Dialect. Grote kans dat u er ook een spreekt want in Nederland zijn dat er tussen de 250 en 400 en in België zijn het er slechts twaalf, als ik het internet mag geloven (al zullen het er veel meer zijn als je de, soms minieme, verschillen tussen de dorpjes in een bepaalde streek meetelt). In Italië zijn het er ongeveer zesduizend. Met vier dialecten vanuit laatst genoemd land kun je muzikaal kennismaken op deze split die door twee labels wordt uitgebracht. Alle vier de bands leveren twee nummers aan en spelen (een vorm van) black metal.
Strja trapt af en direct valt op dat deze heren er een vrij duistere productie op nahouden. Het geheel klinkt dof en dunnetjes, met name de gitaar en snaren missen ballen en daardoor klinkt het geluid erg “plat”. De diepe keelgeluiden komen helaas ook niet al te krachtig over. Voeg daaraan toe dat de riffs niet echt blijven hangen en de conclusie kan niet anders zijn dan dat Strja geen al te beste indruk achterlaat.
Ticinum lijkt meer folk in zijn muziek te verwerken en de blackmetalinvloeden komen vooral tot uiting bij een sporadische tempoversnelling en door het hese gekrijs. In La Cacia ad Godan komt zo te horen een keur aan instrumenten voorbij waardoor het, zeker in de snellere passages, een beetje een brij wordt. De overgangen zijn lekker staccato zoals het bij black metal hoort en dragen zeker bij aan de sfeer. Met ruim acht minuten muziek (die vooral drijven op twee muzikale thema’s) slaat tegen het einde de verveling wel toe, hoewel de gitaarsolo de boel op een goede manier openbreekt. Pavia Brusa, la Stria gaat fel van start en daar kan zelfs door de invallende draailier(?) niet onderuit worden gehaald. Jammer dat de vocalen de rest van de muziek naar de achtergrond drukt maar dit nummer is toch het eerste hoogtepunt van deze split.
Vrim mag deze split afsluiten. Ze doen dat met een vorm van black metal die niet al te snel wordt gespeeld. Het duurt in Ij Lìngher Vendicator bijna vijf minuten voordat er een blast beat wordt ingezet maar die is ook zo weer voorbij en zorgt voor enkele gekunstelde overgangen. Het afsluitende L’òra ant el Kali-Yuga kabbelt een beetje voort en weet ondanks de (bij vlagen) krachtige vocalen en een leuk gitaarthema niet echt te boeien en dat is jammer aangezien het nummer bijna tien minuten duurt.
Voces Antiqui Sanguinis is een leuk initiatief om vier bands in hun eigen dialect voor het voetlicht te brengen. Wil je het ding fysiek in je bezit hebben: hij wordt alleen geleverd bij een uitgave van het Sulphur fanzine “Linguas Diaboli” (alleen in het Italiaans). Ik denk dat er muzikaal gezien wel betere muziek uit Italië komt. Misschien dat we die op een tweede deel mogen verwelkomen?
Label:
Masked Death Records en Sulphur Records, 2024
Tracklisting:
- Strja – Instrià
- Strja – La Siora dei Troni e delle Site
- Ticinum – La Cacia ad Godan
- Ticinum – Pavia Brusa, la Stria
- Kre^u – Accabbadòra
- Kre^u – Ma^iardzas
- Vrim – Ij Lìngher Vendicator
- Vrim – L’òra ant el Kali-Yuga
Line-up:
Strja line-up:
- Síor Sloto – Zang
- Bräsa – Gitaar
- Bail – Drums
Ticinum line-up:
- Theeleb Corax – Zang, mandoline, accordeon
- Rattenkönig – Gitaar
- Liutpränd Nictus – Gitaar
- Agilulf – Basgitaar, viool
- Rusrüvent – Drums
Kre^u line-up
- Brusiòre – Zang
- Sa Cràstu – Gitaar
- Su Missenòre – Gitaar
- Mauréddu – Basgitaar
- Su Brigadore – Drums
Vrim line-up
- D. Avait – Zang
- Ruf – Zang, gitaar, basgitaar
- R/Z – Drums
Links: