Leprous – Pitfalls

Dat de muziek van Leprous niet bij iedereen in de smaak valt, is een gegeven. Zo werd ik eerder dit jaar op Dynamo Metalfest aangesproken door iemand die me vertelde dat ze niet veel kon met het optreden van Tribulation, maar dat het gelukkig nog lang niet zo vreselijk was als het optreden van “dat Leeproes ofzo” van het jaar ervoor. De doortocht van de band op Dynamo Metalfest 2018 was inderdaad een weinig gelukkige. Dat het ook anders kan, bleek op echter in maart van dit jaar toen de band op het Prognosis Festival een afgeladen grote zaal van de Effenaar volledig in de greep had met een integrale uitvoering van zijn The Congregation-album.

Dat bijna magische optreden zal bij een deel van de aanwezigen de hoop hebben aangewakkerd dat Leprous na het zachtere Malina een ommezwaai zou maken naar oude tijden. De gebeden van die fans worden echter – zoals wel vaker – niet verhoord. Pitfalls lijkt in de eerste nummers het geluid van die vorige plaat juist als beginpunt te nemen voor verdere experimenten in de richting van elektronische (pop)muziek. Ook tekstueel maakt Leprous, of juister: zanger Einar Solberg, het de luisteraar niet gemakkelijk. In zijn teksten beschrijft Einar ditmaal zijn strijd tegen angsten en depressie, Pitfalls (valkuilen) weet u wel! Daarbij kiest hij ervoor om zo weinig mogelijk in metaforen te spreken opdat elke luisteraar begrijpt waar hij doorheen is gegaan. Het is een nobel streven, maar het levert wel zinnen op als “This is where I wanna stay, still I feel I fade away” en “My bed is no longer a safe zone”…

Anders dan misschien verwacht na deze introductie is Pitfalls niet een alles naar onmetelijke diepten sleurende zwarte maalstroom, zoals Dirt van Alice In Chains, het debuut van Life Of Agony of Wake Up van Mad Season. Integendeel, de eerste helft van de plaat klinkt zelfs behoorlijk poppy. Zo heeft opener Below door de elektronica wel wat weg van James Blake alvorens Einar dan toch zijn klagende sirene laat horen en de gitaren invallen. Ook horen we in dit nummer al de op de plaat veelvuldig ingezette strijkers die het nummer hier een filmische en bijna IJslandse sfeer meegeven. Naar het einde toe komen er toch wat proggy gitaarpartijen, maar na een maat of twee nemen de strijkers alweer over. Nee, op de echte gitaarpartijen zullen we nog even moeten wachten.

Dat neemt echter niet weg dat er ook op de eerste helft van de plaat genoeg te genieten valt. In I Lose Hope gaan de klagende zanglijnen af en toe fraai richting Jeff Buckley, terwijl de funky bas zelfs wat doet denken aan de alternatieve dansbaarheid van de latere dEUS. Het zijn namen die niet bij elke Zware Metalen-lezer in de kast zullen staan. In de coupletten van Observe The Train zoekt Einar opnieuw naar het ongenaakbare niveau van Buckley. Hij komt een eind, maar het blijft (door een overdaad aan techniek?) wel ietwat steriel klinken. Het refrein dat luistert als een mantra is desondanks zeer pakkend. Een track als By My Throne mist echter eenzelfde hook en lijkt vooral een vingeroefening in structuren en een groots elektronisch stadionrockgeluid.

Paradoxaal genoeg slaken we dan ook een zucht van verlichting wanneer de band op de tweede helft van het album alle remmingen (zowel muzikaal als emotioneel) loslaat en de diepten induikt. In een hartverscheurend gezongen At The Bottom horen we dan toch het totale ontbreken van hoop op het diepste punt van een depressie en de woede die daar soms bij hoort. Het nummer heeft overigens een uitgebreid instrumentaal middenstuk waarin moderne geluiden worden gecombineerd met een mooi klassiek thema alvorens Einar nog maar eens aanzet om met zijn demonen te vechten. Om stil van te worden. Distant Bells is met veel toetsen en zelfs klanken als van een blaasinstrument dan weer wat ingetogener, maar dat past prima bij het gat waar de band je net in gedonderd heeft. Een gat waar de band je overigens met een grootse finale van een vol uithalende zanger, stevige gitaren en fraaie strijkers ook weer uit haalt.

Naast At The Bottom is afsluiter The Sky Is Red favoriet. Hoewel de meer dan elf minuten durende song heel elektronisch begint, is het vermoedelijk ook het nummer waar de fans van het oude geluid van de band het meest mee kunnen. Na een minuut of twee vallen namelijk de gitaren in met complexere ritmes gedirigeerd door het drumwerk van Baard Kolstad, dat overigens op de hele plaat van zeldzaam hoog niveau is. De man schakelt van heel klein, precies drumwerk naar grootse progpartijen en weer terug alsof het niets is. Meest opvallend echter is wat er volgt na de break op zes minuten. Waar je denkt dat de plaat met een vaak herhaald atonaal piepje zal uitsterven blijkt dit “piepje” juist de opbouw te zijn naar een van koorpartijen voorziene industriële progpartij die zijn gelijke op de plaat niet kent. “Going out with a bang” zouden we willen zeggen, ware het niet dat dat gelet op het onderwerp van de plaat mogelijk wat ongepast is.

Pitfalls is een mooie, fantastisch geproduceerde en soms ietwat moeilijke plaat die een investering van de luisteraar vraagt. Ben je bereid die te doen, dan zou je er wel eens heel wat moois voor kunnen terugkrijgen. Ik ben alvast benieuwd wat dat live gaat brengen wanneer de band in november Hedon in Zwolle, Gebr. De Nobel in Leiden en Kavka Zappa in Antwerpen aandoet in het goede gezelschap van The Ocean en Port Noir.

Score:

84/100

Label:

Inside Out Music, 2019

Tracklisting:

  1. Below
  2. I Lose Hope
  3. Observe The Train
  4. By My Throne
  5. Alleviate
  6. At The Bottom
  7. Distant Bells
  8. Foreigner
  9. The Sky Is Red

Line-up:

  • Einar Solberg – Vocalen, synthesizer
  • Tor Oddmund Suhrke – Gitaar
  • Robin Ognedal – Gitaar
  • Simon Børven – Basgitaar
  • Baard Kolstad – Drums

Links: