Finntroll – Vredesvävd

Toen ik in 2003 naar mijn allereerste Graspop Metal Meeting trok, stond er één naam met stip aangeduid op mijn verlanglijstje: Finntroll. Ik had de band pas ontdekt, maar die wat curieuze mix van Finse humppa en meedogenloze black metal (een genre dat ik op dat moment volop aan het ontdekken was) lag bij mij onmiddellijk zeer goed in het gehoor. Dat was ten tijde van het prachtige Visor om Slutet, maar voor de setlist werd toen vooral geput uit de twee eerste albums: persoonlijke favoriet Midnattens Widunder en Jaktens Tid.

Ondertussen zijn we zeventien jaar later, maar de essentie van Finntroll is nog steeds dezelfde: de strijd aanbinden met het mensdom en de wereld in zijn oude, onbezoedelde glorie herstellen. Of ten strijde trekken tegen inmenging van vreemde culturen en religies, die de tradities van het Finse volk komen bedreigen, het is maar hoe je het interpreteert. De hamer op dit bloederige aambeeld wordt gehanteerd door een legertje trollen, die het vooral op christenen en ander vroom gespuis hebben gemunt. Gewapend met verwoestende black metal, een vleugje humor en hun legendarische oerkracht. Én met Finse humppa dus, al was het maar om deze traditionele muziekstijl niet verloren te laten gaan.

Maar Finntroll is uiteraard veel meer dan enkel vrolijke humppadeuntjes en grommende trollen. En daarin is de band ook wel geëvolueerd. Oudgedienden Trollhorn, Tundra en Skrymer worden sinds Ur Jordens Djup (2007) bijgestaan door krijstrol bij uitstek Mathias “Vreth” Lillmåns, die ook het beste van zichzelf geeft op de laatste …And Oceans. Sinds de komst van Vreth is Finntroll opmerkelijk gemoderniseerd, alsof de trollen eindelijk hun weg hebben gevonden naar de 21e eeuw. Ook leidde zijn komst een duidelijke stijlverschuiving in, waarbij de nadruk meer op het blackmetalelement kwam te liggen. Ondanks deze “verduistering” van Finntroll bleven de catchy humppamelodietjes en licht humoristische ondertoon toch bewaard. Ondertussen is Finntroll een fris, hip keurmerk geworden met een moderne sound. Voor de laatste albums lieten de heren zich zelfs een heus steampunk-imago aanmeten. De trollen hebben zich schijnbaar geïntegreerd in onze wereld, maar vergis u niet: deze wolven in schapenvacht zijn dodelijker dan ooit tevoren en christelijke zieltjes zijn nooit meer veilig.

Het is alweer een tijdje geleden dat deze Finnen nog eens een volwaardig studio-album hebben uitgebracht. Hun zevende album, Vredesvävd, ziet het levenslicht precies zeven jaar na voorganger Blodsvept. Een release van bijbelse proporties dus, al zullen de trollen zonder twijfel hun misvormde neus ophalen voor een dergelijke vergelijking.

Vredesvävd betekent letterlijk “Geweven door Wraak”. De trollen zijn klaar om de wereld te veroveren en de controle over te nemen, wat we ook zien op de (heel geslaagde) albumcover. De runen leggen een brug naar het roemrijke verleden van de Finse natie. De vrouwelijke figuur onderaan is hoogstwaarschijnlijk Mielikki, de mooie maar meedogenloze godin van het woud. Alle ingrediënten zijn dus aanwezig voor een wraakzuchtig potje black metal van, laten we dat dan herformuleren, mythische proporties. Laat die trollen dus eindelijk maar los: we hebben er namelijk zeven jaar op moeten wachten…

We wisten uiteraard al langer dat Henri “Trollhorn” Sorvali prachtige, filmische muziek kan schrijven, maar wat hij voor opener Väktaren (“De bewaker”) heeft gepresteerd is simpelweg verbluffend. Dit is filmmuziek van de bovenste plank. Ik hoor invloeden van David Arnold (Stargate) en Basil Poledouris (Starship Troopers, The Hunt for Red October), maar vooral is het genieten van deze spannende opbouw naar Att Döda Med En Sten (“Om te doden met een steen”). Na Nifelvind had ik niet meer verwacht dat ze ooit nog de openingscombinatie BlodmarschSolsagan zouden kunnen overtreffen, maar op Vredesvävd lijkt het dan toch gelukt te zijn. Att Döda Med En Sten is véél meer black metal dan Solsagan, waardoor het minder makkelijk binnenhapt, maar dankzij piano en synths ontstaat er een fijn evenwicht tussen alles verpletterende agressie en creatieve frivoliteit. Halverwege helt de balans meer over naar het episch-symfonische van de synths en komen we weer wat meer in het vaarwater van Solsagan. Alles bij elkaar een sterke start van de trollen, en een die naar (véél) meer smaakt.

Voor wie de band volgt op sociale media, zal het nummer Ormfolk (“Orm” betekent slang of draak) niet nieuw zijn, aangezien het nummer al enkele maanden geleden online is gezwierd. Ormfolk opent quasi op dezelfde manier als Skogens Hämnd (Jaktens Tid) en bevat dan ook nog eens een sequentie die rechtstreeks van Jaktens Tid (het nummer) overgenomen lijkt te zijn. Even terug in de tijd dus. Verder valt Ormfolk vooral op door zijn catchy hoofdthema. Duidelijk een blijvertje dat zijn plaats zal vinden in de vaste setlist van Finntroll. In maart volgend jaar komen de trollen, bijgestaan door de IJslandse vikings van Skálmöld, naar de lage landen en dan zal Ormfolk ongetwijfeld ook van de partij zijn.

Na Nifelvind en Blodsvept lijkt Finntroll op Vredesvävd toch weer “back to basics” te gaan. Het is allemaal net wat minder voor de hand liggend dan op de twee voorgaande albums, al blijft het een Finntroll-album en weet je dus perfect wat je kan/mag verwachten. Niet alleen op muzikaal vlak wordt er een stap terug in de tijd gezet overigens. Ook het steampunk-imago en andere franjes zijn verdwenen en de trollen zien er gewoon weer heel… gewoon uit. En kwaadaardig. Én met puntige oren uiteraard.

Geef de nummers wat tijd om te groeien, en je zal geleidelijk aan achter de façade van vrolijke folkdeuntjes een schat aan muzikale fijnzinnigheden vinden. Grenars Väg (“een pad met takken”) begint dan misschien redelijk traditioneel naar Finntroll-normen, gaandeweg verrast het nummer toch door het gebruik van groovy ritmes en een dikke portie rock-’n-roll. En ja, de cleane groepszang blijft een zalig element in deze muziek.

Na Grenars Väg gaan we met Forsen even terug naar het album Nattfödd. De opening van Forsen lijkt namelijk heel erg op die van Fiskarens Fiende. Verder blijven de Finnen meesters in het koorddansen tussen folk, black metal en symfonische grandeur. Er wordt overduidelijk inspiratie geput uit ouder werk, wat ook weer blijkt uit een passage, ongeveer halfweg het nummer, die veel wegheeft van het einde van Ur Djupet (Ur Jordens Djup), maar het is intussen duidelijk dat Finntroll met Vredesvävd niet de intentie heeft om te innoveren of te verrassen. Neemt niet weg dat de nummers op het album stuk voor stuk zorgvuldig gecomponeerde folkmetalpareltjes zijn. De succesformule van Finntroll ligt ook en vooral in die afwisseling tussen trolse bruutheid en melodische finesses. Zo wordt Forsen pas écht interessant wanneer de viool met een aanstekelijk solostukje het laatste deel inleidt. Eén van de meest memorabele stukjes op Vredesvävd als je het mij vraagt.

Bij de start van Vid Häxans Härd (“Over het hart van de heks”) krijgen we even de tijd voor vredige reflectie dankzij een prachtig akoestisch momentje, waarvan de melodie heel mooi overgenomen wordt door de andere instrumenten. Het is wel opvallend dat een nummer dat zo rustig start zich gaandeweg ontpopt tot één van de donkerste tracks op deze schijf. De “signature” gejaagde synthtoetsen doen de bloeddruk ook nu weer stijgen, maar naar het einde toe lijkt het wel alsof het nummer elke vijf seconden van timbre, ritme of tempo verandert. Lekker chaotisch, zoals de trollen de wereld graag hebben!

Myren (“de mier”) lijkt ons opnieuw terug te voeren naar de eerste albums, maar wat maakt dat eigenlijk uit? Dit is gewoon een nummer waar je niet stil bij kan blijven zitten. Bedrijvig en hectisch als een mier dus. En het blijft ook nog eens lang in je hoofd hangen. Op Stjärnors Mjöd (“Sterrenmede”) wordt het folksegment gedeeltelijk vervangen door een meer symfonisch alternatief, vooral in het tweede deel van het nummer. Gitaar, synths, cleane groepszang en een algemene sfeer van heroïek zorgen hier voor een zeker vikingmetalgevoel, al blijft het hoofdthema daarvoor net iets te luchtig. Mask, een nummer waarvan deze maand nog een redelijk akelige lyric video verscheen, is dan weer een op en top Finntroll­-compositie, met aanstekelijke humppa die, vermengd met zeer melodisch riffwerk en nerveuze synths, een bijna onnatuurlijke maar tegelijk onweerstaanbare licht-donkersynergie voortbrengt die aan een rotvaart doorheen je geluidinstallatie raast.

Het laatste nummer, Ylaren (“De huiler”), is als je het mij vraagt een buitenbeentje, in die zin dat het een kant van Finntroll toont die we voorheen nog niet hadden gezien of gehoord. Weidser, beschrijvender, grootser, maar mét folkinstrumenten en zonder dat het op Moonsorrow begint te lijken. Opnieuw leunt dit af en toe dicht aan bij viking metal, een gevoel dat nog versterkt wordt door het refrein met cleane samenzang. De tweede helft van dit nummer herbergt dan ook nog eens een uptempo synthmelodie waar een band als Thyrfing jaloers op zou zijn. Je voelt de creativiteit plots uit alle kieren en spleten opborrelen, thema’s ontwikkelen zich en worden vervangen door nieuwe thema’s, enzovoort. Wat een heerlijke afsluiter van een heerlijk album zeg!

Blijkbaar is er ook nog een korte, instrumentale outro, maar die was niet meegeleverd in de promo, dus die zal ik hier ook niet bespreken. De nummers die er wél toe doen getuigen van een wederopstanding van Finntroll in stijl. Oppervlakkig gezien zou je kunnen opmerken dat de nummers wat minder catchy zijn dan bijvoorbeeld op Nattfödd en Nifelvind, en dat er te vaak teruggegrepen wordt naar elementen van ouder werk. Als je wat dieper graaft vind je echter heel sterke composities met af en toe een uitschieter waarin het genie van Trollhorn en de zijnen heel duidelijk naar voren komt. De trollen zijn terug en zijn hun stiel nog niet verleerd, dat is duidelijk! Een topper dus, die zeker de jaarlijst van 2020 zal halen en blindelings kan aangekocht worden voor wie de band en het genre een warm hart toedraagt.

Score:

90/100

Label:

Century Media, 2020

Tracklisting:

  1. Väktaren
  2. Att Döda Med En Sten
  3. Ormfolk
  4. Grenars Väg
  5. Forsen
  6. Vid Häxans Härd
  7. Myren
  8. Stjärnors Mjöd
  9. Mask
  10. Ylaren

Line-up:

  • Trollhorn – Keyboards, orchestraties, gitaar, banjo, mondharp
  • Tundra – Basgitaar
  • Skrymer – Gitaar
  • Routa – Gitaar
  • Vreth – Stem
  • Virta – Keyboards
  • MörkÖ – Drums

Links: