Alsof Alice in Chains een post-metalplaat heeft opgenomen. Zo klinkt Orochen althans op een groot deel van deze debuutplaat. Maar eigenlijk doemen er continu referenties op. Het ene moment doet de band me aan The Ocean denken, terwijl het volgende moment ineens Smashing Pumpkins als referentiekader opdoemt. Maar dan wel in combinatie met een sfeervol post-rockgeluid. Orochen, vernoemd naar een etnische minderheidsgroepering in China, bracht eerder al een avontuurlijk klinkende EP uit. De Zweden maakten nuttig gebruik van de coronalockdown door de oersaaie tijd te benutten om een nieuw album bij elkaar te pennen. Die schrijfsessies resulteerden in dit debuutalbum, Anthroposcenic, dat uitkomt bij Suicide Records.
Anthroposcenic (het zou zomaar een titel van The Ocean kunnen zijn) is een plaat die vol staat met compacte nummers, waarin vrij veel gebeurt. Wat in ieder geval als basis lijkt te dienen is sfeer. Elk nummer kent een vrij sferisch fundament waar zanger Emil zijn zanglijnen overheen legt. Zijn manier van zingen is verfrissend. In plaats van staccato over de nummers heen te brullen of voor een benadering te kiezen die gelijkgestemde bands als SOM en Astronoid hanteren, kiest zanger Emil ervoor om daadwerkelijke zanglijnen toe te voegen. Het geluid van zijn stem doet wel denken aan de grungezangers die in de jaren negentig het muzieklandschap overstroomden. De eerste nummers Gathering Storms en Iron Gates zijn hier een goed voorbeeld van.
Als je net gewend bent geraakt aan de sfeervolle omgeving die Orochen creëert in de eerste nummers, besluiten ze ineens de boel wakker te schudden met felle blackmetalscreams, afkomstig van Wormwood-zanger Nine). Het contrast met de screams en het gebulder enerzijds en de lieflijke vocalen anderzijds, werkt wonderwel goed. Door de toevoeging van een bluegrass tokkeltje heeft het wel iets weg van het schromelijk ondergewaardeerde Rwake. Toch valt dit nummer buiten de boot, de andere nummers hebben een duidelijke cohesie met elkaar. De plotse tempoversnellingen en zang zijn, ondanks dat het een prima nummer is, toch wat afwijkend van de rest van de muziek.
Na dit nummer gaat de band weer verder op het vertrouwde pad van de eerste nummers, waarbij vooral opvalt dat er per nummer meer southernrock-invloeden bij komen, zoals bij Teeth of Glass en House of Bones. Die zuidelijke sfeer wordt ook versterkt door langgerekte, bijna zeurende zanglijnen (zoals de coupletten in Teeth of Glass) en een heel sterk banjospel. Diezelfde banjo krijgt een hoofdrol in het kortste nummer van de plaat A Different Sun. Dit nummer duurt amper drie minuten, maar is een heel fijn intermezzo met een indrukwekkende sample. Het zorgt ervoor dat de wat desolate, doch optimistische sfeer die de plaat kenmerkt heel goed vastgehouden wordt. Voor je het door hebt ben je dan al aanbeland bij afsluiter Rat King. In dit nummer komen alle ingrediënten die de plaat smaak geeft samen en dit zorgt voor een mooie apotheose van dit album.
Anthroposcenic is een frisse plaat geworden in het post-metalgenre. Eentje die ik nog regelmatig op zal zetten. Dat komt vooral door de kwaliteit van de heren om echte composities met kop en staart te maken. Ook is de productie niet topzwaar: dat zou ook niet zo passen bij de stijl van de muziek. Het geluid is gruizig, maar wel open en helder. Aanvankelijk vond ik het geluid van de basdrum wat bedompt klinken, maar dat past eigenlijk wel in het geheel. Hier is over nagedacht. Kortom: aanrader!
Score:
80/100
Label:
Suicide Records, 2022
Tracklisting:
- Black Snow
- Gathering Storms
- Iron Gates
- Convalescence
- Teeth of Glass
- House of Bones
- A Different Sun
- Rat King
Line-up:
-
Emil Gustavsson – Gitaar
-
Rasmus Lindblom – Basgitaar
-
Jonas Mattsson – Gitaar, Zang
-
Hampus Olsson – Drums
Links: