Fleshvessel – Yearning: Promethean Fates Sealed

I, Voidhanger Records is er weer maar eens in geslaagd om iets unieks uit hun hoge hoed te toveren. Fleshvessel is de naam van dit grofgebekte konijn: een viertal uit Chicago dat muziek maakt die eigenlijk moeilijk te definiëren of te identificeren valt. Death metal is alleszins de basis, maar daar doorheen verweven ligt een wijds muzikaal landschap dat een heel spectrum aan grillige, experimentele en vaak progressief klinkende klankelementen omvat. De death metal hoor je af en toe in zijn pure vorm opduiken, maar het is vooral wat daarnaast gebeurt dat Fleshvessel de moeite van het ontdekken waard maakt. Noem het gerust avant-garde death metal, al denk ik dat het eigenlijk te veelzijdig is om precies te benoemen…

Tot nog toe was het enige wapenfeit van deze band de EP Bile of Man Reborn, dat naast ruwe, traditionele en, jawel, verpletterende death metal (denk Morbid Angel) heel wat andere stijlen, invloeden en klankkleuren etaleert. Een deel daarvan is afkomstig van het keyboard, dat regelmatig overuren draait om als een dromerige, maar tegelijkertijd virtuoze eighties-synthesizer een warme maar indringend wervelende klankhorizon in te kleuren. Een ander deel van dit brede spectrum aan impressies en atmosferen komt van de gitaren, die ofwel grof schurend op een distortietrip lijken te drijven, ofwel betoveren met tremolo, maar evengoed akoestisch en fijnzinnig uit de hoek durven te komen. Een derde deel komt dan weer helemaal uit de orkestrale wereld: we horen piano, dwarsfluit en strijkers (en heel wat andere, minder duidelijk herkenbare instrumenten) in een compositie die vooral echo’s weergalmt naar eerder dissonant en modernistisch klassiek werk. Bile of Man Reborn bevat onder andere een eigen interpretatie van een deeltje uit Le Sacre du Printemps van Igor Stravinsky, dat op geniale en overdonderende wijze overgenomen wordt door de gitaren en drums. Dit om maar aan te tonen dat je van deze band echt wel alles kan en mag verwachten, in een onnavolgbaar doolhof aan stijlen en een chaotische waaier aan diversiteit, zowel in termen van sfeer, timbre, tempo als ritme. Het ene moment brengt Fleshvessel je tot rust met klassieke of akoestische stukken, maar enkele seconden later word je evengoed verpletterd door bonkig, krakend gitaargeschuur en roffelende basdrums, of overgoten met melancholie afkomstig van het tremolo.

Alles kan dus bij Fleshvessel, en dat de band voor zijn eerste volwaardige album alles uit de kast haalt om een verbluffende “eerste” indruk te maken, is al te merken aan de line-up hieronder, of eerder aan de lijst van instrumenten die gebruikt zijn om Yearning: Promethean Fates Sealed aan zijn unieke geluid te helpen. Dit instrumentatie-arsenaal bevat onder andere de Puerto Ricaanse cuatro, de Thaise Phin en de ocarina… Geen evidente keuzes, maar dat is net wat deze muziek precies is: niet voor de hand liggend.

Fleshvessel blinkt vooral uit in het perfect en harmonieus integreren van al deze stijlen, stemmingen en instrumenten tot een natuurlijk klinkend geheel dat de luisteraar als een UFO opzuigt en meevoert naar een nieuwe, onontdekte dimensie. En dat die dimensie de moeite van het ontdekken waard is, merk je al snel. Fleshvessel heeft aan één nummer genoeg om te bewijzen dat ze het kunststukje, waarmee ze op Bile of Man Reborn hebben verbaasd, ook op Yearning: Promethean Fates Sealed zonder problemen kunnen overdoen. Het klinkt ook allemaal net iets meer doordacht, waaruit je kan besluiten dat Fleshvessel hier ook in is gegroeid. Desalniettemin is Winter Came Early een kluwen waar je als recensent je tanden op stuk bijt. Ik doe een poging om deze eerste elf minuten van het album kort samen te vatten…

De afwisseling, het is te zeggen dat compositorisch opeenvolgen van contrasten, laverend tussen death metal en klassieke muziek, is gebleven. Wat je bij aanvang hoort, is een subtiel duet tussen piano en zuiders klinkende akoestische gitaar, waar een strijker op invalt. De start is dus zeer duidelijk gelaagd en zit vol melodie. Dit is echter slechts de aanloop, want dit klassiek aangebrachte thema wordt vervolgens overgenomen door de drums en elektrische gitaren. Het is een kopie, met dezelfde gelaagdheid, maar met andere instrumenten. Het centrale muzikale thema wordt daarin mooi uitgewerkt en komt veelvuldig terug. Ondertussen bewijst vocalist (en daarnaast piano/keyboard/synthsverantwoordelijke) Troll Hart dat ook zijn stem enorm veelzijdig is en veel hoogtes en laagtes aankan. Ik houd trouwens wel van dat vochtige, kelige geluid in een rauwe schreeuw: het zorgt voor veel impact en ook voor een zekere diepgang. Na deze reprise gaan we weer akoestisch, met een nieuw thema, deze keer vergezeld van fluit en iets subtiels dat op metallofoon lijkt. Al snel volgt wéér een nieuw thema, nu met strijkers en piano, en dat is werkelijk zeer bevlogen, progressief en fantasievol. Hiermee gaat de band dan opnieuw aan de slag door beukende basdrums, licht dissonante gitaren, subtiele bassen en een ferme grunt toe te voegen, terwijl de piano behouden blijft. Op deze manier wordt er steeds verder gevarieerd en gefantaseerd, telkens nieuwe thema’s, nieuwe stijlen en nieuwe instrumenten toevoegend: soms rauw en bruut, soms chaotisch en virtuoos, soms subtiel en intiem. Het is ook niet zo dat de trage stukken voorbehouden zijn voor de klassiekere instrumenten en de hardere, snelle stukken voor de elektrische gitaren en drums: nee, elk instrument kan hier in principe elke functie op zich nemen, en ook dat maakt Winter Came Early heel bijzonder. Ik kan hier nog twee volle pagina’s zitten schrijven over dit ene nummer, maar laat ik het samenvatten met de woorden “veelzijdig”, “onvoorspelbaar” en “creatief”. Het klinkt in feite als honderd verschillende nummers in één, maar dan op geniale wijze aan elkaar gelijmd, zodat elke muzikale jump scare of plot twist toch niet misplaatst of ongepast klinkt. Een compositorisch zoekplaatje waar je écht heel wat luisterbeurten zoet mee bent!

Het album Yearning: Promethean Fates Sealed omvat zeven tracks: vier lange, complexe nummers (de oneven nummers) met daartussen korte, instrumentale intermezzi, aangeduid met de naam “Vignette” (de even nummers). Promethean (Vignette I) is een kort stukje piano solo, waarin het centrale thema van Winter Came Early nog eens kort terugkomt. Deze band let duidelijk op de details, waardoor het album op doordachte wijze tot een consistent geheel gesmeed wordt.

A Stain is in feite een nieuwe stap in het geëxperimenteer waar Winter Came Early ons heeft toe ingeleid. Omdat ook dit nummer constant varieert en evolueert is het moeilijk om een vergelijking te maken tussen de twee, maar als ik toch een poging waag dan zou ik durven stellen dat A Stain nog net iets progressiever, experimenteler en gedurfder klinkt dan het openingsnummer. Klassieke instrumenten, en met name de fluit en piano, worden opnieuw foutloos geïntegreerd in een deathmetalomhulsel, al kan je evengoed het omgekeerde stellen…

De veelzijdigheid van de gitaren wordt hier optimaal benut: er wordt lustig gewisseld tussen deathmetalriffs en hun meer proggy tegenhangers, de ene keer begeleidend van aard, de volgende maal het voortouw nemend en soms uitmondend in zwoele heavymetalsolo’s. Zo krijg je als luisteraar steeds het beste van verschillende werelden te horen, al weet je nooit wat er het volgende ogenblik gaat gebeuren. Het is als het ware een rollercoaster die doorheen de verschillende themawerelden van een muzikaal pretpark slingert, doch nooit rechtlijnig. Klassiek, prog, death en zelfs een beetje jazz wervelen constant door elkaar heen in een extatische, weergaloze dolle rit doorheen een verbluffend kleurrijk muzieklandschap.

Ook de veelzijdigheid van de vocalen wordt hier optimaal benut: hyperagressief geschreeuw, kilometers diepe grunts, gesproken woord en zelfs een occasioneel clean gejammer worden zinvol ingepast in de muziek. Alles wat uit Troll Harts mond komt, klinkt overtuigend en fundamenteel. Hoe vaker je naar A Stain gaat luisteren, hoe duidelijker het ook wordt dat over elke seconde van deze schijnbaar onnavolgbare chaos is nagedacht. Elke twist en turn is uitdagend, maar ook verfrissend voor de geest. En het heeft ook allemaal een doel, wat duidelijk wordt wanneer het nummer uitmondt in een duizelingwekkende synthsolo.

Na de zuiderse gitaarklanken van Fates (Vignette II) komen we in minder troebel water terecht, want The Void Chamber is veel transparanter opgebouwd dan zijn twee voorgangers. De samenstellende elementen en instrumenten blijven wel hetzelfde, waardoor het typische geluid van de band behouden blijft, maar je hebt op dit nummer wel meer het gevoel dat het bevattelijk blijft. Het is nu niet dat er niet meer snel geschakeld wordt tussen stijlen, maar de overgangen voelen minder onverwacht aan.

De opening met strijkers, gitaar, fluit en piano is alleszins het meest geëmotioneerde stuk van dit album en moet dan ook zeker vermeld worden. De opvallendste toevoeging hier zijn echter toch wel de opera-achtige cleane vocalen, die steeds weer gecombineerd worden met andere vocalisatietechnieken om zo de dramatiek wat te drukken en een scherp randje toe te voegen. De gitaren gaan van toegankelijke doom (denk Avatarium) naar potige death metal, van subtiel melodische tot gemeen sch(e)urende deathmetalriffs. Het ene moment word je platgebombardeerd door een aanhoudende blastbeattrein, het volgende moment kom je in een mallemolen terecht van bijna carnavalesque synth/keyboardwaanzin en jazzy trompet/fluitfantasieën, die uitmondt in hypersnelle, speelse, fluitachtige synthvirtuositeiten. Enkel naar het einde van het nummer toe wordt de sfeer weer wat grimmiger en de chaos weer even wat tastbaarder, waarna afgesloten wordt met een stukje metalopera.

Het derde vignette, Yearning, eindigt ook al met een korte uitspatting van chaos (op altviool, piano en fluit), en dat is niet zomaar. Het is een voorbode naar het kolossale laatste nummer: Eyes Yet To Open, dat maar liefst zeventien minuten duurt. De eerste zeven minuten daarvan vormen een hutspot vol vreemde, quasi onsamenhangende elementen: Hammondorgeldissonanten, hondsbrutale deathmetalelementen (op de meest incoherente wijze gecombineerd met de andere stijlvormen), swingende progressive metal dynamieken en dito solo’s (inclusief een reprise van het hoofdthema van Winter Came Early: altijd fijn wanneer men op zo’n manier de cohesie binnen een album weet te versterken…), verhalend gesproken woord en schel fluitende fluiten. Het lijkt, hier nog meer dan op de andere tracks, op een uit de hand gelopen jamsessie zonder duidelijk begin of einde, laat staan dat de muziek hier enige richting of doel vertoont. Na ongeveer zeven minuten rest er ons dan enkel nog een lange periode van relatieve stilte, bestaande uit mistige, onduidelijke achtergrondgeluiden en piano, gevolgd door een laatste stuiptrekking met improvisaties op gitaar, een virtuoze en duidelijk heel gemotiveerde klarinet (uitgevoerd door Gleb Kanasevich, één van de vele gastmuzikanten op dit album trouwens), nog wat gesproken woord en uiteindelijk een einde met piano. Er is hier dus duidelijk geen sprake van een climax op het einde en Eyes Yet To Open mist ook wat samenhang om van een geslaagde afsluiter te kunnen spreken.

Fleshvessel biedt de luisteraar heel veel op dit album, maar het is soms moeilijk te bevatten wat er allemaal gaande is en hoe dat dan precies samenpast. Op The Void Chamber is de coherentie het grootst, op Eyes Yet To Open is het gebrek daaraan het meest acuut. Alles bij elkaar genomen is Yearning: Promethean Fates Sealed wel een bijzonder boeiend en veelzijdig album geworden, al is het eerder iets voor de liefhebber van experimentele, grensdoorbrekende en progressieve metal dan voor de doorsnee deathmetalfan. Het album heeft zeker zijn hardere en brutere stukken, maar die vormen slechts een deeltje van een heel spectrum aan muzikale veelzijdigheid. Het indrukwekkende instrumentarium en de duidelijk meer dan behoorlijke beheersing daarvan (al is er dan geen drummer voorhanden), toont aan dat Fleshvessel een band is bestaande uit uitstekende muzikanten met een brede liefde voor muziek en een open geest met betrekking tot cross-over tussen genres. Voor sommigen zal dat een reden zijn om dit album links te laten liggen, waar andere muziekliefhebbers de uitdaging misschien liever zouden willen aangaan. En dat kan ik alleen maar aanraden!

Score:

83/100

Label:

I, Voidhanger Records, 2023

Tracklisting:

  1. Winter Came Early
  2. Promethean – Vignette I
  3. A Stain
  4. Fates – Vignette II
  5. The Void Chamber
  6. Yearning – Vignette III
  7. Eyes Yet To Open

Line-up:

  • Alexander Torres – Gitaar, altviool, Puerto Ricaanse cuatro, harp, mondharp, handbel, drumprogrammering,
  • Troll Hart – Piano, keyboards, synths, vocalen
  • Sakda Srikoetkhruen – Basgitaar, gitaar, akoestische gitaar, Thaise Phin
  • Gwyn Hoetzer – Dwarsfluit, blokfluit, piccolo, ocarina

Links: