Het Franse vierkoppig mathmetal, avant-garde, experimenteel monster genaamd Ni komt in de laatste twee weken van 2023 nog een gooi doen naar de jaarlijstjes. Moedig. Mensen met een neus voor obscene jazz, gepuurd uit enkel de vochtigste en meest lugubere gaten, zijn ongetwijfeld bekend met de ni-che – snap je? – die Ni voor zichzelf heeft uitgegraven. Voor fans van The Dillinger Escape Plan, Botch, Shining, Poly-Math, Dub Trio en al dat lekkers.
Fol Naïs schiet na een lugubere soundscape met een ijlende vaart uit de startblokken. IJlend, een gepast adjectief voor de onnavolgbare riffs, maatwisselingen en verdraaide ideeën van Ni. Als in een koortsdroom sluiten de nummers naadloos op elkaar aan, zonder adempauze, zonder rust, en als er dan een momentje rust te bekennen valt is dat enkel schone schijn. De intro van Berdic is zo een moment, dat je even kan troosten na het geflipte geweld van Brusquet. Het soort geweld waar je verbouwereerd en intriest van achter blijft. Echter, niks is minder waar, Berdic ontaardt evenzeer in een chaotische climax als zijn voorganger. Over die Brusquet nog even: als u ruzie met de buren wil moet u deze goed luid zetten. Wat begint in elektronische oversturing, als een spastend audiobestand, evolueert al snel naar een sludgeriff die schijnbaar dansbaar wordt gemaakt met gitaarriedels in duivelse harmonieën. Alsof Queens of The Stone Age in de vettigste versie van zichzelf transformeert en dan probeert jazz te spelen. Al snel komen de spastische momenten terug waarna zo een absurd zware riff door speakers knalt met een vage scream er nog over. Verplichte kost voor u en uw buur. Wat een nummer. Brusquet alleen al is genoeg om de band richting een score boven de tachtig op honderd te sturen.
Er is natuurlijk ook nog de Triboulet-trilogie, waarvan het eerste deel een waarachtig betoverend ritmespel tussen bas- en drums kent dat bezweert op onnavolgbare wijze. Natuurlijk barst de bom niet veel later en mogen de gitaren atypische harmonieën tentoonstellen. Deze hele drie nummers staan in het teken van opbouwen en afbreken, en dat telkens opnieuw. En als u door deze trilogie heen kan bijten is Cathelot er nog om een dikke drol achter te laten in het midden van de zaal en er het bordje ‘kunst’ op te hangen. Deze wordt er op tergend trage wijze uitgeperst en het brandt. Jezus wat brandt het. De hoge gitaren simuleren bijna een zwaar overstuurde saxofoon en geven een mysterieuze laag aan de logge riff. De drums hebben zoveel reverb op zich dat ze op zichzelf de indruk geven opgenomen te zijn in een martelkamer onder een kathedraal. Tot alles uitmondt in een koor van contrasterende klanken, opgenomen in diezelfde kamer. Er zou elk moment een poort naar de hel open kunnen gaan.
Ik herinner me nog de wervelende set van Ni in de kleine zaal op Complexity Fest. De band keert terug naar het Patronaat in januari om een dikke thuismatch te spelen. Met dergelijke nummers van Fol Naïs onder de arm gaat het nog harder spatten, gorgelen en stuiptrekken worden dan anders. Pilletjes niet nodig. Wat een plaat is dit. De band overtreft zichzelf vele malen op Fol Naïs en meer. De vaart waarmee de band start gaat er wel uit tegen dat we aan de Triboulet-trilogie beginnen, maar dat is echt geen probleem. Deze scoort hoog op mijn jaarlijst. Alleen best consumeren op een nuchtere maag.
Score:
92/100
Label:
Dur Et Doux, 2023
Tracklisting:
- Zerkon
- Da’Gonet
- Brusquet
- Berdic
- Chicot
- Rigoletto
- Triboulet, Pt.1
- Triboulet, Pt.2
- Triboulet, Pt.3
- Cathelot
Line-up:
- Anthony Bénard – Gitaar
- Nicolas Bernollin – Drums
- Benoit Lecomte – Bas
- Francois Mignot – Gitaar
Links: