Ljuska – Thanatanamnesis

Het woord “Thanatanamnesis” lijkt een neologisme te zijn: een samentrekking van “thanatos” (Grieks: de dood) en “amnesie” (geheugenverlies). Hoe spitsvondig ook, het was me voor aanvang van deze recensie helemaal niet duidelijk wat het zou moeten betekenen. Geheugenverlies door het intreden van de dood lijkt me net iets te evident. Vergeten dat je bent gestorven? Dat zou wel bijzonder morbide zijn vanuit een post-mortem psychologisch perspectief. Misschien levert het album zelf wel het antwoord op dit intrigerende vraagstuk. Mijn interesse was alvast gewekt!

Ljuska is een éénmansproject uit Servië dat zich toelegt op het componeren van dissonante, atmosferische black metal. Sifr Shraddha, het geheimzinnige brein achter Ljuska, is zeker niet aan zijn proefstuk toe. Hij is namelijk ook actief in een aantal andere bands (Utvar, zijn andere soloproject (sinds 2013), en Order of the Black Skull (sinds 2020)) en reeds in 2017 werd het debuutalbum van Ljuska uitgebracht: Vessel of the Void. Om een idee te krijgen van de stijl die eigen is aan deze band heb ik dit album een aantal keer aandachtig beluisterd. Om tot de conclusie te komen dat Ljuska een heel rijkgevulde en intense/intensieve stijl heeft. De basis bestaat uit harde en ruwe, veelal mid-tempo passages, afgewisseld met klassieke tremoloriffs en melodische leadlijnen. Er zijn wel heel wat ritme- en stijlwissels te noteren: de muziek wervelt feitelijk van de ene passage naar de andere, waarin je een heel scala aan verschillende invloeden terugvindt. Zo hoor je zowel Mortuary Drape, Sarke, Taake als Mayhem terug op het debuut. Ljuska brengt zeker geen blind voortrazende brutaliteit, al zijn met name de gitaardissonanten en de vocalen wel zeer rauw te noemen. Er zijn anderzijds ook enkele warme solo’s en lang uitgesponnen, atmosferische passages terug te vinden op Vessel of the Void. Een zeer complex en, zoals gezegd, rijkgevuld album.

Met Thanatanamnesis wil Ljuska het allemaal iets bruter, donkerder en dreigender aanpakken. Op het nieuwe album zijn vooral de duisternis en de chaos tastbaarder aanwezig dan op Vessel of the Void, en met een begeleidend schrijven wil Sifr Shraddha vooral ook het esoterisch en occulte karakter van de band en het nieuwe album onderstrepen. “Ljuska is het Vat van het Andere Licht, opgestegen uit de Abyssale Diepte van de Stilte. Als nageslacht van de tweekoppige Hydra houdt het de banier van Vox Umbra fier omhoog.” De toon is meteen gezet. Wat volgt is een heel uitgebreide uitleg, gebruik makend van een complex mystiek-transcendent vocabularium. Hieruit leren we vooral dat Vessel of the Void een uiting is van “ascetisme als werktuig voor het uitdiepen van de innerlijke tunnels waar transmutatie en transfiguratie van de Prima Materia plaatsvinden.” Maar ook dat de EP tussen beide albums, The Nox Harbringer, uitgebracht is “ter ere van de brandende stralen van de Zon van de Nacht, die alles vernietigen wat niet behoort tot de Essentie van het Anderse (sic).” Wat overblijft is as en de Herdenking van de Dood: Thanatanamnesis. Zo fungeert The Nox Harbringer dus eigenlijk als een thematische schakel tussen beide albums.

Ik ga altijd wel graag mee in deze over-the-top, mysterieus-ritueel literaire sfeerschepping. Dat theatrale karakter hoort gewoon bij black metal als je het mij vraagt. Maar ik probeer ook wel tussen de lijntjes te lezen en daar de essentie uit te halen. Thanatanamnesis is dus een verheerlijking van het duister, het rebelse en tegendraadse, en de ondergang en vernietiging van het alledaagse. Op zich een nobel doel. Maar laten we vooral naar de muziek luisteren…

The Abysmal Ingression stuurt ons thematisch én muzikaal onmiddellijk de dieperik in: de zwarte leegte van de verschrikkelijke oneindigheid tegemoet. Een plek vol mysterie, angst en kwelling. Dit wordt heel mooi en passend weerspiegeld in de getormenteerde krijsen die aan het begin van het nummer inderdaad uit de diepte lijken te komen, onderlijnd door krakende distortie. We krijgen vervolgens scherpe, viriele riffs te horen, rechtstreeks versterkt door de drums, die met stompende bassen en veel wilde cimbaalmeppen geen twijfel laten bestaan over hun hardvochtige intenties. Net als op het vorige album duurt elke passage niet al te lang. Het tempo gaat omhoog en omlaag, terwijl met name het drumwerk vaak voor verrassingen zorgt. Sifr Shraddha’s stem past perfect bij dit soort occulte waanzin: diep, woest, ruw en rafelig. In een aantal van de snellere stukken zit een pittige groove verscholen, die vooral opvalt wanneer de vocalen het ritme van de instrumenten weigeren te volgen, of wanneer de leads en de ritmegitaren elk apart hun eigen ding doen. Dit is op muzikaal vlak dus zeer zeker een verheerlijking van het tegendraadse! Op andere momenten ligt de nadruk meer op het vertellende, het sacrale en het boosaardige, al dan niet vergezeld door pakkende, melodische leads. Daarnaast krijgen we ook overweldigende uitbarstingen van agressie te horen, die wat doen denken aan de verpletterende soundscape-magie die Inferno oproept in diens laatste albums. Naar het einde toe krijgt de leadgitaar steeds meer ruimte om zijn melodische verhaal te doen.

Waar het openingsnummer wel zeer degelijk, maar nog niet echt memorabel was, is de melodierijke tremoloriff waarmee Dire Remembrance uitpakt dat zonder twijfel wel. Het is zelfs één van de meest herkenbare stukjes muziek op dit album. Op dit nummer hoor je naast de obligate brute stukken niet alleen energieke tremolo, maar ook trage, slepende en kwaadaardig klinkende gifinjecties. Zoals reeds aangehaald heeft Ljuska een nogal “gevulde” stijl: zelfs deze tragere momenten brengen geen rust en zijn volgestouwd met een overvloed aan indrukken. De toon is doorlopend zwaarmoedig, met hier en daar onmiskenbare deathmetalinvloeden (vooral in de riffs, maar ook in de solo’s), en in combinatie met die drukke stijl is het soms wat too much. Ljuska laat je echt geen moment los.

Laat dat een eerste puntje van kritiek zijn: het luisteren is een hele opgave en de nummers missen net dat tikkeltje meerwaarde om dat te kunnen compenseren. In de stem van Sifr Shraddha zit ook weinig tot geen variatie. Af en toe hoor je wel eens een “Oeah”, zoals bij de start van The Retrograder, maar ook daar kabbelt het daarna wat teveel verder. Het klinkt bij wijlen als een zwartgeblakerde versie van Behemoth, maar dan zonder het theater. Voor sommigen zal dat een verademing lijken, maar na The Retrograder zit ik toch al op mijn tandvlees.

Waarom? Omwille van kritiekpuntje nummer twee: de nummers volgen te vaak hetzelfde stramien. Harde, logge stukken met redelijk wat blastbeats/tragere, vertellende stukken met een nadruk op de tekst/mid-tempo stukken met een soort black n’ roll-insteek. En af en toe een solomomentje. Taake ontmoet hier Behemoth, maar dan met wat te weinig finesses. Toegegeven, in het middenstuk van The Retrograder krijgen we een lange, rustige solo cadeau en er is ook wat gesproken woord te ontwaren, maar uiteindelijk weegt dat onvoldoende op tegen de net iets te lang durende, monotonere stukken.

Op zich zit de muziek goed in elkaar en werkt die ritmische afwisseling wel goed, maar met name de snellere stukken boeien eigenlijk zelden: hier tapt Ljuska net iets te vaak uit een vaatje dat ondertussen al leeg had moeten zijn. En wel omdat talloze anderen het hen al voorgedaan hebben… Een nummer als Seeds on Stones valt vooral op door het bedachtzame soleerwerk enerzijds en de machinale blastbeats anderzijds, die een groot deel van de muziek hier ondersteunen. Ik herhaal het nog even: hulde voor het drumwerk, want dat valt echt wel op door zijn afwisseling en onverwachte wendingen. De atmosferische riffs op zich zijn ook zeker de moeite waard en zorgen elke keer weer voor meerwaarde, maar in de hardere stukken raakt Ljuska mij te snel kwijt.

Tegen de start van Dreadful Grace lijkt alles al gezegd. Het nummer is namelijk opgebouwd uit dezelfde elementen als zijn voorganger. Het geeft me een zeer dubbel gevoel: enerzijds heb ik het allemaal wel al eens gehoord, anderzijds is dit eigenlijk best een degelijk nummer. Thrashy huppeltjes, massief drumwerk en veel energie, kloeke, gehoekte riffs, maar ook melancholische lamentaties in de gitaren. En dat alles omhuld door een kil, Scandinavisch sfeertje.

Laat ik dan ook niet té negatief zijn over Thanatanamnesis, want er is ook veel interessants te horen. Exertion of the Strife beschouw ik bijvoorbeeld als een hoogtepunt van dit album. Niet dat het zo fundamenteel verschilt van de andere nummers, maar het ademt veel meer sfeer uit, onder andere door het zwoelere geluid en de mooi uitgewerkte gelaagdheid van de gitaren. Ook het akoestische stukje vanaf 3:25, aangevuld met geloofwaardig gesteun en gefluister, is bijzonder atmosferisch. De tremolo die daar op volgt, ligt dan weer geweldig lekker in het gehoor. En ja, de drums ratelen en donderen alles opnieuw subliem aan elkaar. Een nummer met veel pluspunten dus!

Het titelnummer hadden we nog tegoed en hiermee wordt het album ook afgesloten. Het is tegelijkertijd het langste nummer op het gelijknamige album. Na een akoestisch aanloopje worden we verpletterd onder een blastbeattapijt, waarna Ljuska als het ware de perfecte synthese van het album in bijna tien minuten hardvochtige, scherpe black metal giet. Een afwisseling van ultrasnelle drums en broeierig zwoele black n’ rollritmes, heel wat tremolomelodie en dissonante riffs, waaroverheen Sifr Shraddha zijn zwarte gal spuwt. Vooral wanneer het nummer uitverteld lijkt, komt er een beetje ruimte voor wat meer rust, reflectie en emotie, en daarin ligt toch vooral de sterkte van Ljuska. De laatste seconden zijn unheimisch: een terecht einde van een bevreemdend maar vooral moeilijk album.

Moeilijke albums zijn zelden oninteressant. Ik ben geneigd om hetzelfde te zeggen over Thanatanamnesis, al ben ik niet geheel overtuigd van sommige van de gemaakte keuzes. Soms mist het album namelijk wat houvast en dendert het wat te lang door, al zorgen de melodische riffs en solo’s en de variaties in het ritme toch voor heel wat boeiende momenten. Laat ik het zo zeggen: de meeste onderdelen van dit album zijn individueel meer dan de moeite waard en brengen ons zowel gruwel als esthetiek, maar het album in zijn geheel is te afmattend en na een kleine vijftig minuten ben je helemaal murw geslagen. Als dat uw meug is: ga ervoor zou ik zeggen!

De dood brengt rust. De verloren gegane herinnering aan de dood brengt ons echter vooral onrust. Thanatanamnesis is dan ook een uitdaging voor uw uithoudingsvermogen.

Score:

75/100

Label:

Vargheist Records, 2022

Tracklisting:

  1. The Abysmal Ingression
  2. Dire Remembrance
  3. The Retrograder
  4. Seeds on Stones
  5. Dreadful Grace
  6. Exertion of the Strife
  7. Thanatanamnesis

Line-up:

  • Sifr Shraddha – Alles

Links: