Seth – La Morsure Du Christ

We gaan twee jaar terug in de tijd: de avond van 15 april 2019. Op (sociale) media verschijnen massaal foto’s van een brandende Notre-Dame en heel wat mensen worden compleet hysterisch. Een stuk geschiedenis leek in vlammen op te gaan en dat zorgde voor de nodige paniek. Persoonlijk was ik ook niet direct in een hoerastemming, om eerlijk te zijn. Daarvoor schatte ik de artistieke waarde van dit eeuwenoude monument te hoog in. De Notre-Dame is dan ook een stukje Frans erfgoed van groot cultureel belang.

Maar tegelijkertijd is de Notre-Dame het symbool van een hebzuchtig instituut dat in de naam van religie eeuwenlang enorme rijkdommen heeft vergaard, koste wat het kost. En dat gebeurde zeker niet altijd in een geest van “christelijke waarden” zoals eerlijkheid en naastenliefde. Een instituut dat zichzelf blijft verrijken en ondertussen de vrije wil beknot en mensen misleidt, dat wekt uiteraard haat op. “Burn Your Local Church”, in de bekende stijl van Burzums Kristian (what’s in a name?) “Varg” Vikernes, is daar een bekend voorbeeld van. De vernieling (in zekere zin dan toch) van de Notre-Dame is voor velen ook een symbool geworden van het nakende einde van de christelijke hegemonie en (ik quote de band hier even) “Het ultieme verraad ten opzichte van God. Uit de as van de kathedraal rijst een goddeloze wereld op.”: een nieuw tijdperk, een wereld die zich steeds verder verwijdert van religie en spiritualiteit.

De heren van Seth hebben dit moment aangegrepen als inspiratiebron voor hun nieuwste album. Niet openlijk vanuit een gevoel van haat, eerder als observator van een veranderende wereld (maar ergens toch ook met een zweem van voldoening). Op de cover zien we de iconische torenspits afbreken: een historisch en bijzonder symbolisch moment. Met de release van dit album wordt dan ook de tweede verjaardag van de “val van de Notre-Dame” herdacht. Het is heel passend dat nét een Franse band deze thematiek opneemt in haar oeuvre. Net zoals het heel passend is dat deze materie zijn weg vindt naar een blackmetalalbum. En wat voor één!

Seth is een oudgediende in het Franse blackmetallandschap en staat al sinds 1995 garant voor verwoestende black metal met heel wat twists en turns. Geen twee albums van Seth zijn helemaal vergelijkbaar, maar elke keer weer barst het van de geniale ideeën en verrassende wendingen. Seth is dan ook een band met vele gezichten. Op Divine-X (2002) werd bijvoorbeeld de grens met industrial black metal opgezocht en op het vorige album, The Howling Spirit (2013), werd zelfs even geëxperimenteerd met cleane zang (en dat was absoluut een succes). Maar één ding is zeker: niets is zeker bij Seth, je weet nooit wat het volgende album zal brengen en dat maakt elk nieuw album nu net extra spannend. Ondertussen werden ook al drie vocalisten versleten, maar met Saint Vincent (Blacklodge) werd wel een waardige opvolger gevonden voor oudgediende Black Messiah. De nieuwe bassist, Esx Vnr, kennen we als live-muzikant bij Arkhon Infaustus en daarnaast werden ook nog een nieuwe gitarist én een nieuwe keyboardspeler aangetrokken. Enkel drummer Alsvid en gitarist Heimoth waren er vanaf het begin bij.

Wat mij betreft blijft hun debuutalbum Les Blessures de l’âme nog steeds hun magnum opus. In 2019 brachten ze naar aanleiding van de twintigste verjaardag van dit meesterwerk nog een livealbum uit waarop Les Blessures de l’âme in zijn totaliteit wordt gespeeld (Les Blessures de l’âme: XX ans de Blasphème), deels opgenomen op Throne Fest in het mondaine Kuurne. Op Les Blessures de l’âme werd ook de blauwdruk voor de muziek van Seth vastgelegd: een hoge dosis agressie en energie, heel wat diepgang in de songwriting, een meesterlijke sfeerschepping (tegelijk obscuur en dramatisch), een vooraanstaande rol voor melodie én een vleugje synthetische grandeur. En laten net dàt de elementen zijn die we ook in hun nieuwe album terugvinden. Met La Morsure du Christ lijkt de cirkel rond en gaat Seth weer terug naar de beginjaren. In die zin is het opvallend dat de band sinds voorganger The Howling Spirit is teruggekeerd bij Season of Mist, het label waarop ook het debuutalbum verscheen.

La Morsure Du Christ opent met het titelnummer, zonder aanloopje, zonder introductie. Dit is authentieke black metal in al zijn rauwe essentie, traditioneel in opbouw maar modern in productie. Dat de basgitaar wat minder aanwezig is lijkt me een bewuste keuze (het vult vooral de leegtes onder de gitaren op), maar verder staat alles mooi op gelijke voet. In de opbouw van de lyrics vallen de Alexandrijnen op: klassieke Franse poëtische versregels die ter gelegenheid van dit album nog eens van onder het stof gehaald zijn. Deze zorgen voor een heel transparante structuur en enkele in het oor springende passages (“Je suis le Tentateur”). Wanneer het refrein zich aandient doet het me enorm denken aan The Call of The Aethyrs (Rotting Christ), een nummer dat ook thematisch dicht bij La Morsure Du Christ aanleunt.

Seth is hier niet de verpletterende gigant die het was op bijvoorbeeld Divine-X (dat opviel door zijn harde, loodzware aanpak), maar eerder een duistere kracht die ons meesleurt naar de diepten van een gewonde ziel en de duisternis van Satans rijk. La Morsure Du Christ overstijgt de vorige albums vooral door zijn authenticiteit en de samenhang van de nummers, die allemaal verweven lijken tot één verhaal, dat start bij de “beet” van Christus en eindigt met de triomf van Lucifer. Het album etaleert een heel erg krachtige occulte atmosfeer, zowel vanuit de teksten als vanuit de muziek zelf. Synths zijn subtiel aanwezig om die atmosfeer te creëren (orgelklanken verwijzen tegelijkertijd naar de kathedraal bedenk ik me nu), maar ook het gebruik van dubbele vocalen en fatalistisch klinkende riffs draagt hiertoe bij. Om het plaatje helemaal compleet te maken zijn alle teksten geschreven in het Frans (allemaal ontsproten aan de pen van Saint Vincent), wat voor dat extra tikkeltje cachet zorgt, en dan voornamelijk in de gesproken woordstukken. En zo is La Morsure Du Christ (zowel het nummer als het album zelf) een uitgebalanceerd totaalpakket dat een bijzonder hoog niveau haalt.

Hoe essentieel wil je je blackmetalalbum eigenlijk laten aanvoelen als je een nummer schrijft met de titel Métal Noir? In tegenstelling tot wat je zou verwachten begint deze track nochtans opvallend sereen, mid-tempo en melodisch, met veel gevoel voor dramatiek. Enkel Saint Vincent verstoort de rust met zijn krassende stem. Wanneer het nummer dan toch openbarst in al zijn furie blijft de dramatiek moeiteloos behouden en word je eigenlijk meer meegesleept door de epische melodieën dan door de basdrums die in overdrive gaan. Métal Noir is een ode aan twintig jaar toewijding in dienst van de Prins van de Onderwereld. Dat Seth deze taak steeds vol overgave heeft uitgevoerd schemert duidelijk door in dit nummer, dat barst van de vurige hartstocht. De nadruk van het nummer (en dan vooral in de vocalen) ligt in de passage waarbij de duivel aanroepen wordt: O machtige Lucifer, kom tot ons, “apparaît dans ta Gloire!”.

Een gelijkaardige opbouw vinden we terug op Sacrifice de Sang: een rustige start waarin deze keer de drums een hoofdrol spelen (zoals gezegd, alle elementen van de band worden evenwaardig gebruikt), gevolgd door een explosie van snelheid en doorleefd fanatisme. Het is ondertussen duidelijk dat je dit album niet kan beluisteren zonder de lyrics erbij te nemen, aangezien de muziek het verhaal volgt en niet omgekeerd. De spanningsboog wordt opgebouwd tot het offer zijn hoogtepunt bereikt en het bloed begint te vloeien (“Ni remord, ni pitié, car le sang doit couler!”). Dit is ook het punt waarop het nummer in volle hevigheid losbarst (en hoe! Dit is even heel intens zeg…). Opnieuw leunt het aan bij ouder werk van Rotting Christ, al zijn er ook elementen van meer openlijk occulte bands als Mephorash te horen. Nergens op dit album is er overdaad te bespeuren: alles draait om balans en zelfbeheersing. Om die balans te bewaren is er op Sacrifice de Sang een ritualistisch, spiritueel rustpunt ingebouwd (wie het laatste album van Mephorash al heeft beluisterd, weet wat ik bedoel).

Om La Morsure Du Christ volledig naar waarde te kunnen schatten is het echt primordiaal dat de luisteraar zijn/haar zwartgeblakerde ziel openzet en zich laat meevoeren op de golven van passionele geestdrift die Seth hier creëert. Ex-Cathédrale vertelt het verhaal van de ontheiliging van de Notre-Dame in poëtische bewoordingen en heeft in zijn verhalende karakter heel wat raakvlakken met atmosferische black metal. Opnieuw valt de overtuiging op die zowel in de stem als in de instrumenten doorklinkt, in die mate dat het bijna aanvoelt als een hymne. Het tempo en de intensiteit liggen hier hoog, maar toch blijven de structuur en de finesses van het nummer moeiteloos overeind. Nadat Ex-Cathédrale langzaam is uitgedoofd, zoals de kathedraal zelf dat uiteindelijk ook deed, nemen we even een zijsprongetje en gaan we op bezoek op het kerkhof, waar een verdoemde geest mijmert over het onrecht van onsterfelijkheid en de eeuwige bloeddorst. Hymne au Vampire (Acte III) gaat verder waar Hymne au Vampire Acte I en II, beide terug te vinden op Les Blessures de l’âme, ophielden. In die zin maakt het een duidelijke connectie tussen La Morsure Du Christ en het debuutalbum. Het nummer is op zich minder opvallend, met uitzondering van een stukje sinister gesproken woord (waarop de vampier zelf te horen is) en een opmerkelijk einde met akoestische gitaar en kerkkoor.

Les Océans du Vide lijkt thematisch een beetje de vreemde eend in de bijt: een afscheid van het leven terwijl een lichaam verzinkt in de eindeloze diepten van de oceaan. Zuiver muzikaal ligt het wel in de lijn van de andere nummers, maar opnieuw weet Seth te verrassen met kleine details, zoals de slepende strijkers aan het einde. Ook het album is ondertussen aan zijn einde gekomen, en die ontknoping is tevens de triomf van Satan. Op Le Triomphe de Lucifer ontbindt Seth voor een laatste maal zijn duivels. Deze afsluiter vat nog eens mooi samen waar dit album precies in uitblinkt: meeslepende melodische riffs die heel wat emotie in zich herbergen, een mooie balans in songstructuur én instrumentgebruik, een satanische thematiek die vol vuur en overgave vertolkt wordt door Saint Vincent (hoe ironisch die naam hier ook klinkt), een occulte sfeer die onder andere door de subtiel aangebrachte synths wordt gecreëerd én een overduidelijke klemtoon op het verhaal en de lyrics, geschreven volgens Alexandrijnen, waarbij bepaalde essentiële passages extra benadrukt worden. In dit laatste hoofdstuk worden we bijvoorbeeld opgeroepen om de nieuwe, goddeloze wereld te omhelzen die uit de as van de kathedraal oprijst en de triomf van Lucifer uit te roepen: “Acclame le Triomphe de Lucifer!”

Wat mij betreft blijft het debuutalbum Les Blessures de l’âme nog steeds zijn magnum opus. Wat La Morsure Du Christ mist aan nostalgische rauwheid compenseert het echter ruimschoots door de zorgvuldige manier waarop de nummers zijn opgebouwd. Soms is het verwoestend als het vuur dat de glasramen van de Notre-Dame vernielde, soms hartstochtelijk als de toegewijde volgelingen van Satan. Alles bij elkaar is dit een album dat een ereplaats verdient in de annalen der Franse black metal. En zo wordt La Morsure Du Christ misschien ook een stukje Frans erfgoed van groot cultureel belang. De band met het prachtige logo is helemaal terug, en hoe! Dit smaakt naar meer, en ik kijk dan ook al reikhalzend uit naar zijn Sethième album.

Je vous salue Satan! Je vous salue Seth!

Score:

90/100

Label:

Season of Mist, 2021

Tracklisting:

  1. La Morsure du Christ
  2. Métal Noir
  3. Sacrifice de Sang
  4. Ex-Cathédrale
  5. Hymne au Vampire (Acte III)
  6. Les Océans du Vide
  7. Le Triomphe de Lucifer

Line-up:

  • Heimoth – Gitaar
  • Alsvid – Drums
  • Saint Vincent – Stem
  • Drakhian – Gitaar
  • Esx Vnr – Basgitaar
  • Pierre Le Pape – Keyboards

Links: