Vooraleer ik aan een recensie begin, wil ik graag eerst de band in kwestie wat beter leren kennen. En ja, The Metal Archives zijn dan vaak een heel waardevolle bron van informatie. Niet minder dan acht bands met de naam Nadir vond ik er terug, maar deze blackmetalformatie uit Noorwegen stond daar niet tussen. Dit vond ik op zich al intrigerend. Niet zozeer dat ik deze specifieke Nadir niet terugvond, want dat is geheel logisch. The Great Dying is namelijk pas hun eerste wapenfeit, een EP dan nog.
Wat me vooral fascineerde was de betekenis van het woord “nadir” zelf. Na een beetje opzoekwerk werd me duidelijk dat het hier om een astronomische term gaat: het tegenovergestelde van de zenit, namelijk het punt recht onder de waarnemer. De term stamt af van het Arabische woord voor “tegenovergesteld” en lijkt dus voor veel bands de connotatie van tegendraads, vijandig en subversief te belichamen. Als goed en kwaad, wit en zwart, yin en yang, zenit en nadir. Op hun Facebookpagina laten de vier heren van Nadir dan ook weten dat, hoewel hun muziek diep geworteld is in black metal, ze niet van plan zijn om de wetmatigheden van dat genre blindelings te volgen. Om heel precies te zijn liggen die wortels eigenlijk ook niet enkel in de rijke voedingsbodem van de black metal, want deze mannen hebben vooral hun sporen verdiend met stoner/sludge (Jagged Vision, Ocean Dweller) en thrash metal (Infensus). Hoedanook, Nadir heeft gezworen om niet op de lauweren van dertig jaar zwartemetalentraditie te rusten, maar het genre naar een ander niveau te tillen, zoveel is duidelijk.
Maar dat doen ze dus niet. Bij dezen het enige puntje van kritiek, want deze EP is zeker meer dan behoorlijk. Op basis van het wat slordige, Burzum-achtige logo en de monochromatische cover met antireligieuze inslag, verwacht je iets lo-fi in de zin van One Tail, One Head, maar zo ver gaat Nadir nu ook weer niet. Laten we maar even een kijkje nemen naar wat de band ons op zijn eerste release voorschotelt. Het openingsnummer en tevens titelnummer The Great Dying start met een soort kruisbestuiving tussen Inquisition en Darkthrone, waarna echter vooral de hese kreten van vocalist Ole Wik opvallen, een stemtechniek die binnen het genre minder frequent wordt gehanteerd. De opbouw van het nummer is echter redelijk traditioneel (in die zin dat het geen transparante opbouw heeft, maar dat een aantal riffs terugkeren) en er wordt wat creatief gespeeld met ritmes en overgangen. Zo zijn er vooral veel zwaarwichtige, doom-achtige passages, inclusief een heel geslaagde dromerige solo. Duidelijk elementen die Ole Wik en de zijnen hebben meegenomen uit hun sludgeverleden. De black metal ligt grotendeels in het atmosferische kamp, met veel herhaling en een eerder verhalende stijl, maar het algemene geluid is wel opvallend zwaar en donker, waardoor je het gevoel hebt dat er ook wat death metal om het hoekje gluurt.
De bijtende riff in thrashmetalstijl bij de start van Trishul (de drietand van Shivu) hakt er onmiddellijk stevig in, maar ook hier horen we elementen uit doom en sludge metal terugkomen. Deze wisselwerking tussen thrash, doom en black is echt wel geslaagd en de cadans die de band naar het einde toe ontwikkelt rond een nogal zwaarmoedig melodisch thema is mooi uitgewerkt. Dit nummer ademt bijzonder veel agressie, dood en verderf, en dat is net de boodschap die Nadir hier wil overbrengen: “Trishul, threefold destruction” en “Crush the life outside the self.”.
Tungetale betekent letterlijk tongentaal of klanktaal. Een onbegrijpelijke manier van spreken dus, zonder betekenis. Dit is ook het enige nummer dat in het Noors wordt gezongen, wat ik dan wel passend en onbedoeld grappig vind. Het nummer gaat over slavernij, onderdrukking en bloedvergieten: allemaal mooi in lijn met de huidige iconoclastische trend binnen de politieke correctheid dus. Maar genoeg over de inhoud: de vorm is hier zonder meer uitmuntend. Tungetale schiet namelijk als een raket uit de startblokken met een portie vinnige atmosferische black. Alles komt hier wat samen: de logheid van doom, het bijtende van thrash en de genadeloosheid van death. En dat allemaal in een blackmetaljasje. Het gitaarwerk is bij wijlen snoeihard en door er opnieuw een regelmatig herhalende cadans aan te koppelen creëert Nadir hier een soort trance waar je je als blackmetalliefhebber heel gemakkelijk in nestelt. De nogal drukke, schreeuwerige vocalen houden je ondertussen wel alert.
Als afsluiter krijgen we The Wasteland of Man te horen, dat start met een onmiskenbaar atmosferisch blackmetalgeluid. Halverwege wordt wat gas teruggenomen en wordt de sfeer wat grimmiger, in die mate zelfs dat we black/death te horen krijgen die in de lijn ligt van Behemoth en Hate. Alsof men dat deathmetalaspect nog wat meer in de verf wil zetten, worden we opnieuw vergast op een dromerige leadfantasie. Even later persen de Noren er nog een onversneden stukje thrash metal uit, waarna de atmosferische black op melodische wijze de EP mag afsluiten.
Grensverleggend? Nee, dat zeker niet. Nadir is absoluut niet de eerste of enige band die verschillend genres integreert in wat in essentie een blackmetalalbum is. Je hoort ook wel invloeden van verschillende bands en daarom heb ik het gevoel dat deze band nog naar een eigen geluid toe moet groeien. Ik vind aan de andere kant wel dat Nadir er in geslaagd is om een interessant en relevant werk voort te brengen dat zoals gezegd niet blindelings de platgetreden paden volgt. Hulde daarvoor!
Label:
Eigen beheer, 2020
Tracklisting:
- The Great Dying
- Trishul
- Tungetale
- The Wasteland of Man
Line-up:
- Ole Wik – Stem, gitaar
- Magnus Wiig – Gitaar
- Robert Vawter – Basgitaar
- Jonas Bengtson – Drums
Links: