Obscura – A Valediction

Wat te doen als het universum met een rotklap ten einde is gekomen en er niets rest dan duisternis en stilte? Voor deze immense vraag zag Obscura-bandleider Steffen Kummerer zich in 2018 gesteld. Met Diluvium werd immers op indrukwekkende wijze zijn vierluik over het ontstaan, bestaan en einde van het universum afgesloten. En wat moet je dan? Met A Valediction geeft Obscura overtuigend antwoord op juist die vraag.

Misschien heb je zelf wel eens ervaren dat het heel bevrijdend kan werken om een deur definitief achter je dicht te trekken. Op A Valediction – dat zich laat vertalen als “het zeggen van vaarwel” en een afscheid is van zowel het afgeronde vierluik als van een moeilijke periode in het privéleven van Steffen – is eenzelfde gevoel van bevrijding te vinden. Het bandgeluid is namelijk aanmerkelijk open getrokken. Natuurlijk, nog steeds zijn er vinger-in-de-knoop-leggend ingewikkelde staaltjes snaren- en drumtechniek, maar de band lijkt het wat knellende techdeathjuk van zich af gegooid te hebben. Dat geldt overigens niet alleen de productie en de mix van de plaat, maar ook de muziek. Obscura slaagde er altijd wel in om virtuositeit te koppelen aan echt songmateriaal, maar niet eerder lagen die songs zo goed in het gehoor.

We horen het bij eerste beluistering al in het meer dan goed vooruitgaande When Stars Collide – het ruimtelijke thema is kennelijk nog niet helemaal los gelaten -, waarin Björn “Speed” Strid zijn gouden stembanden nog maar eens uitleent. We lazen ergens dat op elke Obscura-plaat wel cleane zang te horen zou zijn, maar dan toch niet van een zuiverheid die de Soilwork-zanger hier neerlegt. Het contrast met de hoge, bijtende grunt van Steffen is fraai. Overigens deelt Speed zijn plek in de spotlichten met de gitaristen die niet alleen heel inventief riffen, maar in nauwe samenwerking ook de ene na de andere fraaie lead uit hun gitaarhalzen sturen: van scherp en puntig naar weids uitwaaierend en naar het einde toe eerder hardrockend dan metaal. De fade-out aan het eind van de song zien we dan maar even door de vingers. De tweede track die meteen beklijft is Orbital Elements II dat in het wringende riffwerk bij vlagen meer als Megadeth klinkt dan Megadeth zelf, terwijl in de rustiger passages door het vloeiende baswerk de naam van Cynic maar weer eens opduikt.

Sowieso is het snarenwerk van Kummerer en de teruggekeerde Christian Muenzner (ook het briljante Alkaloid) op deze plaat om de vingers bij af te likken. Figuurlijk dan, want ik heb het veel te druk met luchtgitaar spelen. In de lange instrumentale passages krijg je bijna het gevoel dat je naar een gitaarplaat van een van de grote namen aan het luisteren ben. U weet wel, van mannen als Steve Vai, Marty Friedman en vooruit, ook Jeff Loomis. Voorbeelden? Komen ze. De lyrische gitaargekte naar het einde van opener Forsaken toverde spontaan een glimlach op ons anders zo norse gezicht. Solaris wordt dan weer naar een hoogtepunt gedreven door neo-klassiek hoge snelheidsfretwerk, licht en dartelend in de zon zelve. Vlak voor het lekker flitsende gitaarwerk in The Beyond lijken we een kleine “hoed af” naar LG Petrov te horen. Het zal vast niet zo bedoeld zijn, maar het is hoe dan ook een van de vele pakkende stukken op de plaat.

Als nu zo langzamerhand het beeld ontstaat dat Obscura niet meer zou weten hoe death metal van de zwaardere soort gespeeld moet worden, dan zet Devoured Usurper (alleen die titel al) dat gelijk maar even recht. Steffen haalt hier zijn putgrunt nog even tevoorschijn zoals we die kennen van Ocean Gateways (en die ik stiekem veel lekkerder vind dan zijn hogere krijs). Sowieso doet de song in zijn zwoegende midtempo wat aan die klassieker denken. Maar afwisseling troef hier (de band klinkt bevrijd weet je nog?) want het tempo gaat halverwege omhoog om de gitaristen een paar heerlijk gierende Rick Rozz-solo’s neer te laten leggen om vervolgens moeiteloos door te schakelen naar James Murphy. Wat een beretrack!

Het bandgeluid wordt verder ingekleurd door het meteen vertrouwd klinkende basgeluid van de eveneens teruggekeerde Jeroen Paul Thesseling die in 2011 voor het laatst op een plaat van Obscura te horen was. Al  binnen een minuut is duidelijk dat zijn warme en inventieve baslijnen als een handschoen passen. Als hij een voetballer zou zijn geweest, zou hij geroemd worden om zijn fabelachtige spel “tussen de lijnen”. Welkom thuis man! Ook nieuwe drummer David Diepold is bepaald geen pannenkoek. Dat horen we wanneer de intro van Forsaken steeds verder en verder opengetrokken wordt totdat Diepold eens even stevig kan blasten. Het is echter nog niet eens zozeer dat blasten dat de bewondering wekt als wel het gemak waarmee hij van marsritme via blasts naar complexere ritmes schakelt.

Het enige punt dat wat gewenning kan vragen is eigenlijk de zang van Steffen zelf. Op een song als A Valediction (toffe “Let’s go!” trouwens) lijkt zijn toch al hoge grunt nog wat hoger dan voorheen en stevig richting Tomas Lindberg (At The Gates) te schuiven. Dat is soms wat veel, maar op tijd en stond zorgen een vocoder/robotstem en eerder genoemde lage grunt voor de nodige variatie en – in mijn geval – verlichting.

Deze persoonlijke kanttekening moet u maar snel wegdenken. Het is veel beter te onthouden dat Obscura op A Valediction klinkt als een jonge band die voor het eerst wordt losgelaten op een eindeloos brede muziekweide en vastbesloten is om alle uithoeken van die weide te verkennen. Mooie, diverse en grootse plaat!

 

Score:

89/100

Label:

Nuclear Blast Records, 2021

Tracklisting:

  1. Forsaken
  2. Solaris
  3. A Valediction
  4. When Stars Collide
  5. In Unity
  6. Devoured Usurper
  7. The Beyond
  8. Orbital Elements II
  9. The Neuromancer
  10. In Adversity
  11. Heritage

Line-up:

  • Steffen Kummerer – Vocalen, gitaar
  • Christian Münzner – Gitaar
  • Jeroen Paul Thesseling – Basgitaar
  • David Diepold – Drums

Links: