Ne Obliviscaris – Citadel
Season of Mist, 2014
Ne Obliviscaris betekent in het Latijns ”vergeet niet” en dat is gelukt in 2012 met Portal Of I. De Australische band leverde in mijn ogen een van de beste metaldebuutplaten van de laatste vijf jaar af met een verbluffende combinatie van techniek en compositie. Wereldwijd werd de plaat zeer goed ontvangen en het Franse Season of Mist heeft ze inmiddels een platencontract gegeven en de track As Plague Flowers the Kaleidoscope wordt als compositievoorbeeld gebruikt op het conservatorium van Sydney. Al deze verdiensten zijn zeker niet misselijk en de lat ligt verdomd hoog voor Citadel.
Citadel is niet echt een koerswijziging vergeleken met Portal Of I, al is er flink wat aangescherpt. Zo klokt deze plaat vergeleken met Portal Of I ”maar” 48 minuten en dat is ook aan de muziek te horen. Daar waar Portal Of I per compositie veel wisselde qua toonzetting heeft de band nu een meer gefocust geheel geschreven dat lekkerder vloeit. Binnen de composities zelf is de torenhoge ambitie nog steeds overduidelijk te horen, iets dat het in drie stukken verdeelde 25 minuten durende tour-de-force stuk genaamd Painters of the Tempest het meest tentoonstelt. De drie minuten durende introductie is duister en mysterieus met een hoofdrol voor het vioolspel van Tim Charles.
De band speelt progressieve metal met de nadruk op ”progressief”, er wordt op een hoog technisch niveau gespeeld. Het gitaarwerk is vaak stemmig terwijl de baspartijen er jazzy ingaan en prominent te horen zijn. Bij het vioolwerk zit echt iets waarin deze band zich onderscheidt en nog steeds verrast. In plaats van veel gitaarsolo’s is het Tim Charles die met zijn viool over de melodieuze stukken gracieus door de muziek zwiert. Het derde stuk van Painters of the Tempest (Reveries from the Stained Glass Womb) is een rustig thematisch slot met een grote rol voor de viool waarbij de flamenco-achtige akoestische gitaarbegeleiding die vioollijn nog net wat meer meegeeft.
Toch is Citadel een veel stevigere plaat geworden vergeleken met het debuut. Vooral de drums hebben nu veel meer kracht in de blastbeatsecties, bij Pyrrhic is dit goed te horen. Het begin van de track zit vol met knallende melodieuze deathmetalriffs en krachtige schreeuwen van Xenoyr en Tim Charles laat de viool omineus piepen en kraken. Na een flinke opbouw van dynamiek wordt de track ineens compleet stil gelegd en met melancholische gitaaraanslagen wordt het weer op een post-rockachtige wijze opgebouwd om naar een prachtige explosieve climax te gaan die echt kippenvelopwekkend is. In een geheel dat Citadel heet, is Pyrrhic toch wel het absolute klapstuk en de track die echt beklijft.
Ne Obliviscaris weet op de tweede plaat de vergelijkingen van zich af te schudden. Dat is knap, aangezien op Portal Of I veel Opeth-achtige riffs stonden die hier bijna niet te horen zijn. De absolute verbazing is er wel af, al doet dat niets af aan het feit dat Citadel een sterke opvolger is. De cleane vocalen van violist Tim Charles blijf ik aan de nasale kant vinden, maar dat is meer een kwestie van smaak. Dit Australische gezelschap weet verdomd goed waar ze bezig mee is. Voor de progressieve metalfan een aanrader, want dit is op dit moment een van de beste bands die in die hoek rondloopt.
Tracklisting:
- Painters of the Tempest (Part I): Wyrmholes
- Painters of the Tempest (Part II): Triptych Lux
- Painters of the Tempest (Part III): Reveries from the Stained Glass Womb
- Pyrrhic
- Devour Me, Colossus (Part I): Blackholes
- Devour Me, Colossus (Part II): Contortions
Line-up:
- Xenoyr – Zang
- Tim Charles – Zang, Viool
- Benjamin Baret – Gitaar
- Matt Klavins – Gitaar
- Brendan “Cygnus” Brown – Bas
- Dan Presland – Drums
Links: