Moonspell – Hermitage

Wolfheart was het allereerste metalalbum dat ik ooit kocht en daar is voor mij ook de liefde voor de extremere metalgenres begonnen. Sindsdien ben ik Moonspell op de voet blijven volgen, gewoon omdat deze Portugezen iets brengen dat je nergens anders hoort. Moonspell is uniek én herken je uit duizenden. Doorvoelde dark/gothic metal vol vuur, emotie en dramatiek. Een mix van zuiders temperament, symfonische grandeur en melodische finesse, gekoppeld aan een mysterieuze duisternis die als een hete, broeierig nevel over hun muziek lijkt te hangen. Ik denk dat het vooral die bijzondere energie is die mij (en heel wat andere metalfans) zo aanspreekt.

Moonspell is anderzijds ook wel een band die zijn eigen pad durft te kiezen, durft te experimenteren, durft te verrassen en lak heeft aan de publieke opinie daarover. Zijn Lusitanische metal is dan ook niet altijd even hard of extreem, maar komt wel elke keer recht uit het hart. Met ieder album is het ook telkens weer afwachten welke registers ze precies zullen opentrekken. De albums van Moonspell zijn in die zin wat als Portugese Pastéis (taartjes): afwisselend van inhoud, ingrediënten en consistentie, maar verrassend eens je je erin vastbijt. Met zijn unieke sound en eigenwijze kijk op het genre slaagt hij er met elk nieuw album wel in om zichzelf heruit te vinden, doch zonder zijn eigen identiteit te verloochenen. Maar zichzelf herhalen, dat doet hij eigenlijk nooit. Dat Fernando Ribeiro en zijn collega’s zich daarbij niets aantrekken van wat anderen daarvan vinden, is iets om respect voor te hebben. Als je herinnerd wilt worden in de muziekwereld, moet je grenzen durven verleggen en uit je eigen comfortzone durven stappen. De bestaande muzikale paradigmata durven verschuiven als pionnen op een auditief schaakbord. En ja, voor de liefhebber is het dan soms eens slikken als ze met een nieuw album op de proppen komen: vooral Sin / Pecado, The Butterfly Effect en recenter ook Extinct vielen op door een gedurfde, onverwachte sound die misschien niet door iedereen even erg werd geapprecieerd. Maar kijk, ondertussen is die laatste toch maar mooi één van de Moonspell-albums die ik het meest in de CD-speler duw. De band etaleert een creatieve weelde die weinig andere bands hen nadoen en net hierdoor verveelt een Moonspell-album zelden. Van het krachtige, rauwe Anno Satanae (Goat on Fire blijft ondanks alles mijn onbetwiste Moonspell-favoriet) en de heerlijke 1000-en-één-nacht-black van Under the Moonspell tot de beklijvende songs op Extinct en de orkestrale grandeur van 1755: het is heel vaak spot on.

Maar wat brengt Moonspell anno 2021? Het is mij een eer en een genoegen om zijn nieuwste opus, Hermitage, hier te mogen presenteren. Hermitage is namelijk een mijlpaal in het oeuvre. Een reflectief album zonder compromissen. Geen toegevoegde zoetstoffen, enkel de pure smaak van Moonspell.  Het was voor mij persoonlijk moeilijk om dit album naar waarde te schatten, simpelweg omdat ikzelf nog vastzat in het paradigma van de WolfheartMoonspell. En omdat ik nog steeds ondersteboven was van Extinct. Ik vermoed dat ik bij elk nieuw album weer hoop om iets terug te vinden van die eerste demo’s en albums, maar tegelijkertijd weet ik ook dat dit nooit meer zal gebeuren. Daarvoor is Moonspell te veel geëvolueerd naar een ander soort band: het type dat niet meer hoeft te verbluffen, dat geen deuren meer hoeft open te beuken met snoeiharde gitaren, dat niet meer “heavy” hoeft te zijn om zichzelf te bewijzen. Een band met een volwassen geluid en een heel sterke wil om kwaliteitsvolle muziek te maken waar hij zelf achter staat, muziek die voor hem het juiste gevoel neerzet en die daarnaast los staat van welke wetmatigheid dan ook die verschilt van zijn eigen persoonlijk aanvoelen. De Portugese wolven hebben een verhaal te vertellen. En dat doen ze op hun eigen, emotieve manier.

Moonspell is bijna 30 jaar oud, werd officieel opgericht in 1992 en werd sindsdien gedragen door het trio Fernando Ribeiro (zang), Pedro Paixão (keyboards en gitaar) en Miguel Gaspar (drums). Vorig jaar verliet Gaspar echter de band (daar werd verder geen uitleg over gegeven), waarna hij vervangen werd door Hugo Ribeiro (geen familie). Met Hermitage zitten de heren alweer aan album nummer dertien. Een ongeluksgetal dat best wel past in deze tijden van dood, collectieve gevangenschap, frustratie en depressie. Maar waar gaat dit album dan precies over? Welk pad heeft Moonspell ingeslagen en waarom precies? Zanger Fernando Ribeiro liet hierover zijn licht schijnen ter ondersteuning van de promo van het nieuwe album. “We beseffen als band dat we stilaan aan het laatste hoofdstuk van onze carrière komen: de winter van ons bestaan. Men zegt dat we nog ‘jong van hart’ zijn, leiders van de roedel, maar dat zijn we echt niet (meer). Dit album gaat enkel en alleen over hoe wij ons voelen: onze antwoorden op jullie vragen. Het heeft niets te maken met wetmatigheden, succes of groei: het gaat ons hier enkel over de muziek zelf. Hermitage betekent: de conventies van de moderne wereld de rug durven toekeren. De mensheid is namelijk zo arrogant om te geloven dat enkel zij van belang is en dat alles op deze wereld rondom onze eigen soort moet draaien. Maar eigenlijk zijn we niets. Moonspell wil nu enkel nog de best mogelijke muziek maken. Dat is: het allerbeste uit onszelf halen en dichtbij iedereen zijn in deze tijden van social distancing. Als vrienden, samen genietend van onze muziek. Terug naar de puurheid en de eenvoud van de muziek ook, zoals in de tijd dat je naar muziek kon luisteren en daar niet per se je mening moest over spuien op sociale media.”

Hermitage is een openhartige uitnodiging tot eenvoud, bescheidenheid en dankbaarheid. Hermitage geeft troost, comfort, vermaak. Neem onze muziek mee naar je eigen geheime plekje, je toevluchtsoord waar je alleen kan zijn. Je eigen hermitage.”

Eenzaamheid en sociale isolatie zijn dus de centrale thema’s op Hermitage. Thema’s die we tijdens deze huidige pandemie veel te goed hebben leren kennen. Daarnaast werd inspiratie gevonden in literatuur (evidente keuzes zoals Robinson Crusoe, maar ook Camus’ De Pest bijvoorbeeld) en mythologie (Antonius van Egypte, vader van het kloosterleven, wordt onder andere genoemd), maar ook bij mensen van vlees en bloed die bewust van afzondering hun levensmotto van gemaakt hebben. Zoals Manfred Gnädinger, een Duitse kluizenaar en kunstenaar die jarenlang op een strand in Galicië woonde. Het verhaal van zijn leven (tot zijn dood, die een direct gevolg was van de ramp met de olietanker Prestige in 2002) heeft een belangrijke invloed gehad op de teksten van dit album, met name de nummers The Greater Good, Apoptheghmata en Without Rule.

De eerste single die reeds eind december op het publiek werd losgelaten is ook het openingsnummer van het album. The Greater Good zet daarnaast de toon voor het hele album. De openingstonen zijn omineus. Er hangt bijzonder veel spanning in de ether, die niet verdwijnt wanneer Fernando Ribeiro ons met zijn warme, heldere stem welkom heet in Hermitage. “How about we go in search of newland. Where there’s no pleasure or pain. How about we go and found a new state. Wherefrom we cannot escape.” Het klinkt allemaal heel oprecht. We worden openhartig uitgenodigd om Moonspell te vervoegen in vrijwillige quarantaine. De spanning blijft heel lang aanhouden, de opbouw in verschillende gelaagdheden culmineert pas laat in het nummer in een hartstochtelijke uitroep: “All around the world and the seven seas. Crowds of people keep closing in.” Op dàt punt heeft Moonspell me al weer overtuigd: wat een geniale opbouw, wat een prachtig staaltje songwriting. De cleane vocalen nemen op dit album duidelijk de overhand, maar daarom is het niet minder krachtig. Vooral het drumwerk van nieuwkomer Hugo Ribeiro verdient hier een pluim.

The Greater Good wordt gevolgd door de volgende single: Common Prayers. Het ligt iets meer in de lijn van het vorige album, Extinct, al is het net iets minder theatraal. Het heeft een iets meer voorspelbare structuur en zit ook iets minder consistent ingenieus in elkaar in vergelijking met het vorige nummer, maar de rock ’n roll die doorschemert in de gitaren en de toegankelijkheid van het refrein zorgen er wel voor dat dit een perfect livenummer zal worden. Eens we uit die andere patstelling worden bevrijd uiteraard.

Het nummer dat het meest door mijn hoofd blijft spoken na een weekje non-stop Hermitage, is toch All or Nothing. Een track die bewijst dat zachtheid (met een subtiel ruw kantje) ook op een metalalbum voor een meerwaarde kan zorgen. Wanneer Fernando Ribeiro, enkel ondersteund door Ricardo Amorims akoestische gitaar, begint te zingen is dat zo puur, zo eerlijk, zo oprecht alweer, dat het je volledig inpakt. Het klinkt als een afscheidslied, een muzikaal epitaaf. Even krijgt Ribeiro vocale steun van Amorim, waarna het nummer een onverwachte wending neemt. Klassieke (en soms wat progressieve) rock in de stijl van Dire Straits en Pink Floyd is wat we te horen krijgen, en dàt had denk ik niemand ooit verwacht van Moonspell. All or Nothing loopt over van de emotie en dramatiek, maar is vooral een feest voor het oor van wie van prachtige, warme gitaarfantasieën houdt. Er zijn momentjes dat het me doet denken aan Irreligious, maar eigenlijk gaat Moonspell hier veel verder dan het ooit heeft aangedurfd. Maar het resultaat mag er zeker zijn.

Titelsong Hermitage contrasteert heel erg met All or Nothing door zijn rauwere aanpak en meer metal-georiënteerd gitaargeluid. Een zeer melodisch nummer met een duidelijk refrein en in die zin wat vergelijkbaar met Common Prayers. Dit is veel meer zoals we Moonspell kennen van vorige albums, met geforceerde vocalen vol gif en furie, en vlijmscherpe gitaarriffs.

Na Hermitage keert de rust wat terug. Entitlement start dromerig en etherisch, met een dronige onderbouw die voor een continue onrust zorgt, terwijl cleane zang (solo en koor) het nummer op sleeptouw neemt. Uiteindelijk evolueert Entitlement naar lichte rock met een redelijke poppy insteek. Fernando Ribeiro klinkt hier zelfs nóg delicater dan op All or Nothing. Na een ultrakorte uitbarsting weven synths en gitaren aan een muzikaal deken dat hartverwarmend over de luisteraar wordt gedrapeerd. Als een soort troost, omdat “Every word, all we say. All our words they count for nothing”. Opvallend: het laatste woord is aan de gitaren die onverwachts en heel kortstondig scherp en episch uit de hoek komen.

Het instrumentale Solitarian zweeft als een geest doorheen het midden van dit album. Persoonlijk voelt dit nummer aan als het kloppende hart van Hermitage, het epicentrum waarin de essentie van deze plaat ligt. Muzikaal wisselt het af tussen Dire Straits/Pink Floyd rock met af en toe zelfs wat swing-elementen, en iets steviger gitaren die lijken te huilen om zoveel eenzaamheid. Aangezien Fernando Ribeiro hier even pauze krijgt, kunnen zowel de gitaren (pfff, wat een zwoele solo’s) als de drums (geniaal hoe de cimbalen hier worden gebruikt) zich hier volledig uitleven.

The Hermit Saints is weer wat steviger en meer uptempo (in de lijn van het nummer Hermitage), met een duidelijke strofe-refreinindeling. Bathory wordt hier naar voor geschoven als een inspiratiebron, en dat valt te horen. Wat ondertussen al opvalt: Moonspell weet wederom de juiste melodieën te vinden om zijn verhaal te vertellen en het lukt hem ook om dat subtiele evenwicht te vinden op songstructureel, ritmisch én emotioneel vlak, waardoor de composities mooi uitgebalanceerd zijn, wat je als luisteraar ook direct aanvoelt.

Het nummer Apophthegmata verwijst naar verzamelingen van spreuken en zegswijzen die in de 5e eeuw werden samengesteld door heremieten die in de woestijn in Egypte leefden. Het spookachtige thema aan het begin zal doorheen het nummer verschillende malen terugkeren en fungeert hier dus als Leitmotiv. Het nummer drijft ergens tussen melancholisch sentiment en boze deceptie, tussen cleane finesse en ruwe agressie, tussen subtiele snaartoetsen en scheurende gitaarriffs.

Dat Moonspell zich op dit album volledig losmaakt van welke geschreven of ongeschreven metalwet dan ook, moge ondertussen duidelijk zijn. Weg met al die gangbare conventies, Moonspell gaat vanaf dit moment verder zonder regels. De exponent van deze nieuwe weg is het voorlaatste nummer, dat toepasselijk Without Rule werd gedoopt. Psychedelische, spacy synths, klassieke rockritmes (Pop? Britrock? Ik durf de namen die in mij opkomen hier zelfs niet neertikken…), een solo uit de jaren ’70 en een lekker brute climax op het einde: dit is een behoorlijk verknipte boel. En toch past het op de één of andere manier opmerkelijk goed in elkaar. En toch is het ook op een vreemde manier 100% Moonspell.

De korte outro City Quitter (ook weer zo een bizarre, niet-gangbare titel) begeleidt je niet bepaald happy naar het einde. De laatste noten van Hermitage zijn ook de eerste noten van dit album. De cirkel is rond. Wat overblijft, is toch vooral verwarring. Wat heeft Moonspell hier nu net klaargespeeld? Het is toch even bekomen. Dit album is geniaal. Verbluffend. Vernieuwend. Progressief. Onverwacht. Gedurfd. Revolutionair zelfs. Nummers als bijvoorbeeld The Greater Good zijn nu al evergreens en behoren tot het beste dat ze ooit hebben geschreven. Met Hermitage laat Moonspell alle metalclichés resoluut achter zich en wandelt hij met een open vizier de winter van zijn bestaan in. De wolven zijn grijs geworden, maar zullen hun streken nooit verleren. Ze leiden de roedel niet meer. Ze overstijgen die ondertussen.

De keerzijde? Hermitage is een moeilijk album: het vergt (veel) tijd en een open geest om het volledig naar waarde te kunnen schatten. Dit is materiaal voor de meerwaardezoeker. Als je echter op zoek bent naar een hapklare brok stevige gothic metal, dan kom je met dit album bedrogen uit. In dat geval pak je beter één van de oudere albums erbij, of zelfs het geniale maar meer toegankelijke Extinct. Aan u de keuze…

Score:

95/100

Label:

Napalm Records, 2021

Tracklisting:

  1. The Greater Good
  2. Common Prayers
  3. All or Nothing
  4. Hermitage
  5. Entitlement
  6. Solitarian
  7. The Hermit Saints
  8. Apophthegmata
  9. Without Rule
  10. City Quitter (Outro)

Line-up:

  • Fernando Ribeiro – Stem
  • Ricardo Amorim – Gitaar, stem
  • Pedro Paixão – Keyboards, gitaar
  • Aires Pereira – Basgitaar
  • Hugo Ribeiro – Drums

Links: