Iscuron – The Pursuit Of Unhappiness

Het debuut van de mysterieuze Noord-Italiaanse éénmansformatie Iscuron heb ik nog maar net verteerd, en hier is album nummer twee al: The Pursuit Of Unhappiness. Tussen beide releases is er nog niet eens een jaar voorbijgegaan (januari 2021 – december 2021), wat er op wijst dat de symfonische doodsmachine van Iscuron duidelijk niet is stilgevallen vorig jaar. De titel ligt gevoelsmatig perfect in het verlengde van de melodische, emotionele, catchy zwartgalligheid die de essentie vormde van The Nothing Has Defeated Atreyu, het toch wel indrukwekkende debuut. Artax (het paard van Atreyu uit The Neverending Story, nvdr) is ondertussen opgeslokt in het Moeras der Droefheid en het lange en hartverscheurende rouwproces dat daar logischerwijs op volgde ligt eindelijk achter ons. Ja, persoonlijk was ik wel klaar om me weer te laten onderdompelen in die toch wat benauwende droomwereld die Iscuron met zijn muziek creëert. Het gevoel dat deze muziek bij de luisteraar oproept kan ik misschien nog het best omschrijven als een combinatie van wanhoop, beklemming en betovering. En dat doet hij (de man kiest er voor om zijn naam geheim te houden, al staat hij wel volledig herkenbaar op de bandfoto, vreemd…) door symfonische componenten (voornamelijk piano en strijkers) te combineren met melodische, sfeervolle, atmosferische black metal, enkele folkelementen en heel erg prominent aanwezige elektronica.

Het klinkt allemaal heel anorganisch, maar net daarom is het ook zo uniek en bijzonder: het scheurt je onverwijld weg uit de realiteit en wiegt je in slaap met zijn poëtische kijk op melodische black metal. De sfeer die Iscuron uitademt is deels sprookjesachtig, deels middeleeuws, deels introspectief en deels diabolisch. Als een schijnbaar gelukzalige droom die onverwachts een bittere nasmaak nalaat.

Uniek en bijzonder dus: Iscuron valt op door zijn heel herkenbare en geheel eigen stijl. Aangezien herkenbaarheid voor een band tegenwoordig een enorme meerwaarde is, brengt The Pursuit Of Unhappiness ons, niet onverwacht, gewoon meer van hetzelfde. Al bij de openingstonen van This Fog Will Not Dispel (op piano solo) valt op dat het creatieve proces van deze band, en dan in het bijzonder zijn bekwaamheid om prachtige, tijdloze melodieën te creëren, niet is opgedroogd. Dit nummer vat perfect samen waarom de muziek van Iscuron ondanks zijn synthetisch karakter toch zo attractief is: het vertelt een geloofwaardig verhaal, een synthblacksprookje dat uiteindelijk een nachtmerrie blijkt te zijn. Iscuron mikt in dezen helemaal niet op bruutheid of snelheid, maar zuiver op sfeer en melodie.

Piano, (verschillende lagen) synths, (computergestuurde) drums en vocalen zijn de meest herkenbare elementen hier, waarbij gezegd moet worden dat het snaarwerk productioneel vaak naar de achtergrond wordt verwezen, om dan plots weer prominent aan de oppervlakte te komen met een melodieuze lead. Met zijn bijna zeven minuten is This Fog Will Not Dispel een lange opener. Ondanks enkele snelle stukken (vooruitgestuwd door flitsende blastbeats) is de impact vrij laag. Het voelt allemaal redelijk vlak en ééndimensionaal aan. Als je je dus niet onmiddellijk laat inpakken door het dromerige karakter of de prachtige melodieën van de synths en door het hees gefluisterde krassen van de stem, bestaat de kans wel dat je het halverwege opgeeft. Er zit heel wat variatie in, maar tegelijk ook heel wat herhaling, waardoor auditieve verzuring een reële dreiging is. Dit is nichewerk, dat zeker niet voor iedereen is weggelegd.

De klasse van Iscuron ligt, net als op het vorige album, vooral in de sublieme compositorische opbouw en de finesses van de verfijnde melodielijnen. Persoonlijk ben ik heel vatbaar voor de kracht van een aangrijpende melodie, en zo zijn er heel wat terug te vinden op dit album. Daarnaast wordt er een karrenvracht aan sfeer aangevoerd, en niet alleen door de synths. Ik vind de stem van –wie er ook achter deze band zit– alleszins zeer veelzijdig in dat opzicht. Het is geen Dani Davey, maar deze man kan dingen met zijn stem die niet iedereen hem nadoet. Af en toe hoor je, zoals al aangekondigd, folkinstrumenten voorbijkomen, zoals de accordeon op het titelnummer The Pursuit of Unhappiness.

Tot zover de positieve zaken.

The Pursuit of Unhappiness kan ondanks al deze kwaliteiten niet tippen aan The Nothing Has Defeated Atreyu. Eerst en vooral om dat er geen evolutie in deze muziek zit: het nieuwe is er wat vanaf en dus kan het onvoldoende blijven boeien. Ook en vooral omdat dit album niet de punch heeft van het vorige: het is minder snedig, minder fris allemaal. De meeste nummers drentelen doelloos voorbij en als luisteraar merk je het amper op.

Het is pas bij de onheilspellende tonen van Village of The Evil Cult dat je weer even wordt wakkergeschud. Die diepere synthlagen aan het begin, gecombineerd met dynamische strijkers en epische trompetstoten, zijn wel even verfrissend, maar eens het nummer zich op gang heeft getrokken merk je toch weer dat het allemaal weinig indruk maakt. Alle goede bedoelingen en melodische weelde ten spijt. Deze muziek heeft enorm veel te bieden en getuigt zeker van vakmanschap, maar het mist overtuiging, impact en ballen.

Van The Monastery of Sorrow onthou ik vooral de clavecimbelintro en het romantische strijkersintermezzo. Opnieuw weinig memorabel. Het frivole, bijna komische openingsritme van The North Star No Longer Shines doet wel beterschap vermoeden en ja, misschien geraak ik van dat laatste nummer nog het meest “carried away”, omdat het wat meer fraîcheur toevoegt, wat meer herkenbaarheid oplevert, wat meer creativiteit brengt, wat meer de juiste dynamiek overbrengt. The North Star No Longer Shines is wat mij betreft dan ook het enige nummer dat de vergelijking met The Nothing Has Defeated Atreyu overleeft.

Uiteindelijk moet ik jammer genoeg toch toegeven dat het album me ontgoochelt. Dat het muzikaal zeer goed in elkaar zit, maar dat het me niet raakt. Het is te kil, te afstandelijk. Het mist emotionele diepgang, terwijl je wel merkt dat daar naar gestreefd wordt. Puur songstructureel is dit wel een interessant album, maar door de afwezigheid van échte bandleden mist het body en dynamiek. Dat was op The Nothing Has Defeated Atreyu veel minder het geval, terwijl het toch om dezelfde persoon en dezelfde instrumenten ging. Iscuron heeft enorm veel potentieel en een uniek geluid, maar van The Pursuit of Unhappiness word ik jammer genoeg niet gelukkig…

Score:

67/100

Label:

eigen beheer, 2022

Tracklisting:

  1. This Fog Will Not Dispel
  2. The Pursuit of Unhappiness
  3. Europa
  4. Village of The Evil Cult
  5. The Monastery of Sorrow
  6. The North Star No Longer Shines

Line-up:

  • Onbekend – Alles

Links: