Queensrÿche – Digital Noise Alliance

Het is altijd lastig om een nieuwe Queensrÿche te beoordelen op de eigen merites. Waar menig band op de schouders van reuzen staat, worstelt de groep uit Seattle soms om zich staande te houden tegenover het eigen roemrijke verleden. Want wat te doen na het buitenwereldlijke Rage For Order, misschien wel het beste conceptmetalalbum ooit Operation Mindcrime, het kwikzilveren, maar ijzersterke Empire en het wonderlijke Promised Land met zijn stil makend mooie afsluiter Someone Else? Op Digital Noise Alliance – niet toevallig af te korten tot DNA – kiest Queensrÿche voor een muzikale zoektocht naar de eigen genen. Of, zoals de band het zelf verwoordt: “Digital Noise Alliance embraces and refracts Queensrÿche’s history.” Eens luisteren hoe dat uitpakt.

Het uitgangspunt voor deze plaat indachtig valt op dat zanger Todd La Torre in opener In Extremis juist iets meer (Dickinson-achtig) laag in zijn stem legt zodat hij steeds meer een eigen geluid laat horen en weg beweegt van zijn illustere voorganger achter de microfoon. Iets dat we alleen maar kunnen toejuichen natuurlijk, en misschien ook wel een voorwaarde voor de band om met de nieuwe (nu ja, La Torre is er ook alweer tien jaar bij) vocalist een volwaardige plek op te eisen in het actuele metalen landschap.

Ook met die positieve verandering lukt het Queensrÿche trouwens de eigen geschiedenis te raken. Daarbij is gitarist Michael Wilton zelfs zover gegaan om de diverse Marshallversterkers die hij gebruikte voor The Warning, Rage For Order, Operation Mindcrime en Empire van zolder te halen en in te pluggen. Het past bij de insteek van het album en zal zeker bijgedragen hebben aan de sfeer en motivatie in de studio. Tegelijkertijd zijn versterkers natuurlijk niet alles bepalend. Zo blijft ook Wilton ver van het heavymetalgeluid ten tijde van The Warning. Nee, als je de nieuwe plaat dan toch in het verleden zou willen situeren, dan kom je eerder uit bij Empire en Promised Land.

Nergens meer overigens dan in Forest. Deze – in de basis akoestische – ballad lijkt in de tekst (“Is this real or in my mind”) te verwijzen naar de (al dan niet) droomwereld van hit Silent Lucidity en haalt ook datzelfde hoge niveau. Met name de koortjes en solo zijn wat Engelstaligen ‘flawless’  zouden noemen. In Lost In Sorrow zingt La Torre zelfs “Take me away to the promised land”. Het korreltje in zijn stem en de volgende hoge uithaal zijn indrukwekkend en raak. Wel vraag ik me voorzichtig (ik wil natuurlijk niemand boos maken) af of ik nu een melodie heb gehoord die ik over drie jaar nog zal herkennen. Het gebrachte is ontegenzeggelijk van hoge kwaliteit – neem gerust een pondje mee, het zal u niet berouwen – maar de tijd zal nog moeten uitwijzen of het nummer, en bij uitbreiding deze plaat, net zo tijdloos is als de klassiekers. De wandeltemporiff in de derde track bijvoorbeeld lijkt daarvoor ietwat eenvoudig en drummer Casey Grillo lijkt soms wat angstig om als nieuweling zijn stempel te drukken, maar in de fraaie gitaarsolo’s worden de Empire-dagen echter effectief aangetikt.

Laten we snel verdergaan de positieve zaken op dit vijftiende studioalbum (het coveralbum Take Cover niet meegeteld) te benoemen want daarvan zijn er meer dan genoeg. In Sicdeth lijken de gitaren wat lager gestemd en gaan tempo en venijn omhoog. Ik las ergens dat de band zelf geen uitleg bij deze (werk-)titel heeft. Het deth-deel ervan laat zich echter niet zo moeilijk achterhalen. Luister alleen maar eens naar de typische opbouw van de riff in de brug. De bijna industrieel klinkende drums poken het vuur stevig op, waarna de warme bas van Eddie Jackson een fraaie break draagt die het gevoel geeft dat 1990 nooit is geëindigd en dat ook nooit zal doen. Behind The Walls vervolgens begint met futuristische Star One-toetsen en houdt het hoge niveau vast. De zanglijn in de brug van het nummer doet denken aan het wereldse Control Denied en laat horen dat de band ook in een nostalgische bui eigentijds durft te klinken. In het sologedeelte geven de gitaristen het stokje soepel aan elkaar over zonder enig risico dat het op de grond valt. Verliefd kringelen de noten om elkaar heen totdat ze uiteenvallen in een dreigende stilte. Lekker hoor!

Ook de twee afsluitende tracks – de met toetsen overladen Billy Idol-cover is leuk om een keer gehoord te hebben en tellen we even niet mee – zijn sterk. Uitwaaierende gitaren en teksten schitteren in Hold On. Het nummer, dat, toegegeven, een ietwat zoetsappig refrein heeft, is zowel een hart onder de riem als een aanklacht tegen de toetsenbordcultuur. “Noone cares to whisper anymore”. Het is fraai verwoord.

Tormentum is met 7:30 minuten het langste nummer van de plaat en gaat stevig van start met een paar fikse tikken op de bekkens. Na dit straffe begin blijft de intensiteit veelal hoog, ook door de felheid waarmee La Torre de microfoon aanvalt. Ruiger en epischer dan hier klinkt Queensrÿche niet op Digital Noise Alliance. We kunnen alleen maar hopen dat het een voorbode is van meer van dat.

Van ‘noise’ is hier eigenlijk geen sprake, digitaal klinkt het allemaal ook al niet te zeer. Nu maar hopen dat het ‘Alliance’-deel wel waargemaakt wordt en dat Digital Noise Alliance (en dan vooral het slotnummer) het begin is van een nieuwe periode van bloei van dit instituut.

Score:

83/100

Label:

Century Media, 2022

Tracklisting:

  1. In Extremis
  2. Chapters
  3. Lost in Sorrow
  4. Sicdeth
  5. Behind the Walls
  6. Nocturnal Light
  7. Out of the Black
  8. Forest
  9. Realms
  10. Hold On
  11. Tormentum
  12. Rebel Yell (Bonus Track)

Line-up:

  • Eddie Jackson – Basgitaar
  • Michael Wilton – Gitaar
  • Todd La Torre – Vocalen
  • Casey Grillo – Drums
  • Mike Stone – Gitaar

Links: