In april verscheen het nieuwste Darkthrone-album: It Beckons Us All. Dat is uiteraard altijd het moment om de messen te slijpen en met argusogen en vleermuisoren het nieuwe werkstuk te fileren. Bij sommigen is dat uit rancune, omdat de band niet meer de heerlijke black metal uit de begindagen maakt. Bij anderen is het oordeel objectiever, maar het staat als een paal boven water dat het verwachtingspatroon bij een band van dit kaliber altijd heel hoog ligt. Darkthrone is een hoge boom die altijd veel wind vangt, zeker sinds de stijlverschuiving die vanaf (laten we zeggen) The Cult is Alive de muziek is binnengekropen.
Over It Beckons Us All zijn de meningen verdeeld. Dat een album de meningen verdeelt is trouwens altijd interessant en het is lovenswaardig dat Darkthrone daar anno 2024, na 37 jaren (niet altijd zo genre-trouwe) dienst, nog steeds in slaagt. Collega Yves Pelgrims vond het maar niks, zoals blijkt uit zijn recensie van het werkstuk. Zelf kan ik de soms erg Celtic Frost-achtig aandoende black metal met eigenzinnige uitstapjes van Darkthrones laatste eigenlijk best wel smaken, maar dat is een persoonlijke mening uiteraard. Zoals gezegd: Darkthrone verdeelt. Onder het motto “verdeel en heers” hebben Fenriz en Nocturno Culto het pleit dus opnieuw gewonnen. Hulde.
Maar het gaat hier helemaal niet over Darkthrone natuurlijk. Twee maanden na It Beckons Us All brengt ook Nocturno Culto’s andere band namelijk een nieuw album uit. Eigenlijk is dit wat oneerbiedig geformuleerd, want Sarke werd in feite opgericht door Khold– en Tulus-drummer Thomas Berglie, ook bekend als Sarke. Hij was het die aan de wieg stond van de band die zijn naam draagt (of is het eerder omgekeerd?) en vervolgens kon hij de Darkthrone-zanger overtuigen om de band te vervoegen als vocalist. Wie Sarke niet zou kennen (al lijkt me dat zeer onwaarschijnlijk) kan ik aanraden om het debuutalbum Vorunah (2009) of opvolger Oldarhian (2011) eens op te leggen, die tot op heden naar mijn mening toch nog steeds de beste twee albums van deze band blijven.
Sarke staat voor groovy black’n rolled heavy metal met elementen van doom en thrash, tonnen sfeer en de rauwe stem van Nocturno Culto. Wil je deze band in een schuifje catalogeren, dan ben je eraan voor de moeite: Sarke is en blijft uniek. Eens je één Sarke-nummer hebt gehoord, zal je die unieke stijl altijd blijven herkennen. De enige band waarmee deze qua stijl overlapt is, jawel, het Darkthrone van de laatste jaren. Sarke predikt eenvoud in zijn muziek: eenvoudige maar doeltreffende riffs, simpele maar intrigerende, verhalende teksten, bondig en solide. Soms zorgt de muziek voor een stiekeme glimlach (Old, The Drunken Priest), soms nodigt het uit om lekker mee te grauwen (Condemned) en soms klinkt het zo verdomde vet dat je écht niet stil kan blijven zitten (ik noem even persoonlijke favoriet Paradigm Lost, maar ook het recentere Funeral Fire doet dat). In 2021 zorgde Allsighr voor een nieuw hoogtepunt in de discografie van Sarke. Het album slaagde erin om een aantal nieuwe klassiekers te lanceren (Funeral Fire, Allsighr…) en klonk weer lekker groots en dynamisch als vanouds. Als de Noren deze krachttoer nog eens kunnen overdoen dan zou dat bijzonder indrukwekkend zijn.
Voor Allsighr werd Cato Bekkevold (ex-Enslaved) bereid gevonden om de drums over te nemen van Sarke, maar op Endo Feight is het toch weer Sarke zelf die op het drumkrukje zit. De band wordt vervolledigd door Steinar Gundersen (Khold) en Anders Hunstad, die beiden als live-muzikanten optreden met Satyricon. Een vat vol ervaring dus, dat Sarke.
Sarke heeft iets met onverklaarbare albumtitels, dus het is helemaal normaal dat u niet begrijpt waar de titel van Sarkes achtste precies over gaat. Dat snapt niemand namelijk, vermoedelijk zelfs de bandleden niet. Maar het klinkt weer zeer intrigerend.
Misschien hadden ze bij Sarke ook wel wat koudwatervrees en vreesden ze (terecht) de vergelijking met Allsighr, want met het eerste nummer spelen ze alvast op veilig. Phantom Recluse is zo’n typisch “story-telling” Sarke-nummer dat het beproefde recept blindelings volgt en daarvoor ook nog eens dezelfde ingrediënten gebruikt als zoveel van hun vorige nummers. Je hoort onmiddellijk een herkenbaar thema op koperblazers en dat zet de toon voor een meer dan degelijk en aangenaam mid-tempo nummer, dat lekker weg luistert. Het heeft ook wel een opvallend moment met een soort old-school, seventies synth-solo, maar het mist dat tikje genialiteit dat nummers als Allsighr wel hadden en dat die net daarom naar een hoger niveau tilde. Sarke slaagde er zoals gezegd op Allsighr in om een aantal topnummers te schrijven; nummers die uitblonken, opvielen, iets extra bijdroegen aan de discografie. Dat is hier niet het geval: Phantom Recluse is precies wat je van Sarke mag verwachten, maar steekt er ook niet bovenuit.
De snelheid gaat op Death Construction duidelijk nog niet de hoogte in, maar dat was ook niet te verwachten natuurlijk. Het nummer kent een wat weifelende start, waarna het wel in zijn vaste tempo/stramien terechtkomt. We horen die o zo typerende combinatie van mooi gelaagd snarenwerk, een doodsimpele maar soepel klinkende centrale riff en een ondersteunende achterlaag van synths. Centraal instrument hier is de piano, die voor gevoel en melodie zorgt. Sarke verrast al vrij snel met een opvallende stijlwissel, richting brutere intenties (met opvallende drumtikjes) en vette heavy metal met brommende bassen en stuwend, wervelend gitaartumult. De woorden “Destructive and violent” lijken hier perfect geplaatst om deze passage te definiëren. In een derde fase van het nummer wordt de pijn wat verzacht door middel van een zachte synthpleister, waarna een wilde en licht geschifte gitaarsolo volgt. Vrij chaotisch allemaal lijkt het, als je dat zo leest, maar uiteindelijk slaagt de band er wel in om al deze schijnbaar onsamenhangende delen te laten terugkomen en zo de cohesie toch te bewerkstelligen.
Na een eerste luisterbeurt was ik helemaal niet overtuigd van (en zelfs wat ontgoocheld in) deze Endo Feight, maar ik moet toegeven dat, hoewel deze nummers me niet hetzelfde voldane gevoel geven als al dat lekkers op Allsighr, Sarke er tot nu toe toch weer in slaagt om iets in mij los te weken met zijn composities. Net zoals de discografie van deze band valt er moeilijk een lijn in te trekken, maar er komen allerlei verschillende emoties voorbij en dat zorgt er wel voor dat je na elk nummer nieuwsgierig bent naar wat er gaat volgen.
Endo Feight is zelfs naar Sarke-normen een rustig album, maar als de nummers de luisteraar kunnen verrassen is dat op zich geen punt. Jammer genoeg kunnen de drie tracks in het midden van het album mij op dat vlak iets minder overtuigen. Abyssal Echoes, Old Town Sinner en I Destroyed The Cosmos zijn evenwichtig opgebouwd en bevatten veel melodie, maar de muziek lijkt hier vooral in functie te staan van het vertelde verhaal. Typisch Sarke zou je zeggen, en dat is ook zo. Deze nummers zijn degelijk en technisch perfect uitgevoerd (wat zit dat geluid toch goed op dit album!), dat zeker, maar net als Phantom Recluse brengen ze nét te weinig om een blijvende indruk achter te laten. En toch hebben ze allemaal hun momenten. Van Abyssal Echoes onthou ik vooral de interactie tussen gitaren en keyboards en de spookachtige synthsluiers op het einde, als een mist die plots de kop opsteekt. Old Town Sinner is dan weer zo’n typisch verhaal-op-muziek, mét onverwachts wilde solo, terwijl I Destroyed The Cosmos vooral doodse melancholie uitstraalt.
Een beetje black, een beetje doom. Omdat het kan. Macabre Embrace sluit Endo Feight af met een verhaal over oude graven die langzaam overgroeid worden en terug opgaan in de natuur (of zo interpreteer ik dat toch). Het is een sfeervolle afsluiter die wat doet denken aan het eerste album van Avatarium: op doom geïnspireerd, maar iets lichter en toegankelijker van gevoel, voornamelijk door de melodische inslag. En toch hoor ik er ook heel even Thorns in. Het einde is voor de piano, die een soort doodsklok luidt. De dood eindigt het leven, de graven zijn bedekt, en Endo Feight sluit af.
Endo Feight is geen Oldharian of Allsighr, maar komt toch met een aantal verrassingen op de proppen. De band heeft deze keer iets meer op veilig gespeeld en viel iets te vaak terug op zijn traditionele stijl om van een topalbum te kunnen spreken, maar nummers als Lost, In Total Allegiance en Macabre Embrace verdienen toch een plaatsje in de Sarke-annalen. En de prachtige albumhoes wat mij betreft ook…
Score:
78/100
Label:
Soulseller Records, 2024
Tracklisting:
- Phantom Recluse
- Death Construction
- Lost
- Abyssal Echoes
- Old Town Sinner
- I Destroyed The Cosmos
- In Total Allegiance
- Macabre Embrace
Line-up:
- Nocturno Culto – Stem
- Sarke – Basgitaar, drums
- Steinar Gundersen – Gitaar
- Anders Hunstad – Keyboards
Links: