Kamelot – Epica
Eerlijkheidshalve moet ik bekennen dat ik niet zo bekend was met Kamelot. Ik heb ‘The Fourth Legacy’ ooit gekocht, maar een grandioos album vond ik het toch net niet. Het klonk allemaal wel heel lekker, maar miste mijn inziens toch iets. Het navolgende ‘Karma,’ het prachtige artwork ten spijt, heb ik dus maar niet eens aangeschaft.
Nu, na de zo ongeveer driehonderdste luisterbeurt van het gloednieuwe ‘Epica,’ begint er toch iets aan mij te knagen. Een gevoel dat ik, door ‘Karma’ niet te hebben gekocht, iets grandioos mis. Want grote Goden, wat is dit een waanzinnig album!! Het jaar had niet veel beter kunnen beginnen dan met dit muzikale vuurwerk.
‘Epica’ heeft werkelijk alles wat een goede Heavy Metal plaat hoort te hebben: verbluffend gitaarwerk, heerlijke volle double-bass drums en, wat ik zelf heel belangrijk vind, een waanzinnige zanger. Roy Khan heeft een werkelijk gouden, uit duizenden te herkennen strot. De muziek is van een klasse die ik heel lang niet meer heb mogen horen. Zijn er soms gekke dingen gebeurd tussen ‘The Fourth Legacy’ en dit album in; dingen waar ik geen weet van heb? Want het is werkelijk magistraal wat de heren rond Roy Khan en gitarist Thomas Youngblood klaarspelen. Er staat werkelijk geen nummer tussen de zeventien (!) nummers op dit album waar de spelvreugde en vakmanschap niet van af straalt.
Vier korte instrumentale intermezzo’s leiden het verhaal, wat gebaseerd is op Goethe’s ‘Faust,’ in goede banen. De resterende nummers zijn allen prachtige pareltjes, die alle uithoeken van het Metalen Universum weten te bezoeken.
Het album gaat lekker stevig van start met de double-bass krakers “Center of the Universe” en “Farewell.” De toon is gezet voor een heerlijk uurtje muziek. Het tempo ligt doorgaans tamelijk hoog (“Descent of the Archangel” waar Rhapsody’s Luca Turilli een prachtige gitaarsolo uit zijn befaamde Italiaanse mouw mag schudden), en de nummers zijn prachtig ingekleed met licht neo-klassieke invloeden. Viooltje hier, viooltje daar, zeg maar. Echter, waar bij bijvoorbeeld een Rhapsody de nummers in dienst staan van de klassieke invloeden, is het op ‘Epica’ gelukkig vise versa. De productie, die in bekwame handen van het gouden koppel Sascha Paeth en Miro was, is moddervet, en vooral de drumsound ligt loodzwaar op de maag.
Aanraders zijn onder meer het euforische “Center of the Universe,” “Farewell” en het snelle “A Feast for the Vain,” met lichte Flamenco invloeden.
De spreekwoordelijke vreemde eend in de denkbeeldige bijt is “Helena’s Theme.” Een vreemd, bijna Kate Bush achtige orkestrale Wals met een hoofdrol voor de voor mij onbekende (maar o zo charmant klinkende) zangeres Mari. Niet iedereen zal hier even gecharmeerd van zijn, maar ik zelf ga eerdaags maar eens uitzoeken waar deze dame vandaan komt.
‘Epica’ is, naast de reguliere versie, verkrijgbaar als “Limited Edition Digipack” (in een oplage van tienduizenden, ongetwijfeld; hoe “limited” is dit vandaag de dag nog???) met extra bonustrack (“Snow”) en door de dames en heren van de platenmaatschappij grandioos betitelde “Temporary Tattoo” (Plakplaatje. Zat vroeger bij de kauwgom).
Aanrader!!
Tracklist:
1 Prologue
2 Center of the Universe
3 Farewell
4 Interlude I (Opiate Soul)
5 The Edge of Paradise
6 Wander
7 Interlude II (Omen)
8 Descent of the Archangel
9 Interlude III (At the Banquet)
10 A Feast for the Vain
11 On the Coldest Winter Night
12 Lost & Damned
13 Helena’s Theme
14 Interlude IV (Dawn)
15 The Mourning After (Carry On)
16 III Ways to Epica
17 Snow (Bonustrack)