Gates To The Morning – Return To Earth

Wie kent de term ‘post’ niet? Post-metal, post-rock, post-dit, post-dat. Er zijn zelfs hele Wikipedia-pagina’s aan toegewijd om te definiëren wat een muziekgenre met ‘post’ ervoor zou moeten betekenen. In de kern is het naar mijn idee nog steeds hetzelfde genre, maar dan met meer nadruk op de emotie, de atmosfeer en een dromerige (of hypnotiserende) klank. Maar goed, ik dwaal af. Deze maand verschijnt het debuutalbum van Gates To The Morning, getiteld Return To Earth. Je raadt het al: een post-black metal (of blackgaze) band.

De band is het werk van soloartiest Sean Meyers, die tijdens zijn studie aan de Montclair State University for Jazz Performance in 2016 materiaal begon te verzamelen om het slaapkamerproject te doen transformeren naar een band en een debuutalbum. Het album Return To Earth is een conceptalbum met teksten over de duale concepten van uitdagingen en overwinningen, alsook de pieken en dalen in elke reis van ontwaking en verlichting. Met invloeden als Devin Townsend, Opeth, Faith No More, Dimmu Borgir, Art Blakey and The Jazz Messengers, Extol en Yes, lijken wij getrakteerd te worden op een mix van black metal, progressieve rock/metal en hier een daar een vleugje jazz.

Dan nu het album zelf. Het begint intrigerend met een prachtig pianostuk, een akoestische gitaar en ondersteunende baspartij. Heerlijk zwevend en het doet bij vlagen denken aan een compositie van Opeth (daar is dus de eerste keer dat een invloed duidelijk naar voren komt). Met tweeënhalve minuut op de klok, is het nummer lang genoeg om in de stemming te komen voor wat volgt. Maar wat volgt, is niet wat ik had verwacht. Het nummer Terra Incognita begint redelijk kalm en op een laag tempo en Sean begint hier met een meerstemmige, cleane zang, als na één minuut het nummer omslaat in een stevige up-tempo drumpartij, snel riffende gitaarpartijen, een dromerige pianolijn en zang die omslaat in (haast gekwelde) screams. Het bevat een hele hoop atmosfeer en is wel degelijk pakkend. Op driekwart van het nummer slaat de setting weer om en duiken wij ineens in een onderbreking die niet anders dan progressief klinkt. Aparte tijdsignaturen gaan gepaard met nog steeds een hoge dosis atmosfeer en bouwen af naar het einde van de track. Interessant!

Nummer drie pakt de atmosfeer weer verder op en brengt de akoestische gitaar terug, tezamen met een kalmerende baspartij en zwevende gitaarriffs op de achtergrond. De drums zijn minimalistisch en dragen bij aan de beleving. Deze kunnen dan ook het beste worden omschreven als een ‘dromerige’ klank. Het vierde nummer pakt nog even door op deze thematiek, maar heeft ditmaal wat meer orkestratie op de achtergrond en opnieuw zingt Sean hier ‘clean’. Af en toe hoor je op de achtergrond de screams. Pas bij Crossing the Abyss gaat het tempo weer omhoog en krijgen we een zooitje blastbeats voor onze kiezen. De riffs blijven echter wat aan de ‘zachte’ en melodieuze kant. Hier komt ook weer de progressiviteit weer meer naar voren, wat ik prima kan verteren en wat prettig in het gehoor ligt.

De rest van het album verloopt eigenlijk op een vergelijkbare manier: afwisseling tussen harde blackmetalstukken, progressieve rock/metal en kalmere composities. De hoofdlijn in dit alles wordt gedragen door de emotie en atmosfeer. De nummers lopen ook goed door en voelen ‘compleet’, mede dankzij de afwisseling tussen cleane zang en de screams. Ook bevatten meerdere nummers een flinke ‘wall of sound’, waar Devin Townsend ook zo bekend om staat (en daar is invloed nummer twee). Een enigszins vreemde eend in de bijt wordt aangetroffen in de track Chapel Perilous. Een track die eerder thuispast in de catalogus van artiesten als Winterfylleth of vergelijkbare bands. Een andere track die eruit springt, is Crestfallen: een snoeiharde track en het meest black van wat ik tot nu toe heb gehoord. Dat is, tot er later in het nummer ineens een zangeres begint te zingen. Geheel onverwacht, maar zeer goed uitgevoerd. Dit wordt dan ook gelijk mijn favoriet op de plaat. Deze vrouwenzang vinden we ook terug in het laatste nummer en tevens titeltrack.

Dan de problemen met dit album. Die zijn er gelukkig niet veel, maar het volgende wil ik graag toelichten. Individueel zijn de nummers best wel erg goed uitgevoerd en klopt de compositie, maar hier wordt naar mijn idee wel wat afbraak aan gedaan door de hoeveelheid nummers en totale speelduur: de plaat duurt namelijk een klein uur en heeft veertien nummers. Normaal hoeft een lange speelduur absoluut geen probleem te zijn, maar gezien de keuze om meerdere akoestische, rustige nummers achter elkaar te plaatsen, ervoer ik dit wel een beetje. Er ligt dus eerder winst te behalen op het inrichten van het album en de uiteindelijke nummerkeuze, dan daadwerkelijk de kwaliteit van de nummers zelf.

Met bovenstaande punten van kritiek in acht genomen, kan ik niet ontkennen dat Sean Meyers met Return To Earth een sterk debuut heeft gemaakt. Zijn talent voor goede composities, alsook het prima samenbrengen van harmonieën en melodieën, komen dan ook volledig aan bod op dit album. Maar voor de nummerkeuze en wat voor nummers elkaar opvolgen is misschien wel ‘less is more’ het beste advies dat ik kan geven. Toch weet ik zeker dat menig luisteraar van dit album de muziek prima kan waarderen en benieuwd is of Gates To The Morning met een complete line-up zal gaan optreden. Goed nieuws en slecht nieuws: ja, Sean is bezig een formatie op te zetten voor liveoptredens, maar deze zal vermoedelijk voorlopig lokaal blijven (en lokaal is in dit geval in de buurt van New Jersey, in Amerika).

Score:

78/100

Label:

Eigen beheer, 2019

Tracklisting:

  1. King Obscure
  2. Terra Incognita
  3. Surveying Forgotten Landscapes
  4. My Star
  5. Crossing the Abyss
  6. Freeing the Sundials
  7. Chapel Perilous
  8. Crestfallen
  9. Haunting the Third Chamber
  10. Chasing Shadows
  11. Two Winters
  12. Steadfast
  13. Rekindled
  14. Return to Earth

Line-up:

  • Sean Meyers – Zang, gitaren, keyboards, drums

Links: