Marrasmieli – Between Land and Sky

Het nieuwe decennium is nog jong en fris en dus is dit het ideale moment om eens een nieuwe, jonge, frisse band uit het hoge, koude noorden aan u voor te stellen. Het Finse Marrasmieli bestaat namelijk nog maar sinds 2018 en is nu, na één EP, al toe aan zijn eerste volwaardige studio album, genaamd Between Land and Sky.

Het is januari en dat betekent dat het volop winter is, althans op papier. Want in de praktijk lijkt het verdacht veel op een soort verlengde herfst. Herfst en winter, dat zijn in Finland meestal gure, sombere en donkere periodes, maar tegelijkertijd kan de natuur er tijdens deze seizoenen sprookjesachtig uitzien: wondermooi en sereen. Het zijn deze kwaliteiten van het Finse landschap waar Marrasmieli muziek rond componeert. Perfecte timing dus voor een eerste full-length zou ik zeggen! Maar wat mogen we dan precies van dit drietal verwachten? Het Finse Naturmacht Productions (onder andere verantwoordelijk voor het debuut van het Nederlandse Draugur), het label dat Between Land and Sky uitbrengt, vat het mooi samen als “epische pagan black metal uit Finland”.

Episch. Pagan. Black metal. Finland. Dat klinkt mij alvast als muziek in de oren (en dat bedoel ik hier uiteraard niet enkel figuurlijk). U ook? Lees dan vooral verder! Het spreekt voor zich dat een dergelijke korte beschrijving niet altijd de lading dekt, maar het is alvast een uitgangspunt. Ook de bandnaam licht al een tipje van de mistige sluier op, want hier zit wel degelijk een passende betekenis achter. “Marraskuu” betekent namelijk “november”, “Mieli” vertaalt zich als “bewustzijn” of “gemoed”. De “geest van november” dus zeg maar. Even parafraseren: de muziek van Marrasmieli probeert beelden op te roepen van de Finse natuur tijdens de koude seizoenen. Dat Marasmiellus ook de naam is van een paddenstoelengeslacht (met name de “ruitertjes”) is wellicht toeval, maar tegelijk toch ook wel passend en frappant. “Marras” is daarnaast een oud Fins woord voor de dood en verwijst tevens naar vervlogen tijden. Volgens de band zelf zijn de natuur, mythologie en het verleden dan ook hun belangrijkste inspiratiebronnen. Dan verwacht je dus kille Scandinavische black metal, gecombineerd met atmosferische en epische passages die een evocatie zijn van de Finse wildernis. Én misschien wel een flinke dosis folk. Want ja, we zijn nu eenmaal in Finland…

Finland en folk metal? Dan loert Finntroll wellicht ergens om de hoek. En effectief, er is een link met deze iconen van de Finse folk metal, want de mastering van dit album was in handen van niemand minder dan Finntrolls (en Moonsorrows) mastermind Henri Sorvali (a.k.a. Trollhorn) in zijn Trollhouse Audio studio (mix en productie werden overigens uitgevoerd door Nattvind, de zanger en drummer van Marrasmieli). De band noemt Moonsorrow als één van hun favoriete bands, en dat hoor je echt wel in de EP Marrasmieli, die in 2018 werd uitgebracht. In die mate zelfs dat één van de leidende melodieën van het tweede nummer, What Nature Fears, toch wel opvallend sterk gelijkt op het hoofdthema van Haaska, het tweede nummer op Moonsorrows Verisäkeet. Na talrijke luistersessies kan ik over deze EP echter het volgende concluderen. Hoewel ik een lijstje van kritiekpuntjes had opgesteld (té monotone vocalen, te eentonig drumwerk, té vaak een Moonsorrow-kopie…), moet ik eerlijk toegeven dat What Nature Fears ondertussen in mijn selecte playlist van favoriete nummers is opgenomen en dat ik een week lang elke ochtend wakker ben geworden met de catchy deuntjes uit dit nummer die door mijn hoofd spookten.

Blijft nu de vraag: kan Between Land and Sky al het goede van de EP Marrasmieli bevestigen? Blijven de melodieën even lang hangen? Kunnen de nummers dezelfde sfeer van ongerepte winterlandschappen neerzetten? En vooral: kan Marrasmieli eindelijk zijn eigen muzikale pad vinden en los komen van die evidente Moonsorrow-parallellen? Wel, eigenlijk stel ik hier de verkeerde vragen. Marrasmieli is namelijk een andere weg ingeslagen dan ik verwacht had, en in die zin is Between Land and Sky absoluut geen logisch vervolg op de Marrasmieli-EP en is een vergelijking moeilijk te maken. De nadruk ligt hier namelijk meer op de atmosferische black metal en een stuk minder op de folkdeuntjes. En zelfs dat atmosferische moet regelmatig wijken voor meer agressie en enkele onverwachte stijlbreuken.

Na de obligate natuurgeluiden-intro barst Marrasmieli ongezien furieus los met Embrace the Eternal. Enkel de toevoeging van viool, piano en een beetje akoestische gitaar doet nog wat folk metal vermoeden, want dit is verder vooral een stevige pot (grotendeels atmosferische) black metal met de nodige punch. Er zit alleszins voldoende (viool- en gitaar-)melodie in om het nummer staande te houden. Een degelijk nummer, maar echt memorabel vind ik het toch niet: daarvoor mis ik echte hoogtepunten en verrassingselementen. Een mooi uitgewerkt folkdeuntje had daar bijvoorbeeld voor kunnen zorgen maar dat krijgen we niet te horen.

Dan zorgt de start van Those Who Are Long Gone toch wel voor wat meer animo. Nekbreker-alarm, want dit muzikaal inferno blaast alles en iedereen omver. Lekker! Van folk metal is hier absoluut geen sprake meer, en zelfs het atmosferische karakter van de band laat nog enkele minuten op zich wachten. Marrasmieli klinkt hier veel dreigender en donkerder dan ooit en beukt erop los. Die Finse bossen worden precies aan een sneltempo neergehakt, zonde. Melodie wordt toegevoegd door spookachtige synths en een mooi uitgewerkte riff op gitaren. Een fluit of viool is echter nergens te horen. Het nummer ontwikkelt zich even later wel mooi en de melodieën en riffs rollen organisch over elkaar heen, wat wel een heel sterke indruk nalaat. Het tweede deel van het nummer wordt ingeluid door een bijzonder vette (blackened death) riff, waarna de snelheid als een raket de hoogte ingaat. Nattvind mept erop los als een overijverige specht (om toch in het bosthema te blijven). Ik heb het gevoel dat ik precies eerder naar Marduk of Watain zit te luisteren dan naar Moonsorrow, wat een transformatie heeft deze band ondergaan! Zeker wel geslaagd, maar ik vraag me steeds meer af waar Marrasmieli precies voor staat, want van enige identiteit is ondertussen absoluut geen sprake meer. Is dat dan wat er bedoeld wordt met Between Land and Sky? Van hard naar zacht, van ruig tot rustig?

Karakorum, een nummer over de dertiende eeuwse hoofdstad van het Mongoolse rijk (waar gaat dit eigenlijk naartoe?), begint met spacy synths waar ik me met wat goede wil wel een rustige winternacht of een uitgestrekte steppe bij kan voorstellen. Het ritme is aan het begin best interessant te noemen, maar na enkele minuten heeft deze mid-tempo track toch weer een vrij constant ritme en tempo gevonden en hier hoor ik wel wat Moonsorrow-achtige wijdsheid in de songstructuur. Songstructuur en uitvoering zijn van een degelijk niveau. De rasperige stem van Nattvind blijft echter wat teveel op de vlakte en lijkt eerder verhalend te zijn dan dat het voor een echte meerwaarde zorgt. Halfweg wordt er dan toch een herkenbaar thema ingezet dat wat evolutie en herwerking meekrijgt, gaandeweg met meer snelheid. Een gongslag lijkt de poort naar een iets agressiever stuk te openen (voor mij is dat ene korte element het hoogtepunt van dit album) en het tweede deel van dit nummer is plots een stuk frisser, levendiger, interessanter en jawel, gedenkwaardiger.

Op The Ardent Passage wordt weer voor een andere aanpak gekozen: deze track begint als een typisch vikingmetalnummer met een vette knipoog naar Moonsorrow (alweer) en oude Satyricon/Enslaved. Even later evolueert het toch weer naar snelle, nogal drukke atmosferische black, gelukkig met het broodnodige rustmomentje er tussenin. Op het einde dooft het nummer uit met akoestische gitaar en gefluisterd en gesproken woord. Veel goede bedoelingen opnieuw, maar dit nummer mist toch wat diepgang, herkenbaarheid en creativiteit.

En waar is die folk metal dan naartoe? Blijkbaar is die bewaard voor het afsluitende nummer, Aallot. Aallot is Fins voor “de golven” en uiteraard start het nummer dan met het geluid van… golven. De akoestische gitaar die hier wordt gehanteerd zorgt voor een ondubbelzinnig gevoel van melancholie, maar wordt dan wat speelser en eindelijk, eindelijk, eindelijk vallen de elektrische gitaren in samen met accordeon en krijgen we een prettige, goed in het gehoor liggende en, jawel, memorabele melodie te horen. Aallot is op die manier het enige nummer op dit album dat een klein beetje de vergelijking met het heerlijke What Nature Fears kan doorstaan. Opnieuw valt het nummer uiteen in twee delen. Het tweede deel begint opnieuw akoestisch en intiem, met gitaar en fluit. De golven kunnen opnieuw gehoord worden in de achtergrond. Het ultrasnelle stukje occult-epische black metal dat hierop volgt is één van de sterkere momenten van dit album. Maar ook nu weer is deze stijlverandering van korte duur, want hierna vergast Marrasmieli ons nog op een melodisch stukje thrash/black metal en een episch occult/folk black metal passage met fluit en synths. Bijzonder veel indrukken op korte tijd dus, maar dit klinkt tenminste overtuigend en strak.

We klokken af op 45 minuten black/viking metal met folk en zelfs thrash/blackened death elementjes, verspreid over zes nummers (waarvan het eerste een intro is van minder dan een minuut). Lange nummers dus, met een degelijke structuur en sterke uitvoering. Ik geef het toe: na de Marrasmieli-EP had ik gehoopt op een album dat het grote Moonsorrow het vuur aan de schenen zou leggen met beklijvende sfeerstukken en epische melodieën, maar Marrasmieli heeft resoluut gekozen voor een andere aanpak: meer black metal, meer agressie, minder atmosfeer, minder herkenbare deuntjes. De band is geëvolueerd en die nieuwe stijl past evengoed prima. Anderzijds is dit album toch tekenend voor een soort identiteitscrisis: er zit van alles wat in, maar waarin ligt precies de essentie van Marrasmieli? Ik weet het niet meer. Daarnaast mis ik wat creativiteit en herkenbaarheid: teveel grijs, te weinig zwart en wit als u begrijpt wat ik bedoel. Maar ja: grijs past nu eenmaal beter bij het seizoen zeker…?

Luistertip: Karakorum, voor de gongslag in het midden.

Score:

74/100

Label:

Naturmacht Productions, 2020

Tracklisting:

  1. The Unbroken Blue
  2. Embrace the Eternal
  3. Those Who Are Long Gone
  4. Karakorum
  5. The Ardent Passage
  6. Aallot

Line-up:

  • Nattvind – Stem, drums
  • Zannibal – Gitaar
  • Maelgor – Basgitaar

Links: