Olórin – Through Shadow and Flame

Ergens bovenop een toren in de verlaten diepte Moria vindt een strijd van ongekende proporties plaats. Een eeuwenoude, grijze tovenaar neemt het op tegen een nóg oudere, met razernij vervulde entiteit. Wie zal er winnen? De geschiedenis zal het leren. Vandaag dalen we af naar de mossige spelonken van de Lord of the Rings-mythologie. Het debuutalbum van de Amerikaanse epicdoomformatie Olórin (wat overigens de geboortenaam van Gandalf is) gaat namelijk over één aspect van de immense vertellingen over Midden-Aarde: de strijd tussen Gandalf en de Balrog.

Opener Black Chasm begint met een sfeervolle synthpartij, die al snel wordt overstemd door de ietwat opera-achtige zangstem van Clay Sibley. De timing en het instrumentgebruik zijn precies wat je zou verwachten van epic doom. Lange akkoorden, een laag tempo en een zangstijl die je ook hoort bij bands als Candlemass en Pilgrim.

Helaas lukt het echter niet helemaal om in de stroom van de muziek meegenomen te worden. Dit komt omdat de zang net wat vals op de mix staat. Ik ben niet graag een heftige criticaster van de creaties van anderen. Bepaalde artistieke keuzes hoef je immers niet mooi te vinden om de toegevoegde waarde er van in te zien. Ik moet echter aan mezelf toegeven dat Through Shadow and Flame overkomt als een product dat niet helemaal af is. Het klinkt alsof alle instrumenten perfect zijn ingespeeld en gemixt, maar dat ze hierbij de zangtrack zijn vergeten. Deze klinkt namelijk tamelijk schel en hard. Soms klinkt het alsof de zanger met een gebroken been onderaan een put ligt te creperen. Het gevoel voor timing is wel prima in orde, maar alleen met timing kom je er helaas niet. Tijdens de momenten waarop alleen instrumenten te horen zijn, is het album zeer goed te pruimen. Maar zodra de zang begint, voelt het soms of het onze oren zijn die de audio-Balrog moeten verslaan.

Ringwe is op alle punten het beste nummer van het album. We horen een prettige doomriff en puik drumwerk. Omdat de focus wat meer ligt op het instrumentarium, verdwijnt de zang wat meer naar de achtergrond. Ook horen we een subtiel gitaarsolootje, dat wat mij betreft wel wat meer naar voren gehaald had kunnen worden. De galmende gitaren in The Endless Stair lijken recht uit de grotten van Moria te komen. Door de aangename reverb en de herhalende gitaarlijn voelen we ons inderdaad verloren lopen op de eeuwige trappen naar Durin’s toren. In Durin’s Tower komen we hier eindelijk op terecht. De riffs worden wat steviger. Je zou het op sommige punten zelfs thrashy kunnen noemen. De strijd tussen Gandalf en de Balrog is volop in gang.

Het album sluit af met The White Rider. Een negen minuten durend doomnummer met synthinvloeden. Op dat ene (eerder benoemde) aspect na, is het een aangenaam werk met alle elementen die je van dit genre mag verwachten: een logge, herhalende riff, een paar gitaarsolo’s en een lekker slepende structuur.

Als we met enige moeite de zang wegdenken, dan presenteert Olórin hier een prima debuutplaat. Helaas zijn de vocalen iets te prominent aanwezig om ze te kunnen negeren. Potentieel is er zeker! Dus ik ben benieuwd wat deze heren ons in de toekomst zullen brengen.

Score:

70/100

Label:

Rafchild Records, 2021

Tracklisting:

  1. Black Chasm
  2. Descension
  3. Ringwe
  4. The Endless Stair
  5. Durin’s Tower
  6. Mornië
  7. The White Rider

Line-up:

  • Clay Sibley – Vocalen
  • Michael Schmidt – Gitaar
  • Collin Wolf – Gitaar
  • Ryan Donoho – basgitaar
  • Kevin Hester – Drums

Links: