Melvins – Working with God

Het recenseren van de nieuwe Melvins voelt als ‘wij van WC-Eend adviseren WC-Eend’. Als u begrijpt wat ik bedoel. Het is een van de weinige bands waar ik een tattoo van heb en dat ook nog aan de binnenkant van mijn pols. Tegelijk met Working with God verscheen er een heruitgave van Gluey Porch Treatments en Hostile Ambient Takeover. Deze verschijnt voor het eerst op vinyl. Hiervoor was dit album op CD verkrijgbaar en als losse singles (inmiddels collector’s items).

Melvins 1983

Als het klopt dat het origineel altijd beter is, dan moet dat zeker opgaan voor Working with God, inmiddels het 32e wapenfeit van dit (voornamelijk) trio. Zelf heeft de band het over dé plaat waar Metallica en Green Day alleen maar van kunnen dromen, maar het lef niet voor hebben. Ook The Foo Fighters moeten het ontgelden.

Borrelfeit: Het schijnt dat Buzz Osbourne nogal jaloers is op het succes van Grohl’s band en van mening is dat dit eigenlijk de Melvins toekomt. Buzz was tenslotte degene die Dave Grohl introduceerde aan Kurt Cobain.

Terug naar de recensie. Working with God heeft dezelfde bezetting als waarmee de Melvins in 1983 mee van start gingen: Buzz Osbourne, Dale Crover en Mike Dillard. Waarbij de laatste de drumpartijen op zich neemt en Dale de basgitaar om zijn nek heeft gehangen. Mijn eerste gedachte was: ‘als dat maar goed klinkt.’ Ik vind Dale samen met Dave Lombardo toch wel een van de beste drummers die er rondlopen. Maar goed, eerst maar eens luisteren in plaats van zeveren.

Buzz Osbourne

De laatste keer in deze samenstelling, die ze zelf de ‘Melvins 1983 line-up’ noemen, was in 2013 op het album Tres Cabrones. Het album is in twee sessies opgenomen omdat Dillard een uiterst saaie baan heeft in Montesano, Washington en daar ook woont (de plaats waar de Melvins oorspronkelijk vandaan komt). De andere twee wonen inmiddels in Los Angeles. In Amerika zijn vakantiedagen schaars, dus moesten de opnames gesplitst worden. Melvins 1983 zal om deze reden ook niet zo snel met deze bezetting gaan toeren.

Borrelfeit: Dillard is ooit wegens dronkenschap ontslagen van een baan waarbij hij tandenstokers maakte. Nu werkt hij als machinist én is lid van de vakbond. Dat geeft hem een vrijbrief om zijn werk onder invloed te doen, zolang het maar goed gedaan wordt… Eén van de voordelen van het lidmaatschap van een vakbond.

De plaat start met I Fuck Around. Oorspronkelijk was het nummer ingezongen als soundcheck, maar werd opgenomen en is een vrije vertaling (lees: puberale cover) van The Beach BoysI Get Around. Terug naar de puberhumor uit de tijd dat ze begonnen in 1983. Althans dat zeggen de heren zelf. Het tweede nummer Negative No No is een nummer zoals je mag verwachten. Het klinkt zoals de band van ‘vroeger’. Met één duidelijk verschil, namelijk dat het productietechnisch hedendaags klinkt. Dit geldt trouwens voor de hele plaat. Bouncing Rick klinkt ook vertrouwd. Behalve dat dit nummer als extraatje door de blender is gehaald met Butthole Surfers ten tijde van Independent Worm Saloon. Na het luisteren van deze eerste drie tracks zit ik in ieder geval op het puntje van mijn stoel. Mijn komende dertig minuten kunnen niet meer stuk. Caddy Daddy heeft dat eigen logge geluid wat zo kenmerkend is voor de Melvins: Sludgey, hoekig en meeslepend. Beter kan ik het niet omschrijven.

Van de volgende twee nummers, 1 Brian, the Horse-Faced Goon en Brian, the Horse-Faced Goon, is de eerste een melig intro. Het eigenlijke nummer gaat over een jongen die in het oog van een orkaan heroïne probeert te spuiten. Zo klinkt het ook: het tempo gaat omhoog en heeft een lekkere stampriff. Als extra instrumentarium op het album worden gadgets genoemd; die hoor je hier dus. Boy Mike, het eerste nummer van kant B, klinkt rauw en lomp met veel gitaar feedback.

1 Fuck You is cover van Harry Nilsson’s You’re Breaking’ My Heart, waarvan de band zichzelf afvraagt waarom ze het nooit eerder hebben opgenomen. Je kan hier uiteraard aan twijfelen gezien de titel en de tekst van het nummer. Ik geloof ze. De drie laatste nummers klinken zoals je gewend bent van Melvins. Denk aan veel zware riffs en in wat mindere mate drumgebeuk. Een van deze tracks, Hot Fish, is ooit geschreven voor de EP die ze samen met Flipper hebben uitgebracht en is voor Working with God opnieuw opgenomen.

Borrelfeit: Flipper frituurde ooit een grote metalen vis en goot daar daarna ijskoud water overheen om vervolgens het podium op te stormen en “hete vis, hete vis” te roepen. De band zelf kan het zich alleen niet meer herinneren.

De plaat sluit met Good Night Sweetheart, deels achterstevoren gedraaid. Een a capella doo-wop-achtig nummer, wat de band altijd samen met Big Business speelde, als afsluiter van een optreden.

Concluderend: Op dit album geen lange, loodzware, trage nummers, noch eindeloos experimenteel gepiel. Het langste nummer, Hot Fish, haalt net niet de vijf minuten. Klinkt het als Melvins 1983? Ja, dat zeker. Klinkt het gedateerd? Echt niet! Voor wie de oude Melvins kent, klinkt het vertrouwd. Voor wie de band niet heel goed kent, is het een goede kennismaker.

Ik heb Dale trouwens niet echt gemist op de drums. Dat zegt in zekere zin genoeg. Erg ingewikkelde drumnummers staan er niet op Working with God. Zoals eerder geschreven is de kans erg klein dat het trio in deze bezetting op tour gaat. Maar mocht het wel weer zover komen, hoop ik toch dat Pinkus of McDonald weer aansluit, zodat Dale mij vanachter zijn drumstel kippenvelmomenten kan bezorgen.

Score:

83/100

Label:

Ipecac Recordings, 2021

Tracklisting:

  1. I Fuck Around
  2. Negative No No
  3. Bouncing Rick
  4. Caddy Daddy
  5. 1 Brian, The Horse-Faced Goon
  6. Brian, The Horse-Faced Goon
  7. Boy Mike
  8. 1 Fuck You
  9. Fuck You
  10. The Great Good Place
  11. Hot Fish
  12. Hund
  13. Good Night Sweetheart

Line-up:

  • Buzz Osborne – Gitaar, gadgets
  • Dale Crover – Basgitaar
  • Mike Dillard – Drums

Links: