Deze keer bespreken we zeker één van de meest geanticipeerde albums van dit jaar. De ster van Lorna Shore rees snel en staat sinds het uitkomen van de EP …And I Return To Nothingness – met absolute smaakmaker To The Hellfire – ferm aan het metalen firmament. Het ultieme bewijs vinden we in de aankomende headlinertour in het begin van 2026, waarbij Lorna Shore ook de (tegen die tijd ongetwijfeld uitverkocht) AFAS Live in Amsterdam en Vorst Nationaal in Brussel zal aandoen. Wie enkele jaren geleden had gezegd dat de band hier voor hordes uitzinnige fans zou spelen, had je ongetwijfeld voor gek verklaart. Je zou zelfs kunnen stellen dat Lorna Shore het volledige deathcoregenre uit het slop heeft getrokken en meer naar de mainstream heeft weten te brengen. Die eerder genoemde EP, maar toch ook zeker het goed ontvangen Pain Remains dragen bij aan de status van de band en zorgen terecht voor de fikse wind in zeilen. Toch beginnen er langzaam wat barstjes te ontstaan in het ongenaakbare karakter. Critici vinden de band voorspelbaar en wijzen op de formulematige songwriting. Of is dat simpelweg geneuzel van enkele relatieve figuren die zelfs de formule van Albert Einstein in twijfel zouden trekken?

Laten we vooropgesteld zeggen dat Lorna Shore dit wellicht zelf ook al zag aankomen. De band gaf – met name via de uiterst sympathieke Will Ramos – al op diverse plekken aan dat er een verschuiving in het geluid te verwachten was. De gehele online metalen wereld – uw redacteur van dienst incluis – dacht maar aan één ding: heldere vocalen. Die beheerst Will Ramos namelijk ook meer dan prima, iets dat voornamelijk te zien en te horen is op de video’s via zijn eigen mediakanalen. Laten we daar meteen een antwoord op geven: heldere vocalen van de vocalist vinden we niet terug op het album. Uiteraard wel alle smerige keelgeluiden van de zanger van dienst, die ook terecht wordt geprezen om zijn vocale prestaties. Een muzikale verschuiving krijgen we toch zeker wel. Op diverse plekken op het album worden de symfonische elementen meer op de voorgrond gezet (In Darkness, Unbreakable, Glenwood en Lionheart) waarbij de brute muzikale invulling meer licht en positiviteit in zich draagt. Verder wordt er meer gespeeld met rustige tempo’s (het afsluitende Forevermore is daar het beste voorbeeld van) en vinden we ook wat invloeden uit de melodische death metal terug (Death Can Take Me en War Machine). Toch blijft alles grotendeels binnen het door zichzelf bepaalde universum van Lorna Shore. Het is eerder een andere manier inzetten van de gekende elementen, waardoor het geheel nog steeds zeer vertrouwd en ja, toch ook enigszins voorspelbaar overkomt. Daarbij heeft dit I Feel The Everblack Festering Within Me flink wat vet op de botten. De uitgesmeerde composities, vol atmosferische passages, zorgen aan de ene kant juist voor onderscheidende waarde in een genre dat zich kenmerkt door een simplistische focus op brutaliteit, maar tegelijkertijd zorgt dit voor een overdaad aan passages die geen grote toegevoegde waarde hebben.
Death Can Take Me pakt de aandacht echter weer volledig vast met duistere orkestratie, melodische gitaarleads en het zeer strakke drum- en riffwerk. De verplichte breakdowns voel je natuurlijk van verre aankomen, maar deze zijn hier wel van de buitencategorie. Dit is wellicht het goede moment om drummer Austin Archey nog even te benoemen. De man is natuurlijk een bovennatuurlijke menselijke mitrailleur, maar weet zich op dit nummer nog maar eens extra te onderscheiden. Het opvolgende War Machine (om nog maar eens van artillerie te spreken) gooit nog meer invloeden uit de melodic death in de gitaarlijnen, iets wat Lorna Shore zeker vaker mag doen. Dit smaakt namelijk waanzinnig lekker! Hiermee bekruipt de gedachte dat deze zeer getalenteerde heren nog veel meer in hun (oorlogs)mars hebben dan ze nu laten horen binnen de beperkingen van het Lorna Shore-universum. Hadden we Dimmu Borgir al genoemd? Het één-na-laatste nummer A Nameless Hymn is namelijk haast een schaamteloze ode aan Death Cult Armageddon, maar dan uiteraard compleet op deathcore-steroïden. Symfonisch geweld in optima forma! Afsluiter Forevermore bevat enkele geslaagde elementen (zoals de onbekende vrouwelijke vocalen), maar weet helaas nergens de grote lengte van het nummer te verantwoorden.
Score:
78/100
Label:
Century Media Records / Sony Music, 2025
Tracklisting:
- Prison Of Flesh
- Oblivion
- In Darkness
- Unbreakable
- Glenwood
- Lionheart
- Death Can Take Me
- War Machine
- A Nameless Hymn
- Forevermore
Line-up:
- Will Ramos – Zang
- Adam De Micco – Gitaar
- Andrew O’Connor – Synthesizer
- Michael Yager – Basgitaar
- Austin Archey – Drums
Links:


