Met de jaren lijkt de naam Hooded Menace zich steeds een beetje meer richting metalen bekendheid te bewegen. Niet dat we al van een huishoudnaam kunnen spreken, maar in menig blad, webzine en nieuwsbrief komt de Finse band voorbij als nog door velen te ontdekken doomdeathrevelatie. Dat is eigenlijk best opzienbarend want bij deze heren horen we geen gebitsverbrijzelende breakdowns die je direct de tandarts doen bellen om murmelend om een spoedafspraak te smeken. Ook zijn er geen nauwelijks nog bewegende riffs die het laatste restje levenslust uit je zuigen om zelf nog even verder te kunnen of technische fratsen die bij het bespelen van je favoriete luchtgitaar al je vingers in de knoop leggen. Eigenlijk is alleen de diepe grunt zonder compromis.
Toch zal ook deze zesde van de Gekapte Dreiging niet ongemerkt voorbij gaan. De reden is gelegen in de combinatie van doomriffs en heavymetalleads die velen zal aanspreken. Voorwaarde is wel dat je je neus niet ophaalt voor een grunt die bij wijlen van de bodem van boorgat van Kola lijkt te komen. Bij Zware Metalen vinden we dergelijk vocaal hooligangeweld vooral lekker dus kom maar op met je The Tritonus Bell!
Chtonic Exordium is een kort intro waarin de regen valt uit een hemel die geen hoop meer koestert. Een zacht snikkende gitaar duwt je nog verder de weemoed in alvorens Abominations Of Desolation-gewijs de poorten naar oude en wraakzuchtige goden worden geopend. Wat volgt aan het begin van het acht minuten durende Chime Diabolicus is verrassenderwijs – zeker in vergelijking met de opening – eerder bijna vrolijk. Kennelijk wordt Hooded Menace nog wel eens een deathmetalversie van Candlemass genoemd, maar in de snellere stukken van deze song is een zekere Duitse vrolijkheid gekropen. Dat kan de bedoeling natuurlijk niet zijn en “gelukkig” besluit er iemand om stevig op de rem te trappen om voorrang te verlenen aan droefenis met een lichte Paradise Lost-stempel (het soms wat scherpe gitaargeluid roept zelfs herinneringen aan diens Gothic op) en de sappige grunt van Harri Kuokkanen, die plakt als kauwgom onder je favoriete sneakers. Hemelse koorzang zet de lichtere passages nog wat sterker aan waarna de corruptie van drassig rottende doom dubbel zo hard aankomt. Zo neemt de band je ongemerkt steeds verder de Finse wouden in om te treuren over een verleden dat nooit meer terugkomt.
Nu we het toch over Scattered Into Darkness hebben… Het laatste echte nummer van de plaat – er volgt nog een outro met sterk gitaarwerk vol Megadeth-achtige wisselingen en een smerige W.A.S.P.-cover – slaagt er niet in om de gehele negen minuten te boeien. De terugkerende eenvoudige “duhduhduhduhduh-riff” (bij gebrek aan een beter woord) doet wat afbreuk aan het in uitgangspunt monumentale karakter van de track. En juist daar zit nu de crux van deze plaat: het lijkt onze Finse vrienden nog niet altijd te lukken om de verschillende stijlen die ze willen spelen op een logische/pakkende wijze samen te brengen in de songs, waar dat Asphyx bijvoorbeeld eerder dit jaar op een natuurlijke manier wel lukte. In die zin klinkt The Tritonus Bell soms wat als een overgangsplaat, maar wel één die het beluisteren meer dan waard is.
Deze nieuwe Hooded Menace is namelijk een prima plaat in het gegrunte doomgenre die door de toevoeging van wat heavymetalpassages een wat groter publiek zal kunnen aanspreken. Sluiten we af met een kleine “shout out” naar Wes Benscoter die het album namelijk van een licht geniale hoes heeft voorzien, waarvoor hij het werk van Ed Repka als nulmeting lijkt te hebben genomen om het vervolgens verder te brengen in zijn eigen stijl die je bijvoorbeeld ook kunt kennen van Autopsy’s Macabre Eternal.
Score:
80/100
Label:
Season of Mist, 2021
Tracklisting:
- Chthonic Exordium
- Chime Diabolicus
- Blood Ornaments
- Those who absorb the Night
- Corpus Asunder
- Scattered into Dark
- Instruments of Somber Finality
- The Torture Never Stops (W.a.s.p. cover)
Line-up:
- Harri Kuokkanen – Vocalen
- Lasse Pyykkö – Gitaar, basgitaar
- Teemu Hannonen – Gitaar
- Pekka Koskelo – Drums
Links: