Opeth – Watershed

Opeth – Watershed
Roadrunner Records, 2008

Opeth mag dan al sinds jaar en dag bekend staan om zijn
vernieuwingsdrang, stiekem weten we allemaal dat opperhoofd Åkerfeldt gewoon het
principe "beter-goed-gejat-dan-slecht-zelf-verzonnen" toepast. Omdat ik er in de
goeie ouwe seventies zelf nog niet bij was en mijn parate kennis zich beperkt tot
de meest gangbare acts, haalde ik er een ouwe symfo-rocker bij die prompt mijn
stelling onderstreepte. Sterker nog: Opeth heeft er weer een nieuwe fan
bij!

Watershed laat zich al na een paar draaibeurten wegluisteren als een
goedgevulde bloemlezing uit het werk van Led Zeppelin, Yes,
Pink Floyd, Hawkwind en (vooral) King Crimson.
En zoals we het onderhand wel weten, toont ook Watershed weer een
verbreding van de invloeden ten opzichte van de voorganger. Naast folk, prog en
symfo, wordt de metal van Opeth tegenwoordig ook opgeluisterd door jazz
en fusion. Een hapklare brok is het dus geenszins geworden.

Opeth bandfoto

Opener Coil is een ballad met een zweem van Ierse folk over zich, waarbij
de uitmuntende vocale prestatie van gastzangeres Nathalie Lorichs vooral in het
oog springt. Een gedurfde en weinig voor de hand liggende eersteling, waarmee de
toon meteen is gezet. In het navolgende Heir Apparent zet Opeth de
puntjes op de i en bewijst de band dat het de ruwe bolster nog niet van zich af
heeft geworpen. Logge ritmes, beladen symfo en een paar knappe gitaarsolo’s
(waarin we de hand van Gilmour en Page herkennen) maken van dit nummer een zwaar
op de maag liggend gerecht. The lotus Eater is dan weer een hutspotje dat zijn ingrediënten bij zowel
de 70’s als de 80’s haalt. Het is het meest veelzijdige nummer van de plaat
(hoor ik daar enige aanzet tot funk?).

De kroon op het werk is echter weggelegd voor Burden. Geen idee hoeveel
tijd Åkerfeldt in dit nummer heeft gestopt, maar getuige de titel zal het lang
geen sinecure geweest zijn om dit nummer te arrangeren. Burden vouwt zich
met een pianotokkel langzaam uit tot een knappe ballad. Het middenstuk is
gevarieerder en de combinatie akoestische gitaar en elektrische solo’s doet soms
denken aan Jethro Tull. Langzaam sterft deze last gracieus in een vals
klinkend gitaarsoepje. Grandioos! Bij Porcelain Heart merkt mijn oudere collega op dat het nummer – door
zijn specifieke opbouw – klinkt als een onuitgegeven cover van Pink Floyd ten
tijde van Ummagumma. En wie ben ik om hem tegen te spreken, natuurlijk? Hessian Peel – we naderen het einde – laat weer een veelzijdiger Opeth
horen, met een opmerkelijke rol voor bassist Martin Mendez. Ook toetsenist Per
Wiberg laat hier nieuwe dingen horen. Luister deze een keertje met een
koptelefoon en je begrijpt meteen waar ik naartoe wil.

Net zo verrassend als opener Coil was, zo voor de hand liggend is
afsluiter Hex Omega. Fans van het oudere werk zullen met dit nummer het
meeste kunnen, denk ik. Let hier vooral op de atypische breaks van nieuwbakken
drummer Martin Axenrot, die zich trouwens de hele plaat lang met verve van zijn
taak kwijt.

Nou, lang geleden dat ik nog eens alle titels van een plaat heb genoemd in een
review, maar Watershed is nu eenmaal zo divers dat de plaat niet in een
paar lijntjes kan worden samengevat. Door de veelheid aan invloeden zal deze
schijf door velen in het begin als onvoldoende coherent worden beschouwd en dat
is begrijpelijk. Dat was ook mijn eerste indruk. Hoe meer je echter gaat
luisteren, hoe klaarder het geheel wordt. Dit is gewoon de volgende stap in het
Opeth-verhaal. De bezetting mag dan minder avontuurlijk zijn (Axenrot is
geen latino en dat hoor je; en nieuwe gitarist Fredrik Åkesson klinkt
traditioneler dan zijn voorganger), de muziek maakt veel goed. Kippenvel, zoals
bij Still Life en Blackwater Park, krijg ik niet, maar dat
Watershed
veelvuldig zijn weg zal vinden naar mijn platenspeler moge
duidelijke zijn.

PS: Snelle beslissers raad ik aan de digipack te scoren. Op de dvd staan
naast wat interviews ook drie extra nummers (waarvan twee covers en een sterk op
Wiberg’s keyboards steunend eigen nummer).

Tracklist:Opeth cover

  1. Coil
  2. Heir Apparent
  3. The Lotus Eater
  4. Burden
  5. Porcelain Heart
  6. Hessian Peel
  7. Hex Omega

Line-up:

  • Mikael Åkerfeldt – Vocals/Guitars
  • Fredrik Åkesson – Guitars
  • Martin Mendez – Bass
  • Martin Axenrot – Drums
  • Per Wiberg – Keyboards, vocals

Links: