreems te kunnen laten werken moet het perfect uitgebalanceerd en uitgevoerd zijn, en daar is The Bishop Of Hexen hier echt wel in geslaagd. Dit is overigens meer dan enkel muziek: dit is een verhaal, een muzikaal Bühnenfestspiel in acht bedrijven. En soms is dat dramatische nog wat extra in de verf gezet, zoals bij aanvang van The Jester’s Demise, waarin men (vermoed ik) een bestraffing of executie laat horen. Op dit nummer is het vooral genieten van de fijne melodieën en de hoofdrol van The Bishop Of Hexens lugubere verteller.

Na het degelijke maar net iets minder memorabele A Thousand Shades of Slaughter eindigt The Bishop Of Hexen in stijl, met onvervalste opera. Sine Nomine: wat een afsluiter, het heeft geen naam…

Ik besef dat niet iedereen even losgaat op een dergelijke klassieke muziek – black metal infusie, maar het zou echt zonde zijn om dit monumentale meesterwerk te negeren. Dit album is namelijk simpelweg af. Alles wat een plaat nodig heeft om je muzikale begeertes te bevredigen is aanwezig en het wordt met zoveel bravoure tentoongespreid dat je beseft dat dit viertal uit Tel Aviv die voorbije veertien jaar gewoon nodig had om nu tot het toppunt van hun kunnen te komen. En dat toppunt is bij momenten enger dan Cradle of Filth, theatraler dan Limbonic Art en bombastischer dan Dimmu Borgir. Heerlijk! Het nieuwe Spook van de Opera heet tegenwoordig The Bishop Of Hexen. Top vijf van mijn jaarlijst, zonder twijfel!

Score:

93/100

Label:

Dusktone, 2020

Tracklisting:

  1. Catacumba Essentia
  2. A Witch King Reborn
  3. Of Shuttering Harps & Shadow
  4. Death Masks
  5. All Sins Lead to Glory
  6. The Jester’s Demise
  7. A Thousand Shades of Slaughter
  8. Sine Nomine

Line-up:

  • Lord Koder – Stem, drums
  • Dimrost – Keyboards
  • Avicious – Gitaar, basgitaar
  • Ariel Eshcar – Gitaar

Links: