Marijannah – Till Marijannah

Wat krijg je als je leden van de Singaporese bands Abolition A.D., The Caulfield Cult en Wormrot in een hok opsluit met een drumstel, een paar gitaren en een berg wiet waar Snoop Dogg bang van wordt? Niets dat ook maar enigszins lijkt op de muziek die gemaakt wordt door één van die drie bands. De naam verraadt het natuurlijk al: Marijannah maakt onvervalste stoner metal. Met een dikke retro rand welteverstaan. Niet een genre dat ik vaak beluister, al is dat de afgelopen weken ingrijpend veranderd en daar is debuutplaat Till Marijannah geheel eigenhandig verantwoordelijk voor.

Al bij de eerste tonen is de liefde voor de seventies terug te horen. Machtig bas- en drumgebulder wordt aangevuld door torenhoge riffs en bestrooid met huilende achtergrondvocalen die menig roedel wolven te kakken zetten. Dit alles klinkt niet rond, warm en zeker niet oorstrelend. Dit heeft wratten, korsten en schrale uitslag op alle mogelijke plekken en is daarom des te lekkerder. Wel dient hier een kleine kanttekening te worden geplaatst: ondanks dit ranzige karakter zou een iets strakkere productie deze plaat niet hebben misstaan. De compressie is op plekken zo hoog dat het lijkt alsof de geluidsgolven letterlijk door een drukpers zijn heen gehaald. Waarschijnlijk bestond het opname budget uit twee knopen en wat navelpluis, de band speelde immers zijn eerste live show pas na de release van dit album, waardoor dit simpelweg het best haalbare was. Echt storend is dit low-fi geluid echter niet. Sterker nog, eigenlijk draagt dit alleen maar bij aan de de illusie dat dit veertig jaar geleden is opgenomen, en dat siert deze vier nummers prima.

Marijannah - bandshot

Productie kan een toegevoegde waarde hebben, maar het is nog altijd de muziek die de doorslaggevende factor is als het aankomt op kwaliteit. Een gepolijste drol is immers nog steeds een drol. Gelukkig is er op dat vlak geen reden tot klagen. Dat wordt direct duidelijk als opener 1974 zijn vuil over je trommelvliezen uitsmeert middels een lelijke Quasimodo tweeling van riffs. Als de drums en bas eindelijk invallen moet je een ijzeren wil hebben om te voorkomen dat je jezelf als een bezetene een hersenschudding headbangt. Opvolger Snakecharmer begint op een soortgelijke manier maar beweegt zich daarnaast met flair door hallucinaties en flirt met paranoïde waanbeelden. Echter weet het zich op sublieme wijze uit te balanceren middels kolossale riffs waardoor een complete psychose vermeden wordt. Bride Of Mine galoppeert voort over een soortgelijk bed van psychedelische licks maar doet dit op een wat lager tempo en voegt hier tevens wat melancholisch ondertonen aan toe. Afsluiter All Hallow’s Eve doet hier nog een schep bovenop en weet zelfs wat lichte vertedering te ontlokken. Als de laatste noten uitgalmen is er een half uur voorbij gevlogen en het enige wat dan nog rest is opnieuw op de play knop drukken.

Er is verdomd weinig mis met deze plaat. Zo weinig zelfs, dat dit hoogstwaarschijnlijk een plek in de hogere regionen van mijn eindejaarslijst zal veroveren. De Sabbath geïnspireerde grooves, gecombineerd met een set riffs die lijden aan morbide obesitas, staan garant voor een flinke dosis nekspierpijn wegens een overmatige hoeveelheid hoofdzwieren. Als dat de prijs van muzikale grandeur is, dan betaal ik die graag.

Score:

87/100

Label:

Pink Tank Records, 2018

Tracklisting:

  1. 1974
  2. Snakecharmer
  3. Bride Of Mine
  4. All Hallows’ Eve

Line-up:

  • Rasyid Juraimi – Zang, gitaar
  • Nicholas Ng – Zang, gitaar
  • Muhd Azri Azman – Basgitaar
  • Nicholas Wong – Zang, drums

Links: