Mägo de Oz – Gaia II – La Voz Dormida
Locomotive Records, 2005
Zelden is er een band geweest in de historie van populaire muziek die zo over de top was als het Spaanse Mägo de Oz. Het uit Madrid afkomstige, folkloristisch verantwoorde negental stapelt de ene banale hilariteit op de andere, maakt zichzelf volstrekt belachelijk en even verguisd als geliefd door een vast publiek en komt daar zonder enig drama mee weg. De reden dat een band in beste Iron Maiden traditie een wandelende penis in een Supermankostuum op het podium kan laten wandelen is dezelfde als waardoor ze het overleven er als dronken piraten uit te zien en een intro op een cd plaatsen wat met een belachelijk aantal van 21 gitaren is opgenomen. Muzikaal is het namelijk fenomenaal wat de heren ten gehore brengen.
De in eigen land op handen gedragen band is inmiddels alweer aan de zesde langspeler toe (tussendoortje Belfast en de twee livealbums Folktergeist en het nieuwe Las Ventas even niet meegerekend). Gaia II – La Voz Dormida is, zoals de naam reeds doet vermoeden, de legitieme opvolger van het twee jaar geleden verschenen Gaia. En passant weet deze tweede schijf ook nog eens twee keer zoveel te imponeren.
Gaia II gaat net als het eerste deel van start met een machtig, bombastisch intro. Volaverunt Opus 666 is een met dikke koorpartijen en orkestrale arrangementen (en niet te vergeten de 21 gitaren!) opgeluisterd intro zoals er geen mooier had kunnen zijn voor een album als dit. Deze prelude gaat naadloos over in het razendsnelle La Voz Dormida, een track met meer metalballen dan we doorgaans gewend zijn van de heren. Een kleine tien minuten snelle, opgewekte metal, verrijkt met prima viool-, fluit- en gitaarpartijen. De met opwekkende samenzang gelardeerde apotheose is er één om niet snel meer uit het hoofd te krijgen. Hazme un sitio entre tu piel is eerder een goedgeluimd klinkende single en mag bijzonder radiogevoelig genoemd worden. El poema de la lluvia triste wordt machtig geopend met de prachtige stem van Beatriz Albert (bekend van het geweldige Ebony Ark) en ontpopt zich vervolgens tot een oorwurm van de eerste orde. El Callejón del Intiemo is een prettig in het gehoor liggende instrumental met een aantal spitsvondige loopjes en een prima samenwerking tussen fluit en gitaar. Na El Paseo de los Tristes, een wat rechtlijnige metaltrack met een grote rol voor het Hammond orgel, volgt het commerciële hoogtepunt van de eerste cd (ja, dit is een dubbelaar), namelijk het opgewekte La Posada de los Muertos wat je, zoals iedere Mägo single dagen niet meer uit het hoofd krijgt. De mooie ballad Desde mi Cielo en het door dreigende keyboardklanken erg duister klinkende En nombre de Dios sluiten de eerste cd geheel in stijl af.
De tweede schijf gaat na het korte Íncubos y Súcubos stampend van start met Diabulus in Musica, wat zich helaas ontpopt als de eerste song op het album wat niet volledig weet te overtuigen. Dat Mägo de Oz niet alleen een prima band is maar ook nog eens een prima coverband blijkt maar weer uit de magnifieke Spaanse versie van Hymn, waarvan het origineel natuurlijk van Ultravox is. Mañana empieza hoy weet dan ook volledig te overtuigen. De korte, akoestische interlude El Príncipe de la Dulce Pena slaat vervolgens een brug naar het wat houthakkerige Aquelarre. Dit negen minuten durende nummer kon deze recensent in eerste instantie niet bekoren, maar het blijkt een groeier te zijn. Van het navolgende, korte en radiovriendelijke Hoy toca sei feliz (akoestisch, met fluit, viool, accordeon en een bijzonder relaxt zingende José) zou het mij niet verbazen als het de volgende single wordt. Er volgt nog het mooie, dramatische Creo (La Voz Dormida – Parte II) waarin veel stukken uit het hele Gaia werk nog eenmaal terugkomen vooraleer we ons begeven naar het hart van deze release.
La Cantata del Diablo (Missit me Dominus) mag zich met recht één van de meest originele, strakke, afwisselende, lange maar vooral boeiende songs van 2005 noemen, alsmede de absolute kroon op het werk van de band tot nu toe. Startend met een vette koorpartij sleept het nummer je mee in een ruim 21 minuten durend epos van jewelste. José gaat hier de strijd aan met Víctor García (Warcry), waarna het koor zich terugmeldt aan het front en het nummer zich tot een kolkende metaltrack ontpopt. En dat zijn pas de eerste vijf minuten! Halverwege het nummer zit nog een mooi duet tussen José en de zwoele, van Tahures Zurdos afkomstige Aurora Beltrán, voordat we een magistraal en voornamelijk instrumentale apotheose ingaan. De koek, zoals men pleegt te zeggen in dit soort gevallen, is nu daadwerkelijk op.
Deze recensent kan niet met genoeg passende woorden beschrijven hoe onder de indruk hij is van deze briljante plaat. Een verval in superlatieven was dan ook niet te voorkomen. Mägo de Oz staat garant voor een steeds groter wordende muzikale finesse en vakmanschap, en daarbij passend compositorisch vermogen. De band springt per plaat met grote stappen vooruit en het enige wat je een dergelijk originele band van deze uitzonderlijke klasse kunt en mag toewensen is absolute muzikale wereldheerschappij zoals een Metallica dat al jaren geleden uit handen gegeven heeft. Liefhebbers van power metal, folk (al dan niet metal en/of rock) en zich niet aan de Spaanse taal storen mogen deze parel niet laten liggen!
Tracklist:
CD1:
- Volaverunt Opus 666
- La Voz Dormida
- Hazme Un Sitio Entie Tu Piel
- El poema de la lluvia triste
- El Callejòn Del Infierno
- El Paseo De Los Tristes
- La Posada De Los Muertos
- Desde Mi Cielo
- En Nombre De Dios
CD2:
- Incubos Y Sùcubos
- Diabulus In Musica
- Manana Empieza Hoy
- El Principe De La Dulce Pena
- Aquelame
- Hoy Toca Sei Feliz
- Creo (la Voz Dormida parte II)
- La Cantada Del Diablo (Missit Me Dominus)
Line-up:
- Txus Di Fellatio / drums
- Carlos Prieto “Mohamed” / violin
- Carlitos / lead guitar
- Frank / guitars
- Jorge Salán / guitars
- Jose Andrëa / keyboards, vocals
- Sergio Cisneros “Kiskilla” / keyboards
- Fernando Ponce de León / flutes
- Pedro Díaz / bass
- Tommy Folstadl – Drums
Links:
Mägo de Oz
Locomotive Records