Parkway Drive – Darker Still

Deze recensie is een gastbijdrage van Sander Klijn.

Oud versus nieuw is een discussie die nogal vaak voorkomt in de muziekwereld. Toen Parkway Drive in 2016 Ire uitbracht werd die kloof al gevormd. Parkway Drive zou commercieel geworden zijn, minder goede riffjes maken, minder hard zijn of “dadrock” maken (wat dit betekent, weet ik nog steeds niet). Over één ding zijn de meeste luisteraars het wel eens: het geluid dat de band uit Australië sinds 2016 maakt is wezenlijk anders dan zijn oudere werk.

Na het goed ontvangen Reverence van 2019 is het een tijdje “stil” geweest rond Parkway Drive. Nu had dat ook iets te maken met een wereldwijde pandemie waar zo’n beetje alle bands last van gehad hadden, maar er was meer aan de hand. Een tour in Noord-Amerika werd afgezegd vanwege “persoonlijke problemen”. Tijdens het opnemen van Darker Still schijnt de band een nogal heftige periode te hebben doorgemaakt waarin bijna was besloten te stoppen als band. Zanger Winston McCall en gitarist Jeff Ling gaven in meerdere interviews aan dat tegen de tijd dat ze klaar waren met het opnemen van Darker Still ze er eigenlijk allemaal geen zin meer in hadden. Deze boodschap zit deels verwerkt in de nummers zelf, maar ook in hoe de nummers opgebouwd zijn. Het idee dat ze hadden was dat als dit het laatste album is dat ze ooit zouden maken, hoe moet het dan klinken? Voor dit album hebben de bandleden de boel bewust wat teruggeschaald op snelheid hebben ze zich gericht op een meer “groovy” vibe. Wie vreest dat de nummers daardoor minder heftig of bruut klinken hoeft zich echter geen zorgen te maken.

Het album opent met Ground Zero, waarin meteen de toon wordt gezet. Ja, dit wordt een album van meezingers en een “stadium rock” aanpak van nummers. Dit is zeker niets nieuws voor Parkway Drive. Wie ooit naar een live optreden van de band is geweest, weet dat de boys van Byron Bay de menigte wel aan het springen krijgen. Dit nummer is daar uitermate geschikt voor. De tekst die Winston zingt, zowel aan het begin als elk refrein is in de kern de boodschap die ze ook willen overdragen: The fights, the falls, the scars and broken bones / Beneath it all the cracks begin to show / The hurt, the hate, we’re no better off alone / Than a time bomb / don’t let it explode. Het idee is dat je de wereld niet alleen aan kan – en niet alleen aan hoeft te kunnen. We zijn er allemaal samen beter aan toe dan als we alles alleen willen proberen. Na het gesproken intro knalt het geluid uit de speakers. Een catchy riffje luidt het nummer in terwijl Winston de boel bij elkaar brult. Het refrein is een meezinger van de hoogste plank. Een andere mooie zin in het stuk is Flawless is a fiction, imperfection makes us whole. Die mogen we als boodschap in een tijd waarin we met z’n allen bezig zijn met een race to the bottom ook wel eventjes meenemen. Het refrein is een heerlijke meezinger met een meezingkoor. Ten tijde van schrijven heb ik deze ook al live mogen horen en ook daar gaat hij erg lekker. Een top begin!

Stappen we over naar Like Napalm. Ook weer zo’n heerlijke meezinger. Over dit nummer kunnen we kort zijn: lekker. Wie wat antikerkelijke of antigeloofsteksten zoekt, is hier aan het goede adres, alhoewel het voor Parkway Drive zelf vast meer gaat om de metafoor over het schoonvegen van de lei en het herboren worden. Met het intro Burn it all way trappen we af. De coupletten vallen een beetje weg tegen het vorige nummer, maar het refrein mag er zijn. Lekker agressief en het wurmt zich in je oor. Like Napalm in the Garden of Eden. Lekker hoor.

Komen we aan bij de eerste single van het album: Glitch. Een nummer geïnspireerd door het hebben van nachtmerries of night terrors in het Engels. Bij het uitkomen van deze eerste single vroeg men zich af of het album wel heftig genoeg zou zijn (uiteraard goed te beoordelen op basis van één nummer) en verbaasde men zich over de cleane vocalen in het stuk. Dat had niet echt een verrassing hoeven zijn gezien de voorgaande albums, waarin dat meerdere keren terugkomt. Het nummer trapt af met een riff die klimt in toonhoogte tot het bij het refrein komt. Rustiger dan de voorgaande stukken, maar schijnt bedriegt. Ongeveer rond minuut 2:16 begint er een langzame opbouw naar de breakdown die je wilt horen. En wanneer Winston dan Let me the fuck out! brult knalt die breakdown heerlijk om daarna vloeiend over te gaan in een laatste refrein.

The Greatest Fear dan, single nummer twee van ons drieluik. De bijhorende clip lijkt te impliceren dat het gaat om een soort combinatie van de dood en het leven. Na een koorachtig intro komen we in een zeer groovy riffje terecht voordat de grunts van Winston ons meenemen wie deze King of Nevermore eigenlijk is. Het refrein met deels cleane vocalen is zeker catchy en gitarist Jeff Ling laat hier horen dat hij ook tijdens refreinen kan pingelen. Tijdens de voorbereiding op de breakdown kan ik het niet nalaten even de clip te vermelden. Terwijl de tekst In death, we all sing the hymns of nevermore klinkt, zien we een meisje dat haar hond tegemoet komt. Ik word hier meteen herinnerd aan het laatste nummer van het vorige album, The Colour of Leaving, waarin Winston op een emotionele wijze afscheid nam van een aantal dierbaren, waaronder zijn hond. Of dit een ode is, heb ik nergens kunnen achterhalen. Maar het beeld beklijft in ieder geval goed. Na een kort emotioneel gebeuren worden we meteen de breakdown ingetrokken waar we de woedende, diepe en brullende grunts horen waar we toch eigenlijk Parkway Drive voor luisteren.

De titeltrack Darker Still is meteen ook de grote verrassing van het album. We hebben er even aan kunnen wennen als derde uitgebrachte single deze zomer. Darker Still is een heuse metalballad. Ik betwijfel of het écht de eerste is die Parkway Drive gemaakt heeft – ik denk even aan A Deathless Song van Ire en Cemetary Bloom van Reverence. De eerste is zeker met de samenwerking met Jenna McDougall op de deluxe versie van Ire iets dat wel in de buurt komt van een ballad. Toch is Darker Still iets dat de band nog nooit echt heeft gedaan. Als inspiratie werd Nothing Else Matters genoemd. Puristen hebben dat altijd onterecht afgedaan als een zeiknummer, dus hoe deze valt bij de fans is de vraag. Na een fluitende opening die inderdaad erg doet denken aan Metallica’s ballad zingt Winston met cleane vocalen en het is duidelijk dat hem dat prima af gaat. Halverwege dit rustige stuk pingelt Jeff er een solo tussendoor, waarna we weer verdergaan. Aan het einde van het tweede refrein gooit de band er een gitaarsolo in en gaan we het epische gedeelte van de ballad in. De riff blijft hetzelfde, maar krijgt door de distortion een heel andere lading. Ook worden hier de strijkinstrumenten ingezet wat het geheel een veel bombastischere lading geeft. Bij het vorige album werden deze bij Shadowboxing en Chronos al met succes ingezet en ook hier zijn ze goed op hun plaats. Terwijl Winston er de gepaste grunts tussendoor gooit kan je genieten van de opbouwende gitaar, tot grote hoogte komend in een solo waar je u tegen zegt. Een meeslepend stuk dat je niet onberoerd laat. De absolute favoriet van dit album en we gaan met z’n allen een sombere, steeds donker wordende nacht tegemoet totdat het voorgoed donker wordt wanneer we onze ogen voor de laatste keer sluiten.

Met die vrolijke noot gaan we verder met Imperial Heretic. Dit keer openen we gewoon met een zingend koor. Waarom niet. Een lekker riffje leidt het stuk in, overgaand in een refrein dat gemaakt is voor meezingen. Verder kan ik hier kort over zijn. Op mijn eerste luisterbeurten vond ik deze het minste van het geheel, maar na hem een paar keer geluisterd te hebben heeft deze zeker zijn plek.

Nu even wat anders. Herinnert iemand zich de Zwitsal reclame van vroeger? Je moet eerst goed schoon worden voordat je écht vies kan worden? Je zal denken, wat heeft dit in godsnaam met Parkway Drive’s Darker Still te maken. Nou, dat gaan we dus met de volgende twee nummers doen. If A God Can Bleed is een soort combinatie van een ballad, een soort preek en spoken word opvoering. We horen hier voor het eerst een piano, die ons rustig begeleidt terwijl Winston een heel verhaal afsteekt. Ik weet na vele luisterbeurten nog steeds niet precies waar het om draait, maar het heeft iets te maken rivieren van bloed, het doodgaan van goden, lege beloftes, varkens met hoofden op hakblokken en roestige messen. In één woord: heerlijk. Het is catchy, groovy en eindigt met een open einde, dat brullend overgaat in het volgende nummer, Soul Bleach.

Zo rustig als het vorige nummer was, zo knalt Soul Bleach uit de speakers. Winston krijst de longen zijn uit lijf terwijl de gitaren gieren en de drums rollen. Een heerlijk intro waar je meteen goed wakker van wordt geschud waarna we rammend hard doorgaan. Ongetwijfeld het “snelste” nummer van dit album en misschien ook wel het hardste. Het refrein doet niet af aan furie van het couplet. Speciale aandacht voor de breakdown, die eerst opbouwt, dan losbreekt en uiteindelijk nog een tweede keer losbreakt. Let the past die, kill it if you have to wordt met de diepste en vuigste grunts gebracht en klinkt geweldig. Meer alstublieft!

Na Soul Bleach hebben we even een intermezzo in The Stranger. Slechts vijftig seconden, geen muziek. Een progressief experimentje tussendoor misschien?

Vervolgen we met Land of the Lost. Ondanks het tragere tempo klinkt dit nummer zwaar en heftig. Een vergelijking met Crushed kan zeker gemaakt worden, ook omdat de gitaar in het couplet wel een beetje hetzelfde klinkt. Maar het refrein mag er echt wel zijn. Stilzitten is niet te doen en het is bijna onmogelijk om niet heel hard Keep digging mee te zingen. En als je denkt dat dat goed is, dan komt de breakdown nog. Ingeleid door de lage grunts pakt de zanger hier nog even wat black metal achtige screams aan het einde mee voor het extra effect voordat we nog één keer het refrein te horen krijgen. Krachtig, catchy, bruut en wervelend.

En we zijn er nog niet. Afsluiter van het album is From the Heart of Darkness. Net als zijn voorganger een wat trager nummer, maar ook zeker niet minder zwaar. Het opent met een soort koor wat ik alleen maar kan omschrijven als een Haka. Of voor de Europese luisteraar zoals de IJslandse voetbalsupporters tijdens het WK. Als je het hoort, begrijp je wat ik bedoel. Een geweldig intro, waarna we wat gas terugnemen en Winston wederom met cleane vocalen aan de slag gaat. Dan volgt het refrein waarin die diepe grunts de boventoon voeren. Ook de strijkers spelen weer mee om het geheel wat epischer te laten klinken. Een passende afsluiter op deze plaat.

Over het algemeen kan ik alleen maar concluderen dat dit een ijzersterk album is. Het is minder “snel” dan zijn voorgangers, maar muzikaal zit het erg goed in elkaar. Elk nummer kruipt je gehoor in en blijft daar hangen. De teksten zijn goed geconstrueerd, sommige wat simpeler, andere bijna poëtisch. Eigenlijk staat er op het hele album geen enkel zwak stuk. De toon is duister, zowel in de teksten als op muzikaal gebied.

Zoals ik in het begin al aan gaf, heb ik de mannen ook live mogen zien in AFAS op 26 september. Ze leverden weer een dijk van een show, met vier tracks van het nieuwe album: Ground Zero, Glitch, The Greatest Fear en natuurlijk Darker Still. Stuk voor stuk deden deze het live goed, maar de uitblinker moet opnieuw worden gegeven aan de kersverse ballad. Als een kanttekening: Ik zou eigenlijk dit album integraal live willen horen, want met zoveel meezingers, mooie stukken en heftige breakdowns lijkt me dat een ervaring. Hierin moeten we niet vergeten veel shut up lollies mee te nemen, want letterlijk niemand om me heen kon zijn bek dichthouden en later op de avond werd het een soort wedstrijd wie het hardst door Winston heen kon schreeuwen als hij een seconde een stilte liet vallen. Meezingen is helemaal prima, maar als de band een rustig stuk speelt of wat vertelt, kun je echt wel even je klep houden. Een redacteur van Zware Metalen noemde dit voorval passend de Dutch Disease en ik hoop dat dit gedrag snel uitsterft.

Zo. Om toch even te eindigen op een positieve noot: met dit album hoop ik in ieder geval dat Parkway Drive nog lang niet besluit om te stoppen!

Score:

95/100

Label:

Epitaph Records, 2022

Tracklisting:

  1. Ground Zero
  2. Like Napalm
  3. Glitch
  4. The Greatest Fear
  5. Darker Still
  6. Imperial Heretic
  7. If a God Can Bleed
  8. Soul Bleach
  9. Stranger
  10. Land of the Lost
  11. From the Heart of the Darkness

Line-up:

  • Winston McCall – Vocalen
  • Jeff Ling – Gitaar
  • Luke “Pig” Kilpatrick – Gitaar
  • Jia “Pie” O’Connor – Basgitaar
  • Ben “Gaz” Gordon – Drums

Links: