Stuka Squadron – Tales Of The Ost
Metalbox Recordings, 2012
Bij de Luftwaffe gaven ze hun vliegtuigen bijnamen. De Junkers Ju 87 kreeg de naam Stuka, naar het Duitse Sturzkampfflugzeug. Duikbommenwerper als je dat zou willen vertalen. Het is dus zeer goed mogelijk dat jouw opa of overgrootvader nog werd neergehaald door het Stuka-eskader, ofwel het Stuka Squadron. Het is naar die mensen dat deze Londonse debutant zich vernoemde. Wellicht daarom dat de band expliciet in hun bio heeft laten zetten dat ze absoluut niets met de NS te maken hebben. Tuurlijk niet. De initialen van hun groepsnaam zijn louter toevallig SS en hun stageoutfit met Gestapo-jassen en generaalkepie hoeft niets te betekenen.
Niet geheel tegen de verwachtingen is het Oostfront het centrale thema. Brengt ons meteen bij foutje nummer één. De zelf ingesproken oorlogssamples van bevelende Duitsers die plots een dik Engels accent hebben ontwikkeld, de ratelende machinegeweren, klotsende loopgravenmodder, kreunende soldaten… ze zijn al erg maar vervallen in het niets naast de aan een overdosis spierversterkers lijdende vikingkrijger die met valse heldhaftigheid de verhalen vertelt. Alsof de Tweede Wereldoorlog tussen de Vikings en de Eburonen ging. Nog een blunder: het gaat hier om traditionele heavy metal. Oké, de dartele harmonics hebben zeker melodieus goud te bieden, maar passen redelijk ongelukkig in dat Oostfrontverhaal. Tenzij ze daar allemaal hand in hand bloemenkransen uitwisselend over de toendra’s huppelden. En echt veel manhaftigheid gaat er van zo’n testikelloze “er hangen dertig wasspelden aan m’n balzak en die trek ik er in allemaal in één ruk af”-falsetto ook al niet uit. En of ‘ie er een paar keer katvals naast gaat! De meerstemmige kopkwelers bereiken een verwijfd hoogtepunt in On The Volga Bridge, waar zelfs de oow wohoho’s niet ontbreken. Resten nog wat schuddende riffs die je alleen maar kan bedenken met een haarband, die de bloedtoevoer naar de hersenen afsnijdt, en iets dat zo strak om de dijen knelt dat de bloeddruk tot het levensvatbare minimum zakt.
Riffs en zanglijnen volgen strikt de regel dat als Maiden of Priest het nog niet gespeeld heeft, zij het ook niet mogen. Een soleergitaar zet de clichés tot in de tremelo- en wahwahpuntjes in de verf, terwijl de ritmegitaar niet meer dan één akkoord per vier maten durft aan te slaan. Voor de triomfhymnes zou alleen Manowar zich net niet schamen (ze durven spelen is iets anders), ieder ander bataljon zou hen er smakelijk om uitlachen. De ridicule stemimitaties zijn eerder karikaturen dan variatie. Moet je het als criticus nog over de vetarme, luchtige milkywaysound, waarin je de – dan nog eens uiterst passieve – drums amper hoort, hebben. De enige iets potigere hardrockriff krijgt dan een homotitel als Lovecraft mee. Het zegt iets. Als dit een oorlog zou zijn, heb je hier met de navy te doen en iedereen kent het cliché dat daarover de ronde doet. Een band die zelf één groot cliché is kan dat alleen maar bevestigen.
Tracklisting
- Into The Breach
- Tales Of The Ost
- The Last Resort
- Stuka Squadron
- A Cross Of Iron
- On The Volga Bridge
- Tiger I
- The Fall
- Lovecraft
- Zabulon’s Inferno
- Lord Of Valhalla
- One Eyed God King
- We Drink Blood
Line-up:
- King Kroll – Drums
- Gravedigger Cox – Lead gitaar
- Sir Graveghoul Terrorsound – Ritmegitaar
- James Duke Fang-Begley – Vocalen
- Lord Graham Pyre – Basgitaar
Links: